Ze werkt pas anderhalf jaar bij netwerkorganisatie Nederland Maritiem Land (NML), maar staat al voor een grote opgave. Bestuurssecretaris Verena Ohms is de aanvoerder van de Human Capital Agenda, een onderdeel van het Maritiem Masterplan, waar verschillende maritieme organisaties momenteel hard aan werken. Het Masterplan is een voorstel om de transitie naar een emissievrije scheepvaart te versnellen. ‘De sector is vrij versnipperd’, merkt ze. ‘Om de juiste keuzes te maken, die het maritieme cluster op lange termijn vooruit helpen, zoek ik steeds een balans tussen de vele verschillende belangen.’
Stichting NML zet zich in voor een duurzame blauwe economie en een verbonden maritieme sector. Een sector die met een toegevoegde waarde van ruim 56 miljard euro en 550.000 werkenden van groot belang is voor Nederland. Met een kleine club is Verena de aanvoerder van de Human Capital Agenda in het Maritiem Masterplan. Daar heeft ze uitgesproken ideeën over, maar haar interesses reiken verder dan het menselijke kapitaal. We vroegen de van oorsprong Duitse biologe wat haar drijft, hoe ze in de maritieme sector belandde en wat ze wil bereiken.
Waarom is het Maritiem Masterplan nodig?
‘We moeten de sector in korte tijd zoveel mogelijk klimaatneutraal maken om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 te halen. Als dat lukt, maakt ons dat minder afhankelijk van andere landen voor onze energiebehoefte en verstevigen we onze concurrentiepositie. Maar daarvoor zijn technologische innovaties en voldoende gekwalificeerd personeel nodig. Tegelijkertijd heeft iedereen te maken met personeelstekorten. Dus als de maritieme sector mensen aantrekt, zijn er minder voor de zorg en het onderwijs. Daarom moeten we de oplossing vooral zoeken in efficiënter en slimmer samenwerken, om zo de arbeidsproductiviteit te verhogen.’
“Het Maritiem Masterplan moet mensen in de sector wakker schudden.”
‘Door structureel kennis met elkaar te delen en van elkaar te leren, voorkom je dat ieder voor zich het wiel moet uitvinden. En dat vergroot de kans om onze internationale concurrentiepositie te behouden en te verstevigen. Het Maritiem Masterplan is daarvoor een lakmoesproef en moet mensen wakker schudden: nu is het moment om je nek uit te steken. Anders missen we de kans om voorop te blijven lopen.’
Wat moet er gebeuren om dat voor elkaar te krijgen?
‘De meeste maritieme organisaties zijn vooral aan het overleven en te veel bezig met de waan van de dag, waardoor ze weinig vooruitkijken. Voor langetermijndoelen moet je offers brengen en over je eigen schaduw heen springen. De kosten gaan voor de baten uit, en de uitdagingen waar we voor staan vragen om een gezamenlijke aanpak. Het Masterplan brengt de noodzaak van samenwerken onder de aandacht. Die cultuurverandering is de grootste uitdaging. Want wie gaat wat doen? Wij kunnen onze leden geen taken opleggen, de beweging moet van binnenuit komen. Daarmee is het Masterplan ook een sociaal transitieplan.’
Welke veranderingen zijn er volgens jou nodig op het gebied van human capital?
‘De maritieme sector is weinig divers, met maar zo’n 20 procent vrouwen. In mijn eerdere baan bij een adviesraad voor de visserij werkte ik altijd met mannen. Daar heb ik zelf gelukkig nooit last van gehad, ik ben nooit benadeeld als vrouw, maar van verhalen van jonge, vrouwelijke beroepsgenoten weet ik dat ik best verwend ben. Hetzelfde geldt voor mensen met andere achtergronden. Er heersen soms vooroordelen, en niet alle beleidsadviseurs hebben een even goed beeld van wat zich op de werkvloer afspeelt. Ook op dat gebied is een cultuurverandering hard nodig.’
Wat maakt dat je je hiervoor wilde inzetten vanuit NML?
‘Dat komt eigenlijk door de loop van mijn carrière. Ik begon als wetenschapper in de biologie, maar wilde een bredere kijk op de wereld ontwikkelen in plaats van inzoomen op zo’n klein aspect. Om mijn blik te verbreden ging ik aan de slag als bestuurssecretaris bij de Pelagic Advisory Council, waar ik voor het eerst in aanraking kwam met de maritieme wereld.’
“Ik vraag me altijd af wat de beste keuze is voor het geheel, voor de lange termijn. Een uitdaging in zo’n versnipperde sector.”
‘Ik zat er zesenhalf jaar goed op m’n plek, maar via de MBA naast mijn baan kwam ik in contact met de Rotterdam School of Management. Interessant, want ik hou van lesgeven en werken met studenten. Ik ging er aan de slag als operationeel directeur van het Erasmus Centre for Leadership en docent in leiderschapstrainingen. Al snel miste ik ook daar het contact met de industrie. De trainingen gingen over vaardigheden; ik wilde bezig zijn met de inhoud. Ik zag de vacature van NML voorbijkomen en dacht: dit past bij me. Mensen uit mijn visserijverleden die ik ernaar vroeg, waren ook meteen enthousiast.’
Wat sprak je zo aan?
‘Vooral het contact met verschillende stakeholders. Als netwerkorganisatie ben je de verbindende schakel tussen alle maritieme bedrijven, organisaties en overheidsinstellingen. Iedereen heeft z’n eigen belangen en daar moeten wij constant een balans in vinden. Mijn nuchterheid helpt daarbij. In de sector zie je veel grote ego’s; ik heb dat gelukkig niet, en vraag me altijd af wat de beste keuze is voor het geheel en de lange termijn. Best een uitdaging in zo’n versnipperde sector. Veel organisaties vinden het moeilijk om voorbij zichzelf te kijken. NML moet daarboven staan, maar tegelijkertijd worden we betaald door onze leden.’
Waaraan merk je die versnippering?
‘Dat merk ik momenteel vooral bij het opstellen van de Human Capital Agenda in het Maritiem Masterplan: het neemt veel tijd in beslag om een gezamenlijke visie te bepalen waarin iedereen zich kan vinden. Mensen die meelezen zeggen weleens dat we een belangrijk aspect zijn vergeten. Dan moet ik uitleggen dat dat een bewuste keuze is, omdat het Masterplan anders te breed wordt en onmogelijk uit te voeren.’
Wat fascineert jou aan het maritieme?
‘De wereldzeeën en de schepen die ze bevaren maakten altijd al indruk op me. Zodra je aan boord van een schip stapt, betreed je een andere wereld; dat roept bij mij een gevoel van vrijheid en avontuur op. Tegelijkertijd vind ik het leuk om te navigeren tussen verschillende belangen en om alle belanghebbenden te bereiken. Om ergens te komen moet je elkaar weten te begrijpen en dezelfde taal spreken. Ik kan soms best ongeduldig zijn omdat ik zo graag voortgang wil zien. Dit werk dwingt me om een balans te zoeken tussen doorzetten en geduld.’
“Dé maritieme werknemer bestaat niet.”
‘Het is mooi om dat in Nederland te kunnen doen, omdat de kwaliteit en het opleidingsniveau hier ontzettend hoog liggen. Er valt veel te leren, vooral ook door de samenwerking met onderzoeksinstituten als MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland), TNO en de TU Delft. Voor innovatie is veel draagvlak binnen de sector; mensen worden enthousiast van technologische vraagstukken. Op dat gebied is het makkelijker vooruitgang boeken dan op het gebied van human capital, dat meer gaat over ego’s en gedrag.’
Wat neem je mee uit je werkverleden?
‘Op de universiteit leerde ik het gevaar van aannames. Veel docenten denken te weten wat studenten willen, zonder het te vragen. Als je dat wel doet, word je soms verrast door het antwoord. Binnen de maritieme sector zouden we werknemers vaker moeten vragen wat ze willen. Ik heb het daar veel over gehad met Maritime Delta, die ons als waardevolle partner enorm heeft geholpen bij het opstellen van de humancapitalstrategie voor NML zelf, die weer de input vormt van de Human Capital Agenda in het Masterplan. In ons eentje zouden we dat niet kunnen. Andersom gaven wij input voor de Regionale Maritieme Agenda.’
Hoe vertaal je die opgedane kennis naar je huidige werk en doelen?
‘We zijn op pad gegaan om interviews te doen en informatie op te halen uit verschillende invalshoeken. Daaruit kwam het inzicht dat dé maritieme werknemer niet bestaat. Dat nemen wij nu mee in de Human Capital Agenda. Hopelijk overtuigt het Masterplan mensen ervan hun onderlinge verschillen opzij te zetten en elkaar meer op te zoeken. Ik hoop dat iedereen zich bewust wordt van het huidige momentum: als we elkaar nu niet vinden, gaan we die doelen niet halen. Dan missen we een unieke kans die je niet vaak krijgt. Het is nu, of heel lang niet meer.’
Regionale Maritieme Agenda
Human Capital is in de maritieme sector een knelpunt. Dat vraagt om het versterken van de aansluiting tussen arbeidsmarkt en het onderwijs en het vergroten van instroom van (technisch/ digitaal) talent. In de Regionale Maritieme Agenda zijn aanbevelingen benoemd met ambities en acties om dit knelpunt voor 2030 opgelost te hebben. Eén van de aanbevelingen is dat dit knelpunt beter op nationaal niveau belegd kan worden dan op regionaal niveau. Daarom leidde Maritime Delta het proces ten behoeve van de landelijke Human Capital strategie die ontwikkeld werd door Nederland Maritiem Land.
Meer weten over de Regionale Maritieme Agenda? Klik hier voor de hele Agenda.