Jong haventalent_laatste versie

Jong haventalent 2024: toekomstvisie op de Rotterdamse haven

“Samenwerking is een must als je mee wilt doen in de Rotterdamse haven.” Met deze inspirerende woorden introduceren we: Charlotte Janssen, het Jong Haventalent van 2024. Charlotte is een geboren Rotterdammer, geworteld in de trotse havenstad waar het motto “niet lullen maar poetsen” haar niet vreemd is. Na haar studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit en een master in Supply Chain Management aan de Universiteit van Tilburg, begon ze haar eerste maritieme avontuur bij Venturn waar ze de diversiteit en de trotse mentaliteit van de Rotterdamse haven ontdekte. Met haar ervaring en enthousiasme deelt ze graag haar kijk op vernieuwing. Haar missie? Die is helder: jongeren betrekken, kennis delen en samenwerken met de maritieme gemeenschap die elke dag de haven tot leven brengt.

Charlotte is vastbesloten om haar kennis te delen en jongeren te inspireren. “Het delen van kennis is mijn missie als Jong Haventalent en tevens nieuw lid van het Maritime Delta bestuur,” zegt ze gepassioneerd. “Ik wil jongeren laten zien wat er allemaal gebeurt in de Rotterdamse haven, niet alleen het sjorren op een containerschip, maar ook de mogelijkheden bij alle ondersteunende organisaties, zoals de loodsen, het havenbedrijf, en depots.”

Tijd voor verandering

“Verandering is geen doel op zich”. Voor Charlotte is verandering een middel om specifieke doelen te bereiken. “Digitalisering en Human Capital spelen hierin een sleutelrol,” legt ze uit. “Juist met het delen van kennis wordt er een stukje bewustwording gecreëerd die de urgentie van verandering naar boven kan brengen.”

Charlotte ziet de impact en kansen van digitale technologieën op de maritieme sector uit de eerste hand, bij haar huidige werkgever Portbase. “Digitale technologieën worden steeds belangrijker,” zegt ze. “Om verbeteringen te kunnen realiseren is het belangrijk dat huidige processen goed in kaart kunnen worden gebracht,” merkt ze op. “Portbase speelt vaak een centrale rol op het gebied van datadeling om efficiëntie te kunnen behalen.”

Inspiratiebron

Charlotte laat zich inspireren door haar collega’s en de klanten waarmee ze dagelijks samenwerkt. “De kraanmachinist die de zonsopkomst vanuit de cabine het mooiste moment van de dag vindt, is een prachtige herinnering aan de essentie van het werk in de haven,” zegt ze. “Maar uiteindelijk zijn mijn rolmodellen de klanten die me elke dag meenemen in hun processen en open staan voor een gesprek en het delen van kennis.”

Jong haventalent 2024

Samenwerking is een must

Voor Charlotte is samenwerking binnen de sector essentieel om successen te behalen. “Samenwerking is een must als je mee wilt doen in de Rotterdamse haven,” zegt ze. “Ik wil me dan ook graag inzetten om bepaalde partijen samen te brengen, eenzelfde rol als Maritime Delta vervult tussen vernieuwende initiatieven.”

The next generation

Op de vraag of om als jongeren een carrière in de maritieme sector na te streven, twijfelt Charlotte geen moment en zegt ze volmondig: doen! “In de Rotterdamse haven vind je een diverse werkomgeving, van jong en oud, van buiten en binnen, met de Rotterdamse “niet lullen, maar poetsen” mentaliteit, maar bovenal een omgeving waar mensen ontzettend trots zijn op hun werk en het resultaat. Dit is heel concreet te zien bij een planner die lading wil laten verschepen; een kraanmachinist die een container verplaatst, maar ook bij een grafisch designer die een app ontwikkeld voor een vrachtwagenchauffeur.”

Met haar enthousiasme en gedrevenheid belooft Charlotte als Jong Haventalent een waardevolle bijdrage te leveren aan de Rotterdamse haven en de maritieme sector als geheel.

De Jong Haventalent verkiezing wordt vanuit de Jong Havenvereniging opgezet. De toekenning van de titel Jong Haventalent gebeurt door een jury, waarin eerdere Jong Haventalenten en Havenmannen / vrouwen van het jaar zetelen. De jury let op het profiel, de kennis van de haven en de motivatie van de kandidaten. Houd onze website in de gaten voor meer informatie.

4 nieuwe bestuursleden Maritime Delta over human capital en innovatie in maritieme industrie

Hun eerste dag in het bestuur begint vroeg, met een werkontbijt uitkijkend over de Nieuwe Maas. Vanaf de veertiende verdieping van STC Group, de onderwijs- en kennisinstelling voor scheepvaart, transport en havenindustrie, blikken de vier nieuwe bestuursleden van Maritime Delta vooruit op hun aanstaande rol. Welke kennis en invalshoeken brengen ze mee, wat is hun visie op de Regionale Maritieme Agenda, en welke kansen en uitdagingen zien ze voor de sector? We spreken Marco Hoogendoorn, Marlon Drinkwaard, Tomas van der Maarel en Henrik Stevens na afloop van hun eerste bestuursbijeenkomst op 29 juni.

Abstracte concepten tastbaar maken

De presentaties van hun nieuwe collega’s moeten nog even bezinken. ‘Een hoop nieuwe gezichten en informatie’, geeft Marco toe. Hij is directeur van Holland Shipyards, met scheepswerven in Hardinxveld-Giessendam, Werkendam en Vlissingen. Naast traditionele schepen bouwt en onderhoudt het familiebedrijf elektrische schepen en veerponten, en schepen met waterstof- en hybride aandrijving. ‘Dat innovatieve danken we aan onze mentaliteit: we gaan liever aan de slag dan eerst alles tot in detail uit te zoeken.’ Met Maritime Delta wil hij abstracte concepten tastbaar maken, om zo meer haven- en maritieme bedrijven met diezelfde mentaliteit aan te spreken.

Havenindustrie laten leven onder jongeren

Tomas herkent zich in die opgave. Als Jong Haventalent is de manager business-development bij Broekman Logistics in Rotterdam dit jaar ambassadeur voor jongeren in de haven. ‘Voor mij ligt de grootste uitdaging in het aantrekken van meer mensen in de sector. Studenten, maar ook zij-instromers.’ Zelf werd hij tijdens de minor Port Economics, onderdeel van zijn bachelor bedrijfseconomie, gegrepen door de maritieme industrie. Dat resulteerde in een master Urban Transport met een focus op het maritieme aspect. ‘Er is zoveel mogelijk in de haven. Dat wil ik met voorbeelden en verhalen concreet maken, zodat het gaat leven onder jongeren.’

Haven veiliger en toegankelijker maken

Marlon is een echte Rotterdammer: hij groeide er op, zijn vader werkte in de haven en hij liep zelf zes marathons door de stad. Sinds 2016 leveren de varende drones van zijn startup AquaSmartXL een positieve bijdrage aan de veiligheid van de maritieme industrie. ‘We inspecteren watergerelateerde infrastructuur, zoals bruggen, steigers, kademuren en sluizen. Aquadrones werken veilig, snel en efficiënt.’ Hij ziet het als zijn doel om met maritieme innovaties nieuwe banen te creëren die bereikbaar zijn voor alle onderwijsniveaus. En daarmee de Rotterdamse maakindustrie een boost te geven. ‘Ik wil de haven toegankelijker maken en iets terug doen voor de stad waar ik zoveel van hou.’

Talenten van de toekomst opleiden

Voor Henrik zijn zowel de maritieme industrie als een bestuursfunctie bekend terrein. Als voorzitter van het college van bestuur van het Da Vinci College Dordrecht maakt hij Maritime Delta triple helix. ‘In deze baan komen mijn werkervaring en liefde voor de haven en scheepvaart samen’, zegt hij. Na zijn promotie op internationaal havenbestuur werkte hij vijftien jaar in verschillende havens wereldwijd en was hij directeur van Maritiem en Logistiek College De Ruyter in Vlissingen en van Techniek College Rotterdam. Net als Tomas richt hij zich vanuit die rol op het aantrekken, opleiden en behouden van de maritieme medewerkers van de toekomst.

Supermodern, innovatief en tastbaar

Het is vooral de tastbaarheid die de heren aanspreekt in het maritieme. ‘Eerder werkte ik bij een bank, waar ik verantwoordelijk was voor IT-implementaties’, vergelijkt Marlon. ‘Een stuk minder indrukwekkend dan een schip van een paar honderd meter lang.’ En bovendien onmisbaar voor internationale samenwerking, stipt Henrik aan. ‘Havens zijn de monden waarmee werelddelen met elkaar spreken. En waar ook nog eens supermoderne, innovatieve en tastbare technieken worden ontwikkeld.’

“Mensen die in de haven of scheepvaart werken, denken in oplossingen, zijn altijd bereid grenzen te verleggen en durven risico’s te nemen.”

Directheid en focus op doen

Ze voelen zich alle vier als een vis in het water tussen de mensen in de haven en scheepvaart. ‘Het directe en de focus op doen’ waardeert Tomas het meest. ‘En de variëteit in banen. Er is zoveel te doen in de maritieme sector. Als je iets nieuws wilt leren, hoef je nooit ver te zoeken. Alles is mogelijk.’ Henrik omschrijft de mentaliteit als open en nieuwsgierig. ‘Mensen die in de haven of scheepvaart werken, denken in oplossingen, zijn altijd bereid grenzen te verleggen en durven risico’s te nemen. Daar ben ik trots op.’

Nieuwe banen door innovaties

Innovatie en verduurzaming staan hoog op de agenda van het bestuur. ‘Innovaties kunnen op veel vlakken meerwaarde creëren’, verwacht Marlon. ‘Kijk naar onze aquadrone: die zorgt dat mensen in minder gevaarlijke situaties terechtkomen en verzamelt waardevolle – en indrukwekkende – informatie. Als ik de kleurrijke onderwaterbeelden zie, denk ik vaak: is dit Nederland?!’ Hij vult aan dat robots de mens nooit helemaal zullen vervangen. ‘Ze veranderen het werk, waardoor nieuwe banen ontstaan. Bijvoorbeeld om robots of drones aan te sturen, of de verzamelde beelden te beoordelen.’

Vergroening en digitalisering

Marco legt eveneens de link tussen innovatie en de arbeidsmarkt. ‘We hebben een behouden uitstraling. Maar door de vergroening en digitalisering is de sector veel cleaner geworden.’ Tomas wil dat conservatieve beeld bijstellen door scholieren en studenten mee te nemen naar de haven. ‘Laden en lossen van containers is tegenwoordig net gamen’, illustreert hij. ‘Als je dat voor een klas zegt, maakt het weinig los. Laat je de leerlingen het zelf ervaren of zien via video’s, dan gaat het leven. En generatie Z is kritisch, zeker als het aankomt op duurzaamheid. Het is daarom belangrijk om leerlingen én hun ouders bewuster te maken van de verduurzaming en de vele mogelijkheden van de sector.’

“De lokale opleidingen scheepsbouw, maritieme techniek en jachtbouw in de Zuid-Hollandse havens leveren waardevolle arbeidskrachten op, die we hard nodig hebben.”

uitzicht over Rotterdamse haven

Samenwerking onderwijs en bedrijfsleven

De verantwoordelijkheid ligt deels bij de scholen, vindt Henrik. ‘We moeten carrièreperspectieven en loopbaanoriëntatie moderniseren, en ouders en decanen betrekken.’ Marco ziet het Da Vinci College daarin als voorbeeld. ‘Ik vind dat jullie vooroplopen in het actief opzoeken van de arbeidsmarkt’, reageert hij. ‘In fieldlab de Duurzaamheidsfabriek werken studenten intensief samen met bedrijven. En er zijn al veel lokale opleidingen scheepsbouw, maritieme techniek en jachtbouw in de Zuid-Hollandse havens. Die samenwerking levert waardevolle arbeidskrachten op, die we hard nodig hebben.’

Multi-inzetbare arbeidskrachten

Een andere oplossing voor de krappe arbeidsmarkt ziet Henrik in het multi-inzetbaar maken van bestaand personeel. ‘De vergrijzing en vergroening gaan door, en de arbeidsmarkt blijft krap. Door arbeidskrachten wendbaarder en weerbaarder op te leiden, worden ze breder inzetbaar. Dan kan Marlon een van zijn medewerkers uitlenen aan Marco, of andersom. Of denk aan een overstap van een baan op zee naar een taak aan wal. Zo’n common pool-aanpak voorkomt ook dat mensen de sector verlaten: het houdt het werk uitdagend en afwisselend. En door hechte verbindingen beschikken maritieme bedrijven samen over meer mensen. Het maakt dan niet zoveel uit wáár in de sector mensen instappen.’

Veranderingen in bestuur

Naast de komst van de vier nieuwe leden verandert de samenstelling van het bestuur met het vertrek van Arie Koedood (Koedood Marine Group) en Jan Kweekel (STC Group). Het huidige bestuur telt elf leden. Naast de vier startende zijn dit:

·      Femke Brenninkmeijer, voorzitter van het Maritime Delta-bestuur en CEO van NPRC

·      Linco Nieuwenhuijzen – Hoofd Innoveren a.i.

·      Roel de Graaf, managing director van Netherlands Maritime Technology

·      Petra de Groene, directeur Economie en Duurzaam bij de gemeente Rotterdam

·      David Roodenburg, CEO van Huisman Equipment

·      Fulko Roos, eigenaar van Royal Roos

·      Jan van der Tempel, CEO van Ampelmann

Het huidige bestuur wil beide vertrekkende bestuursleden hartelijk danken voor hun inzet voor Maritime Delta.

Inclusieve haven

Het thema human capital is overduidelijk het belangrijkste speerpunt voor de nieuwe leden. Daarbij horen ook inclusiviteit en diversiteit, waarvoor Maritime Delta het project Inclusieve Haven opzette. ‘Geen plek in Nederland is internationaler dan de Rotterdamse haven’, zegt Marlon daarover. ‘Alle culturen zijn hier vertegenwoordigd. Ik wil daarom graag banen creëren voor iedereen, waarbij we niemand uitsluiten.’

Ook Marco wil de sector inclusiever en toegankelijker maken, om zo meer mensen aan te trekken. ‘Als we daaraan én aan de implementatie van innovaties een bijdrage kunnen leveren vanuit Maritime Delta, dan ben ik heel gelukkig.’ Tomas sluit af: ‘Er zijn zoveel gave, duurzame projecten in de haven en scheepvaart, en er is zoveel mogelijk. Iedereen in de haven weet dat; nu de buitenwereld nog.’

Neem voor meer informatie of samenwerking met Maritime Delta contact op met Edward Gilding.

Havendagen Werkendam

Ervaar het meest veelzijdige maritieme cluster van Nederland en kom naar de Havendagen Werkendam!

Ontmoet maritiem Werkendam, proef lekker eten en drinken, geniet van muziek en attracties terwijl je netwerkt of je vrienden en familie jouw werkplek laat zien. Het thema is ‘Werkendam werkt’ dus als je (ander) werk zoekt, kom dan naar de Banenmarkt. Doe mee met innovatieve workshops, kijk bij bedrijven binnen en ontdek of werken in de (maritieme) techniek iets voor jou is. We hebben veel mooie vacatures! 

Het lokale bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, de gemeente en externe gasten werken intensief samen om een spetterend programma neer te zetten. Mis het niet en kom naar de Havendagen Werkendam!

Zien we jou daar?

Het volledige programma kun je vinden op: Home | Havendagen Werkendam

Aanmelden

Samenwerkingsovereenkomst Inclusieve Haven: samen op weg naar een haven voor iedereen

Op 12 april 2023 ondertekenden Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, TNO en Maritime Delta de samenwerkingsovereenkomst Inclusieve Haven. Deze overeenkomst richt zich op het bevorderen van diversiteit en inclusief werkgeverschap in de Rotterdamse haven en is een direct resultaat van doorbraakproject 2 van de Human Capital Coalitie Energietransitie (HCCE). Naast de vier bovengenoemde partijen, werkt onder meer ook de gemeente Rotterdam mee aan dit doorbraakproject.

HCCE
De Human Capital Coalitie Energietransitie (HCCE) is een regionale samenwerking om het arbeidsmarktvraagstuk aan te pakken binnen het Haven Industrieel Cluster van Rotterdam. Hierbij zetten de samenwerkende partijen zich in om voldoende menskracht voor de energietransitie op te leiden, aan te trekken en te behouden, waardoor uiteindelijk ook de klimaatdoelen bereikt kunnen worden. Binnen HCCE bestaan er vijf doorbraakprojecten, waarvan het bevorderen van diversiteit en inclusief werkgeverschap er een is (doorbraakproject 2).

Inclusieve Haven
Doorbraakproject 2 heeft een looptijd van 7 jaar (tot 2030) en richt zich op het bevorderen van diversiteit en inclusief werkgeverschap in het Haven Industrieel Complex (HIC) van Rotterdam. Het resultaat op lange termijn is een inclusievere haven waarin het volledige arbeidspotentieel wordt benut. Een haven waarin organisaties wendbaar en resultaatgericht kunnen werken en hun eigen organisatie kunnen verrassen én verrijken.

Een greep uit de acties die uitgevoerd zullen worden:

  • Het mobiliseren van het management in het HIC om zich actief in te zetten voor diversiteit en inclusie.
  • Het oprichten van een Community of Practice waarin leren wordt gefaciliteerd door organisaties en experts op gebied van diversiteit & inclusie samen te brengen, instrumenten aan te bieden en sessies te organiseren. Hierbinnen wordt samengewerkt met de partijen 010 Inclusief en Voor Goed Agency.
  • Het organiseren van strategiematchsessies waarin samen met organisaties wordt gekeken naar waar ze staan en welke koers ze willen varen op gebied van diversiteit en inclusie.
  • Het in beeld brengen van verhalen van mensen: zowel waar het goed gaat, als waar het nog schuurt.

Samen toekomst maken
De samenwerkende partijen willen bewegen naar ondernemen met impact, inspirerend inclusief zijn, intrinsieke motivatie losweken en aandacht hebben voor de mens achter de werknemer. Zij willen samen met de organisaties in het cluster deze beweging maken. Kortom, samen toekomst maken.

Diversiteit en inclusiviteit zijn belangrijke speerpunten in de Regionale Maritieme Agenda. Ook hier wordt werkgeverschap van de toekomst centraal gesteld. Meer weten? Lees er alles over vanaf bladzijde 30 in de Regionale Maritieme Agenda.

Maritime Delta Human Capital kaart

 

Wil je de kaart downloaden als pdf? Klik dan hier.

Femke Brenninkmeijer Maritime Delta

Femke Brenninkmeijer, CEO van NPRC: ‘Verduurzaming van de binnenvaart gaat over meer dan schone scheepsmotoren’

Toen afgelopen zomer de Ever Given het Suezkanaal blokkeerde, hield de wereld zijn adem in. In één keer was het maatschappelijke belang van de maritieme sector duidelijk. Van Femke Brenninkmeijer mag er nog veel meer publieke aandacht uitgaan naar transport over het water. ‘Op de waterwegen is nog zat ruimte en de binnenvaart is een duurzame vorm van transport.’

Na bijna twaalf jaar bij het Amsterdamse havenbedrijf maakte Femke medio 2020, vlak voor de tweede coronagolf, de overstap naar Rotterdam. Als CEO van binnenvaartcoöperatie NPRC zet ze zich in om de binnenvaartsector op de kaart te zetten. Dat doet ze onder meer door de aandacht te richten op innovatieprojecten en de waarde van de binnenvaart in de hele maritieme keten te laten zien.

Van kunstmest tot strooizout en suikerbieten
Iedere dag zijn er in Europa minimaal tweehonderd schepen onderweg in opdracht van NPRC, de grootste coöperatieve bevrachter in de Europese binnenvaart. Het ledenbestand van 145 binnenvaartondernemers vervoert samen ruim 14 miljoen ton vracht per jaar: van staal en ijzererts tot kunstmest en van strooizout tot suikerbieten, bouwmateriaal en biomassaproducten.

Ladingstromen en vaargebieden spreiden
NPRC heeft vijf kantoren: in Rotterdam, Antwerpen, Parijs, Duisburg en Mannheim. ‘Van daaruit zijn we actief in alle Noordwest-Europese zeehavens om de industrie in het achterland te bevoorraden’, vertelt Femke. De strategie van de organisatie richt zich daarmee op een spreiding in ladingstromen en vaargebieden. ‘Dat heeft enorm geholpen in de coronacrisis: we bleven gewoon doorvaren ondanks dat bepaalde markten meer inzakten dan andere. Ook voor de toekomst zorgen het internationale klantbestand en onze veelzijdige vloot voor stabiliteit.’

“Op de vaarwegen is nog zat ruimte.”
– Femke Brenninkmeijer, CEO van NPRC

Krachten bundelen
De coöperatievorm draagt eveneens bij aan de weerbaarheid van NPRC. ‘Dat vind ik zelf heel mooi’, zegt Femke. ‘We zijn een bundeling van familiebedrijven en doen het echt met elkaar. Dat is ook de reden dat de coöperatie is opgezet. Door de krachten te bundelen sta je als binnenvaartondernemer sterker dan alleen.’

Langetermijndoelen
De coöperatie heeft de nieuwe strategie vastgesteld, met een focus op de lange termijn. Duurzaamheid speelt daarin een grote rol. ‘Dat sluit ook aan op onze cultuur. Duurzaamheid gaat over rekening houden met de volgende generaties en met je medemens: onze leden, collega’s, familie. Daarom gaat verduurzaming van de binnenvaart wat ons betreft over veel meer dan de vraag of die motor wel schoon is.’

Modal shift
Om die langetermijndoelen te behalen is volgens Femke niet alleen samenwerking binnen de sector nodig, maar ook een maatschappelijke modal shift. ‘Vanuit de overheid mag er veel meer aandacht uitgaan naar de waterwegen als alternatief voor wegtransport. De Europese Unie deelt die ambitie en wil zoveel mogelijk bulk- en containerlogistiek van de weg verplaatsen naar het water. Op de vaarwegen is nog zat ruimte.’ Wat dat betreft kunnen we een voorbeeld nemen aan België, vindt ze. ‘Daar is de binnenvaart een speerpunt in het mobiliteitsbeleid en bestaat er een subsidieprogramma voor de bouw van een betere infrastructuur voor de binnenvaart.’

“Het binnenvaartschip op waterstof is een van de vele routes naar verduurzaming.”
– Femke Brenninkmeijer, CEO van NPRC

Binnenvaartschip op waterstof
Maar ook de Nederlandse overheid ontgaat het belang van de binnenvaart niet. Het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat kende dit jaar een flinke subsidie toe aan het consortium dat NPRC samen met chemiepartner Nobian en binnenvaartondernemer Harm Lenten vormt. De consortiumpartners ontwikkelen het eerste nieuwbouw waterstof-elektrisch aangedreven binnenvaartschip ter wereld. ‘Zo’n project kost veel tijd en energie’, reageert Femke. ‘Het vergt lef en samenwerking met de volledige keten. De subsidie bewijst het succes van die sectorbrede samenwerking.’

Routes naar verduurzaming
Het binnenvaartschip op waterstof is een mooie illustratie van ketenintegratie, maar een oplossing voor de lange termijn, benadrukt Femke. ‘Het is een van de vele routes naar verduurzaming. Er is nog veel meer mogelijk én nodig om de Nederlandse binnenvaartvloot – de grootste van Europa – te verduurzamen.’ Alternatieven zijn elektrisch varen, slimme logistieke oplossingen, biobrandstoffen en schone scheepsmotoren. Daar wordt in de sector al aan gewerkt. En met het consortium Topsector Logistiek ontwikkelt NPRC een CO2-monitor die klanten inzicht geeft in de uitstoot per transport. ‘Door slimmer samen te werken kun je met de monitor veel winst behalen. Bijvoorbeeld door leegvaart en retourvrachten inzichtelijk te maken en op basis daarvan slimmer te plannen.’

Datagedreven sector
Voor de langetermijnstrategie vindt Femke digitalisering een belangrijke ontwikkeling. ‘De logistiek is een datagedreven sector en NPRC loopt daarin ver voorop. In verschillende platforms verzamelen we data van de ruim tienduizend transporten die we jaarlijks uitvoeren. Met die gegevens kunnen we onze supplychain efficiënter inrichten en de keten nog transparanter maken. Met realtime data kun je bijvoorbeeld beter inspelen op verwachte wachttijden bij het laden en lossen. Die tijden maken we inzichtelijk als verlies in de keten. Zo verbeteren we de keten samen met de klant, stap voor stap en op basis van data.’

Van Amsterdam naar Rotterdam
Femke werkt inmiddels ruim een jaar in de Rotterdamse haven. ‘Het was wel wennen hoor, iedere ochtend de bordjes Feyenoord volgen’, zegt ze lachend. Maar helemaal nieuw was het niet: vanuit Amsterdam werkte ze al nauw samen met Rotterdamse collega’s. ‘Zeker voor het internationale plaatje is het slim om als grote havens samen op te trekken. Daarom heb ik nu nog steeds contact met de Amsterdamse haven, daar komen onze schepen ook.’

“In Rotterdam bestaat een vruchtbare samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisorganisaties.”
– Femke Brenninkmeijer, CEO van NPRC

Samenwerking tussen overheid en bedrijven
Het verschil tussen beide havens merkt ze vooral in de grootte en bekendheid. ‘Je hoeft niemand uit te leggen waarom de Rotterdamse haven er is, dit is waar het gebeurt. Het havencluster is heel benaderbaar, iedereen ademt trots en werkt echt vanuit een drive. De haven wordt bovendien omarmd door de overheid.’ Dat merkt ze onder meer aan de hechte contacten met de provincie en gemeente. ‘Daardoor ontstaat een vruchtbare samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisorganisaties als InnovationQuarter en de Erasmus Universiteit. Heel mooi om te zien hoe dat allemaal samenkomt.’

Hands-on, fysiek en onmisbaar
In haar antwoorden straalt Femke die drive zelf ook uit. ‘Het mooie aan dit werk is dat het niet ophoudt bij de grens. In havens komen mensen, ideeën en goederen samen. Heel inspirerend! De sector is ook heel hands-on: je ziet dagelijks de schepen, kranen en warehouses waar het om draait. De combinatie van die fysieke omgeving, het deel uitmaken van een internationaal geheel en de onmisbaarheid van de haven voor onze economie maken dit werk zo waardevol.’

Meer weten over duurzaam varen? Bekijk de website van NPRC.

Kansen en uitdagingen voor de superjachtsector

Net als in de Formule1 kunnen de nieuwste technieken in de superjachtensector doorgevoerd worden in andere sectoren!

Gezamenlijk webinar NMT RMSC Maritime Delta

Tijdens een van de eerste inhoudelijk webinar activiteiten van 2021,werd de focus door NMT, RMSC en Maritime Delta gelegd op de superjachten sector. Hein Velema van Marstrat startte met een overzicht van de sector, die aangaf dat de invloed van COVID-19 op de economie en specifiek in deze sector is gegroeid; Miljardairs zijn nog rijker geworden en jachten worden gezien eruit als een veilige plek om met familie te zijn. De “Pre-loved” superjacht markt is in de tweede helft van 2020 juist versneld gegroeid, evenals de orderportefeuille voor nieuwbouw.

Hein stelde het publiek de vraag Waarom denken we alleen aan bouwen van jachten terwijl er nog zoveel meer is in deze markt waar de regio mee aan de slag kan, zoals de maritiem zakelijke dienstverleners.
De operationele markt in deze sector, zoals de jaarlijkse kosten om een jacht in bedrijf te houden, zijn voor jachten erg groot. Hier kan de groot Rotterdamse regio ook haar aandeel in uitbreiden, het geeft genoeg kansen voor surveyors, toeleveranciers bij kleine reparaties etc.

Jachteigenaren zien dat hun imago verandert, en verdere verduurzaming in de sector kan juist helpen om dat imago te verbeteren. Economische noodzaak is niet direct de aanleiding om te vergroenen, maar deze doelgroep kan geënthousiasmeerd worden om bij refit te kiezen voor de Nederlandse superjachten sector, welke wereldwijd in de top 3 staat.

Een goede tool om het productieproces, jacht operational life, en einde levensduur inzichtelijk te maken is de life cycle assessment tool. Robert van Tol van Water Revolution Foundation vertelde dat dit belangrijk is om duurzaam refitten te optimaliseren.

Dennis Bravenboer (Hug Engineering) begon direct met een stelling, om zo het publiek te verleiden tot actieve deelname: Als NL dezelfde vooraanstaande positie voor refit wil verwerven als voor nieuwbouw, dan is het belangrijk dat gespecialiseerde toeleveranciers als een cluster al in een zeer vroeg stadium worden betrokken.
Het bouwen van een jacht is een lang traject,  zeker met geavanceerde systemen is het van belang om er vroeg bij te zijn. Een hecht cluster over de hele keten is daarom belangrijk.

Er zijn vele kansen voor de maritieme sector. Ten eerste, “nieuwere jachten” gaan ook graag terug voor onderhoud naar het land waar ze gebouwd zijn.  Als er in NL een combinatie gemaakt kan worden met de ‘Noordelijke Route’ en de plannen voor de Rijnhaven als Rotterdam Marina (link) uitkomen, kunnen er tijdens de winterstalling veel operationeel, onderhanden werk gedaan worden, en zijn de kleinere upgrades en reparaties weer wel interessant. De promotie van de regio in combinatie met de werven wordt dan een win-win situatie.

Daarnaast gaf Robert aan dat de jachtensector niet afhankelijk is voor innovatie van regelgeving maar probeert op de troepen vooruit te lopen. Als industrie is het juist goed om verder te gaan en nieuwste inzichten te delen. Net als in de Formule1 kunnen nieuwe technieken in de superjachten doorgevoerd worden in andere sectoren. Zowel de hybride aandrijvingen in Noordelijke fjorden worden belangrijker qua milieu overwegingen en ook de Middellandse Zee havens gaan kijken naar strengere regels. Daar kan onze sector nu al op in spelen door met de eigenaren zelf hoge standaarden te ontwikkelen en uit te venten.

Een van de aanbevelingen tijdens het webinar was te kijken naar de initiatieven in bijv Italië die te vinden zijn in de kleinere jachten markt (tot 500 GT) op het gebied van duurzaamheid – die doelgroep is genoodzaakt om sneller te schakelen, omdat er kleine technische ruimtes aanwezig zijn en ze vaker in serie bouwen, waardoor er gekozen moet worden voor duurzame opties ivm de lange levensduur van de innovatie.

Een vraag uit het publiek over concrete plannen voor een sustainable refit werf moest helaas nog ontkennend beantwoord worden, maar de sprekers gaan gezamenlijk hun best doen om dit verder te concretiseren.

Kort werd nog stilgestaan bij het talent, human capital, wat belangrijk zal blijven, en daar mag ook wel wat aandacht voor komen. Er zijn gespecialiseerde opleidingen, maar de innovatieve ontwerpen van bijv Feadship leiden maar mondjesmaat tot opdrachten – een goed onderwerp voor een volgend ideecafé hoe dit omgezet kan worden naar concrete opdrachten.

Te veel onderwerpen in te korte tijd, NMT, RMSC en Maritime Delta danken de sprekers en hopen u snel weer bij een volgend Ideecafé te mogen begroeten!

Linda Treuman
RSMC

Maritime Delta Student Challenge 2020

Covid-19 onderwijs impact en belang stages

Als gevolg van de Covid-19 pandemie is het fysieke (maritiem) onderwijs sinds medio maart abrupt gestopt. Met man en macht is het onderwijs overgeschakeld naar digitale lessen. Gelet op de omstandigheden is dit succesvol verlopen. Uiteraard heeft het wel wisselende impact op de diverse studenten. Jongens en meiden die bijvoorbeeld gewend zijn om veel met de handen te doen en dan een periode volledig te zijn veroordeeld tot digitale (theorie)lessen, maakt je niet erg blij. Gelukkig is er weer meer ruimte om meer en meer praktijk onderwijs op de opleidingslocaties uit te voeren. Een belangrijk onderdeel van veel maritieme opleidingen.

Het onderwijs doet er alles aan om studievertraging zoveel mogelijk te voorkomen en eventuele achterstanden in te halen. Voor de maritieme studenten die komend studiejaar op stage moeten is het van enorm belang dat er ook voldoende stageplaatsen door het bedrijfsleven worden aangeboden. Uiteraard begrijpt iedereen in het onderwijs dat ook bij het maritieme bedrijfsleven de gevolgen duidelijk merkbaar zijn van deze onzekere periode. Dat dit soms het beschikbaar stellen van stage- en afstudeerplaatsen in een ander daglicht kan zetten, is begrijpelijk. Toch is het de gezamenlijke uitdaging van onderwijs en bedrijfsleven om te zorgen dat studenten verder kunnen in hun ontwikkeling en stappen zetten in hun weg naar de maritieme sector.  Voldoende stage- en afstudeerplaatsen zijn daarin van wezenlijk belang, ook als dit soms betekent dat deze net iets anders ingericht moet worden dan gebruikelijk.