Duurzaamheid als kans: inzichten uit de ontbijtsessie circulariteit & digitalisering

Duurzaamheid biedt bedrijven niet alleen een noodzakelijke stap naar de toekomst, maar ook concrete economische kansen. Tijdens deze inspirerende sessie deelden experts praktische tools en voorbeelden om duurzaamheid succesvol te integreren in bedrijfsmodellen, zonder alles om te gooien.

Deze ontbijtsessie was onderdeel van de reeks ‘Digitalisering en circulariteit’ en werd georganiseerd door NMT, Maritime Delta en Digitalzh.

Sustainable Performance Monitor: inzicht en structuur

Albert Gast en Koos Kerstholt presenteerden de Sustainable Performance Monitor, een nieuwe managementtool die bedrijven ondersteunt bij het combineren van economische winst met ecologische en sociale waardecreatie. Het doel is om bedrijven te helpen circulaire processen te implementeren zonder hun bestaande businessmodellen volledig te veranderen. Hun boodschap was helder: “Je hoeft je eigen businessmodel niet om zeep te helpen om circulariteit toe te voegen aan je bedrijf.”

Circulariteit en digitalisering: kansen en uitdagingen

Nina Vielen van ECHT legde de nadruk op de kansen die ontstaan door circulariteit en digitalisering. Circulariteit draait om het hergebruiken van grondstoffen en het minimaliseren van afval. Innovaties in productontwerp en materiaalgebruik kunnen de CO2-uitstoot aanzienlijk verlagen. Een belangrijk punt: 80% van de CO2-voetafdruk van een product ontstaat bij de winning en verwerking van grondstoffen.

Digitalisering speelt hierin een sleutelrol, omdat transparante data inzicht geeft in verbeterpunten en duurzaamheidsresultaten zichtbaar maakt. Hoewel de overgang naar circulariteit gepaard gaat met uitdagingen, zoals complexe regelgeving, biedt het op de lange termijn een concurrentievoordeel.

Praktische toepassingen: succesverhalen uit de praktijk

Egbert Vennik van Hendrik Veder Group liet zien hoe duurzaamheid een waardevol businessmodel kan zijn. Door oude kabels te recyclen tot granulaat en klanten een dashboard met inzichten in besparingen te bieden, versterkte het bedrijf zijn concurrentiepositie. Door goed naar klantbehoeften te luisteren, ontwikkelden ze ook nieuwe diensten zoals onderhoudsservices en kortere levertijden.

Samenwerking en ketenopbouw

Daniel Biegel van Heerema benadrukte het belang van samenwerking in de keten. Met een interne marktplaats en standaardisatie van materialen verhoogde het bedrijf het hergebruikpercentage en verlaagde het de kosten. Door oude materialen opnieuw in te zetten in nieuwe projecten, draagt Heerema bij aan een circulaire en efficiënte keten.

Een oproep tot actie

De sessie maakte duidelijk dat duurzaamheid geen kostenpost hoeft te zijn, maar juist een bron van kansen en innovatie. Bedrijven die samenwerken, luisteren naar hun klanten en gebruikmaken van praktische tools zoals de Sustainable Performance Monitor, kunnen een voorsprong nemen in een veranderende markt. Duurzaamheid is niet langer een optie, maar een essentiële stap richting een toekomstbestendige bedrijfsvoering.

Hoe versterken we samenwerking op verschillende niveaus in de Maritime Delta?

De Sectoragenda op landelijk niveau, de koploperprojecten en de Regionale Maritieme Agenda voor het bestendigen van regionale samenwerking – wat draagt waar aan bij en waar kun je bij aankloppen als maritieme ondernemer? Onder de vlag van de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie werken bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen om innovatie en duurzaamheid naar een hoger niveau te tillen. De inzet? De maritieme industrie toekomstbestendig en internationaal concurrerend maken. En dat is niet zonder reden: als Nederland in de maritieme top wil blijven, zijn technologische doorbraken en innovatieve samenwerkingen hoognodig. In dit artikel geven we je antwoord op enkele van de belangrijkste samenwerkingsinitiatieven.

Innovatieve koplopers en technologieën in de keten

Een bezoek aan Buccaneer Delft en De Haas Maassluis B.V. (Shipyard) gaf onlangs een levendig beeld van de nieuwe technologieën en innovaties die worden ontwikkeld. Startups zoals Flying Fish en NextOcean spelen hier een sleutelrol. Flying Fish ontwikkelt bijvoorbeeld drones die zonder bemanning inspecties op zee kunnen uitvoeren, wat niet alleen veiliger, maar ook efficiënter en sneller is. Deze drones kunnen mogelijk de doorlooptijd van onderhoudswerkzaamheden met 30% verkorten, een doorbraak in de huidige keten.

NextOcean werkt aan voorspellende technologieën die golven en weersomstandigheden nauwkeuriger kunnen inschatten. Hiermee kunnen rederijen niet alleen veiliger navigeren, maar ook brandstof besparen door routes optimaler te plannen.

Versnellen, dat doen de koploperprojecten uit de Sectoragenda maritieme maakindustrie ook. Eén van die projecten is ‘Werf van de Toekomst’, waar ook De Haas Shipyards een grote rol in speelt. De focus ligt hier op de ontwikkeling van een toekomstgerichte werf die zorgt voor 10-15% verlaging van bouwkosten en waardebehoud van materialen. Met steun van gedeputeerde Arne Weverling van de Provincie Zuid-Holland en maritiem gezant Kees van der Staaij willen we met dit bezoek de sector vanuit de regio benaderen en de ontwikkelingen vanuit het Rijksregiebureau voor de maritieme maakindustrie op de agenda zetten.

Het Rijksregiebureau: een nieuwe koers

Een ander belangrijk aspect van de Sectoragenda is het streven naar betere coördinatie op rijksniveau. De maritieme sector is traditioneel verdeeld over verschillende ministeries, wat voor versnippering en een gebrek aan focus zorgt. Met de oprichting van het Rijksregiebureau voor de maritieme maakindustrie op 1 oktober dit jaar, bundelen de betrokken ministeries hun kennis en krachten om de sector effectiever te ondersteunen. Dit nieuwe coördinatiebureau moet ervoor zorgen dat de maritieme maakindustrie niet alleen nationaal, maar ook internationaal sterker uit de verf komt en beter kan inspelen op de snel veranderende markten.

Welke initiatieven zijn er zoal?
We presenteren graag een aantal actieve regelingen. De pagina financieringsinstrumenten geeft een compleet beeld van de actieve regelingen, subsidietrajecten en investeringsfondsen. 

  • Subsidieregeling maritieme innovatieprojecten: deze regeling is voor samenwerkingsverbanden en de gezamenlijke partijen moeten in ieder geval werken aan producten en diensten voor de maritieme maakindustrie. Einddatum: 30 januari 2025.
  • Maritieme Innovatie Impuls Projecten: De MIIP zijn bedoeld om maritieme innovaties een financieel impuls te geven door het co-financieren van een eerste haalbaarheidsonderzoek en om samenwerking binnen de maritieme sector te bevorderen. Einddatum: 10 januari 2025.
  • IRO, TKI Offshore Energy & InnovationQuarter: Leveren met het koploperproject “Robotisering wind op zee” een concrete bijdrage aan de ontwikkeling en implementatie van robotisering in offshore energie.

Met projecten als de Werf van de Toekomst, innovatieve startups in de keten, nieuwe samenwerkingsverbanden op nationaal niveau en de vernieuwde Regionale Maritieme Agenda zet de Nederlandse maritieme maakindustrie nu stevig in op een duurzame koers. Voor wie zelf wil bijdragen en ideeën heeft om de ontwikkelingen te versnellen: meld je aan bij Leandra Gouw en Tjarco Wassink

CMT International presenteert ‘s werelds eerste circulaire methode voor veilige scheepsontmanteling

Op 12 december 2024 demonstreerde het consortium CMT International ’s werelds eerste circulaire en milieuvriendelijke methode voor veilige scheepsontmanteling bij partner Huisman in Schiedam. CMT ontwikkelde het prototype samen met Huisman, wat diens locatie in Schiedam de aangewezen plek maakte om de draadzaagtechnologie te demonstreren. Een draadzaag werd eerder succesvol gebruikt bij scheepsberging onder water. Voor een groot en internationaal publiek toonde het prototype van 9 meter breed en 6 meter hoog aan dat de technologie ook op land toepasbaar is. Nu het bewijs is geleverd dat de techniek niet alleen circulair en veilig is, maar ook praktisch inzetbaar, zullen zich naar verwachting de nodige nieuwe investeerders en partners melden.

24 jaar geleden stond ondernemer Frank Geerdink op een strand in India. Overal waren slopers bezig honderden afgedankte zeeschepen handmatig te ontmantelen. Menselijk en ecologisch onacceptabel, vond hij. Dat moment legde de basis voor Circular Maritime Technologies.

Kort samengevat bestaat de CMT Diacutron uit een speciaal ontworpen draadzaag die afgedankte zeeschepen in plakjes snijdt. Alhoewel, ‘plakjes’… Het gaat hier om een 40 meter hoge machine die schepen in 90 minuten in delen van 150 tot wel 300 ton snijdt. Volledig circulair, veilig én schaalbaar. Kortom, een innovatie met potentie om de industrie te transformeren.

Van passieproject naar startup

Frank voorzag met zijn circulaire werf een werkbare oplossing voor het groeiende wereldwijde probleem van het ontmantelen van afgedankte zeeschepen. Jarenlang werkte hij met enige regelmaat aan zijn passieproject, tot hij in 2015 besloot zijn ideeën tot uitvoer te brengen. De toenemende vraag naar schoon, hoogwaardig staal bood een unieke kans. Om die te pakken, had hij wel hulp nodig. Die was niet ver te zoeken: zijn aanstekelijke enthousiasme en sterke concept sloegen aan, zowel bij visionairs als investeerders.

Made in Holland

Zo kwam venture building studio Enviu aan boord van het consortium. ‘Toen Frank ons benaderde met zijn visie, zagen we direct hoe goed die aansloot bij onze werkwijze’, vertelt Daniël Moolenburgh, venture builder bij Enviu. De organisatie ontwikkelt bedrijven om sociale en milieuproblemen aan te pakken en markten duurzaam en blijvend te transformeren. Binnen het consortium combineert Enviu technologieën en strategieën die de scheepssloopsector voorgoed kunnen veranderen.

Ook InnovationQuarter speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van CMT. Denk aan toegang tot het omvangrijke netwerk van de organisatie en ondersteuning bij financierings- en subsidieaanvragen, waaronder een subsidie van Kansen voor West. ‘Zonder InnovationQuarter waren we hier dus niet geweest’, zegt Frank. Volgens Daniël is deze brede support onmisbaar: ‘Ze zijn actief, betrokken en hebben expertise in huis die echt verschil maakt.’ Mede hierdoor blijft CMT stevig verankerd in de regio; de eerste circulaire werf moet in Rotterdam komen. ‘Met ons adagium Made in Holland laten we zien hoe technologie problemen omzet in kansen, gewoon hier in Nederland.’

‘Een brood snijd je toch ook eerst in plakjes voordat je het opeet?’

– Frank Geerdink, oprichter en managing director CMT International

Volledig circulair

Frank legt het idee achter de CMT Diacutron eenvoudig uit: ‘Vergelijk het met een brood. Dat snijd je toch ook eerst in plakjes voordat je het opeet?’ Met een shiplift wordt het afgedankte schip uit het water gehaald en op een vloeistofdichte ondergrond geplaatst. Dit voorkomt dat schadelijke vloeistoffen weglekken. Vervolgens snijdt een gigantische draadzaag in 90 minuten een plak van 150 tot 300 ton van het schip. Die wordt in blokken gezaagd en gescheiden in vier categorieën: staal, non-ferrometalen, organische materialen en restmaterialen.

Afvalmaterialen worden ter plekke verwerkt. ‘In zo’n schip zit werkelijk van alles: motoren, leidingen en zelfs complete slaapkamers.’ Een deel van de afvalstroom wordt via een pyrolytisch systeem omgezet in waterstof. ‘Die stoppen we in een brandstofcel die de werf van energie voorziet. We zijn echt volledig circulair. Niets van waarde gaat verloren.’ De aanpak combineert efficiëntie dus met duurzaamheid, waarmee CMT niet alleen een milieuprobleem oplost, maar ook een nieuwe standaard zet in de wereld van scheepsontmanteling.

Concurrerend met lagelonenlanden

CMT onderscheidt zich volgens Daniël door drie krachtige pijlers: circulariteit, veiligheid en concurrentie. Meteen vanaf het begin stond de hoogste graad van circulariteit centraal: ‘Alleen dan kun je écht impact maken.’ Alle onderdelen van een schip krijgen een zo hoogwaardig mogelijke bestemming. Het gerecyclede staal is van een kwaliteit die elders niet verkrijgbaar is. Hiermee biedt CMT een unieke meerwaarde voor de staalindustrie.

‘Een zeeschip van 200 meter wordt binnen een week verwerkt tot schone staalplaten.’

– Daniël Moolenburgh, venture builder bij Enviu

Verder is het proces volledig geautomatiseerd. Medewerkers kunnen op veilige afstand werken en komen niet in contact met gevaarlijke stoffen en materialen. Die worden direct opgevangen en verwerkt – zonder schade aan de natuur. Automatisering zorgt daarnaast voor enorme efficiëntie. ‘Een zeeschip van 200 meter wordt in binnen een week verwerkt tot schone, platte platen staal. We kunnen dus snel werken en daarmee concurreren met lagelonenlanden’, legt Daniël uit. Deze combinatie van duurzaamheid, veiligheid en snelheid biedt een toekomstgerichte oplossing voor de scheepssloopproblematiek.

Op weg naar circulaire maritieme industrie

Daniël kijkt met enthousiasme terug op de demonstratie van het prototype. ‘Er was een mooie mix aan huidige en potentiële partners en financiers aanwezig, naast een stevige bestuurlijke delegatie. De sfeer was energiek en positief. Dat was al zo bij de presentatie van Huisman en CMT, waar bleek dat gelegenheid en noodzaak nu mooi samenkomen. Bij de demonstratie werd dat enthousiasme alleen maar bevestigd, want de geslaagde test bewijst dat verandering ook daadwerkelijk mogelijk is. We hopen dat we die positieve energie kunnen omzetten in de volgende concrete stappen voor CMT, op weg naar een circulaire maritieme industrie.’

Standaard voor de toekomst

Frank ziet een toekomst vol kansen. Naar verwachting moeten in 2030 meer dan 2.000 zeeschepen per jaar ontmanteld worden. ‘We kunnen in Europa nog maar een fractie daarvan aan. Maar CMT-werven bieden het begin van een oplossing.’ Hij verwacht dat de demonstratie deuren opent naar een eerste werf in Nederland én meer internationale samenwerkingen. ‘We hebben al interesse vanuit Japan. CMT is niet langer de droom die begon op dat Indiase strand, maar een haalbare standaard voor de toekomst.’

Meer weten over CMT International of geïnteresseerd in een samenwerking? Neem contact op met Leandra Gouw.

Jong Haventalent 2024 over haar afgelopen jaar

‘Je kan niet in één jaar de hele wereld veranderen’

Jong Haventalent 2024, Charlotte Janssen, over haar afgelopen jaar. Lees meer

Van Oord windpark Maritime Delta

Doe mee met MIIP – innovatie in de maritieme sector

Innovatie begint vaak met een idee. Maar wat als dat idee niet beperkt blijft tot jouw organisatie, maar impact kan hebben op de hele sector? Met een MIIP haalbaarheidsonderzoek kun je jouw maritieme innovatie een flinke boost geven!

MIIP, oftewel Maritieme Innovatie Impuls Projecten, biedt bedrijven in de maritieme sector de kans om hun innovatieve ideeën te testen en haalbaarheidsonderzoek te doen, ondersteund door een financiële bijdrage. Deze steun is perfect voor frisse ideeën die nét dat extra duwtje in de rug nodig hebben om werkelijkheid te worden.

Vier thema’s voor innovatie

Om in aanmerking te komen voor een MIIP haalbaarheidsonderzoek, moet jouw project passen binnen een van de vier thema’s die de toekomst van de maritieme sector vormgeven:

1. Towards Zero Emissions

De vraag naar emissieloze schepen zal de komende jaren toenemen. Dit vraagt om innovaties zoals alternatieve brandstoffen, nieuwe voortstuwingssystemen en energiebesparende technologieën. Door samen te werken aan deze oplossingen, kunnen we bijdragen aan een duurzamere maritieme toekomst.

2. Digital and Autonomous Shipping

Digitalisering en autonome scheepvaart worden steeds belangrijker voor een veilige en duurzame toekomst. Naarmate het aantal schepen blijft groeien, spelen digitale en autonome technologieën een cruciale rol bij het verhogen van de veiligheid en efficiëntie van de scheepvaart.

3. Safety and Security

De maritieme infrastructuur is vitaal voor de Nederlandse en Europese samenleving. Innovaties op het gebied van veiligheid en beveiliging zijn essentieel om onze mensen, goederen en belangen veilig te houden. Technologieën die de kwetsbaarheid van havens en schepen verminderen, zijn van groot belang.

4. Blue Growth

De vraag naar duurzame economische groei op zee blijft toenemen. Blue Growth draait om het in balans brengen van economie en ecologie, waarbij de impact op ecosystemen zoveel mogelijk beperkt blijft. Innovaties zoals drijvende windturbines en zonnepanelen in dieper water, voortbouwend op ervaring met offshore wind in ondiep water, zijn mooie voorbeelden van hoe we groei en duurzaamheid kunnen combineren.

Dien jouw projectvoorstel in!

Jaarlijks roept NML in het najaar op om MIIP projectvoorstellen in te dienen. Dit jaar heb je tot vrijdag 10 januari 2025 de kans om jouw projectvoorstel in te dienen. Alle partijen in de maritieme sector, ongeacht of zij lid zijn van NML, kunnen deelnemen. Dit zorgt ervoor dat goede ideeën de kans krijgen om zich te ontwikkelen, ongeacht het netwerk waaruit ze afkomstig zijn.

Meer weten of meedoen?

Wil je meer weten of meedoen? Neem contact op met Leandra Gouw. Direct een projectvoorstel indienen kan hier.

 

Nieuwe gezichten bij Maritime Delta: Tjarco en Leandra over hun visie en plannen

Halverwege de zomer zijn Tjarco Wassink en Leandra Gouw aan boord gestapt van Maritime Delta, als interim Strategisch Programmacoördinator en Business Developer onder de vlag van InnovationQuarter. Maritime Delta geeft uitvoering aan de Regionale Maritieme Agenda, organiseert samen met haar partners activiteiten en zet in op samenwerkingsverbanden om ervoor te zorgen dat de maritieme sector in Zuid-Holland voorloper is en blijft. Het duo heeft al een groot aantal mensen gesproken en de regio verkend. Nu vragen we hen naar hun ervaringen. Wat is hun opdracht precies en waarom is dit zo van belang voor de sector? Hoe denken zij over de Regionale maritieme agenda en waar ligt het accent de komende tijd?

Jullie zijn net begonnen en hebben vast al een indruk gekregen van de vele clusters in Zuid-Holland. Hoe kan Maritime Delta hier een rol in spelen?

Tjarco: De grootschaligheid en diversiteit van het maritieme cluster in Zuid-Holland is uniek, met enorm veel kansen. Daarvan ben ik echt onder de indruk. Net als van de verscheidenheid aan initiatieven op sectoraal en op gemeentelijk niveau. Je merkt dat de maritieme sector in Zuid-Holland echt leeft. Tegelijkertijd is er op nationaal niveau ook veel aandacht voor de maritieme industrie. In die context kan Maritime Delta dankzij zijn onafhankelijke positie een verbindende en op samenwerking gerichte rol kan spelen. Zo draagt Maritime Delta bij aan de kracht van de maritieme sector en aan de uitdagingen die gemeente- of sectorale grenzen overstijgen.

Leandra: Wat ik fantastisch vind aan deze regio is dat het complete cluster hier te vinden is: van maakindustrie, tot offshore, tot logistiek en services. Dat maakt deze regio in mijn ogen uniek. Sinds ik bij Maritime Delta ben begonnen, heb ik deze clusters beter leren kennen. Hoewel ze elkaar al goed weten te vinden, kan de samenwerking beter, en ik hoop dat Maritime Delta hieraan kan bijdragen.

Jullie zijn ingestapt op het moment dat zowel Edward Gilding als Femke Brenninkmeijer vertrekken. Waar denken jullie op voort te kunnen bouwen?

Tjarco: Dankzij de inzet van Edward en Femke vormt de Regionale maritieme agenda het fundament onder belangrijke thema’s zoals innovatie, diversiteit en energietransitie. Daarop kunnen we voortbouwen waarbij Maritime Delta een aanjagende rol speelt.

Leandra: In de afgelopen jaren is Maritime Delta een begrip geworden. Het heeft een stevige basis met een prachtig netwerk waarin je veel kunt brengen of halen. Ik hoop dat voort te kunnen zetten, samen met Tjarco. Echter, Maritime Delta is een doel, geen middel. Het doel van Maritime Delta is de regionale mkb-bedrijven in de maritieme sector te ondersteunen en te helpen met innoveren. Dit hopen we dan ook te kunnen voortzetten, samen met overheid, onderwijs en de organisaties. De triple helix in de puurste vorm.

Wat vind je tot nu toe van Maritime Delta en de Regionale maritieme agenda?

Tjarco: De boodschap is duidelijk: er is werk aan de winkel. Daar kunnen we niet omheen. Wat ik ook sterk vind, zijn de vele overeenkomsten tussen de Regionale maritieme agenda en de Sectoragenda voor de maritieme maakindustrie van Marja van Bijsterveldt. Beide agenda’s geven richting aan wat we moeten doen voor een sterke en toekomstbestendig maritiem cluster in Zuid-Holland. In die missie kan Maritime Delta een trekkende rol spelen. Ik zie namelijk bij alle stakeholders echt bevlogenheid met de thematiek van beide agenda’s. Ook het breed vertakte netwerk waarin Maritime Delta een onafhankelijke positie inneemt, maakt een trekkende rol van Maritime Delta mogelijk.

“Ook het breed vertakte netwerk waarin Maritime Delta een onafhankelijke positie inneemt, maakt een trekkende rol van Maritime Delta mogelijk.”

Leandra: Ik heb veel bewondering voor degenen die het programma hebben opgezet en begeleid. De Regionale Maritieme Agenda staat bol met ambities en was ook een van de eerste documenten waarin een stip op de horizon gegeven werd, gedragen door ondernemers, overheid en onderwijs. Dat is heel bijzonder voor de sector waarin vaak aan de korte termijn gedacht wordt.

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij de doorontwikkeling van Maritime Delta?

Tjarco: We zitten op dit moment nog volop in een verkennende fase. Het is daarom te vroeg om over de volle breedte conclusies te kunnen trekken. Wat we wel zien, is dat het maritieme cluster in Zuid-Holland zeer versnipperd is. Om de missie van de regionale- en sectoragenda volledig te realiseren, is er behoefte aan versterkte samenwerking en een grotere gezamenlijke slagkracht. Het is positief dat zowel de industrie als de overheid dit onderkennen en oproepen tot meer samenwerking.

Leandra: Voor mij is dit dat de ondernemer centraal moet staan. Daarvoor is Maritime Delta opgericht. Ik wil vooral de mkb-bedrijven in de regio helpen met innoveren. Ook zou ik graag een verdieping willen zien in de huidige thema’s van de agenda. Een aantal onderwerpen zijn globaal beschreven en aangestipt in de afgelopen jaren. Nu, met alle nationale ontwikkelingen, heeft Maritime Delta ruimte om concreter te worden voor de ondernemers. Daarnaast vind ik het belangrijk om samen te werken met NML, NMT en andere soortgelijke organisaties.

“Voor mij is dat de ondernemer centraal moet staan.”

Tjarco en Leandra werken met een heldere focus aan de doorontwikkeling van Maritime Delta: het ondersteunen van mkb-bedrijven bij innovatie en samenwerking binnen de maritieme sector. Door het verbinden van ondernemers, kennisinstellingen en overheden willen zij de sector verder versterken en concrete meerwaarde bieden. Of het nu gaat om nieuwe samenwerkingsverbanden, kennisuitwisseling of gerichte ondersteuning, Maritime Delta blijft actief om de mkb-bedrijven in Zuid-Holland verder te helpen.

Heeft jouw bedrijf een initiatief dat aansluit of wil je meedenken? Neem contact op met Tjarco of Leandra om samen de mogelijkheden te verkennen.

Mail ons

Dit contactformulier is gedeactiveerd omdat u weigerde de Google reCAPTCHA-service te accepteren die nodig is om alle berichten die door het formulier worden verzonden, te valideren.

‘We zijn maritiem leiderschap aan het vormgeven’

Crest Collective houdt maritiem professionals spiegel voor met leiderschapsprogramma’s

De maritieme sector is volop in beweging, maar persoonlijk leiderschap krijgt vaak niet de aandacht die het verdient. Crest Collective biedt maritieme professionals de kans om bewust stil te staan bij hun carrière en de volgende stap te bepalen. Of je nu aan het begin van je loopbaan staat of al 20 jaar ervaring hebt: iedereen kan er terecht. Crest Collective creëert een moment van reflectie en helpt deelnemers in beweging te komen, zowel voor zichzelf als binnen hun organisatie. Volgens Seriena Bal en Whitney Reemers-Stout van Crest Collective is het de bedoeling om vanuit een klein idee iets te bouwen dat mensen verder brengt. “Het gaat altijd over persoonlijk leiderschap en persoonlijke ontwikkeling,” zegt Seriena. “En dat is juist iets waar de maritieme sector niet automatisch alle pijlen op richt.”

Seriena Bal (L) en Whitney Reemers-Stout (R)

Ontstaan van Crest Collective

De maritieme industrie staat bekend om haar innovatieve en technologische vooruitgang, maar wordt ook geconfronteerd met de uitdaging om haar medewerkers voortdurend te ontwikkelen en op te leiden. Crest Collective speelt in op deze behoefte en vormt sinds 2022 een nieuwe beweging binnen de sector. Het initiatief is ontstaan uit de samenwerking tussen EBZ, de Gemeente Schiedam en vier toonaangevende bedrijven in Schiedam – GustoMSC, Huisman, Jumbo en Mammoet. Deze bedrijven realiseerden zich dat, om hun sterke positie in een steeds concurrerender wereld te behouden, technische kennis alleen niet voldoende was. Daarom besloten ze gezamenlijk een plan op te stellen. Zo werd Crest – Personal Leadership Collective opgericht, met steun van Maritime Delta, een kwartiermakersmakersbijdrage vanuit de Provincie Zuid-Holland en subsidie vanuit het Human Capital-programma.

De drie leiderschapsprogramma’s

Crest biedt drie programma’s aan die zijn afgestemd op verschillende behoeften binnen de sector:

  1. Personal Leadership: Gericht op individuen die zich willen voorbereiden op toekomstige stappen in hun carrière. Het programma helpt deelnemers om doelgerichte keuzes te maken, hun rol beter vorm te geven en hun invloedssfeer te vergroten.
  2. Collaborative Leadership: Voor hen die leidinggeven of werken met verschillende interne en externe disciplines. Dit programma helpt hen om hun rol beter te begrijpen, hun (zelf)vertrouwen te vergroten en te ontdekken hoe ze werk en relaties beter kunnen organiseren en aansturen.
  3. Thought Leadership: Dit programma is voor specialisten, consultants en experts. Het programma helpt hen na te denken over de invulling van hun verdere carrière, anderen te enthousiasmeren over hun vakgebied en te onderzoeken op welke gebieden ze een bijdrage kunnen leveren.

Seriena ziet persoonlijk leiderschap binnen technologische en innovatieve bedrijven nog te weinig de boventoon voeren.  “Met Crest richten we ons met name op het MKB, waar het behoud en de ontwikkeling van medewerkers cruciaal is.”

Waar gaat het vaak mis?

Bij de groei van innovatie of technologie speelt persoonlijk leiderschap een cruciale rol. Vaak gaat het moeizaam binnen technische teams doordat persoonskenmerken of eigenschappen van het team niet goed op elkaar aansluiten. Bedrijven blijven soms te lang focussen op de techniek, omdat daar de groei lijkt te zitten. Echter, de echte uitdaging ligt in het zorgen voor een goed functionerend team, zegt het duo.

De uitdagingen van verschillende doelgroepen

De vraagstukken zijn uiteenlopend, variërend van de overtuigde professionals die azen op de hoogste functie binnen het bedrijf tot de ervaren engineer op zekere leeftijd. “Bijkomende moeilijkheid is het bereiken van medewerkers die zich al 10-15 jaar uitsluitend op technische kennis hebben gefocust. Vaak rond hun 45ste realiseren zij zich dat ze expert zijn binnen hun vakgebied, maar vragen zich af wat ze daarmee nog meer kunnen doen. Soms missen ze de aansluiting bij minder ervaren of minder gespecialiseerde collega’s en managers.

Op een wat latere leeftijd raken ze geïnteresseerd in persoonlijke ontwikkeling, maar vanuit het bedrijf wilden ze daar eerder niets mee. “Ze zijn toch goed in hun vakgebied”, is dan de gedachte. Whitney: “We hebben het hier over een specialist, die lange tijd alleen maar technische kennis op wilde doen, maar nu nadenkt over de verdere invulling van zijn/haar carrière. Thought leadership wordt steeds belangrijker, vooral wanneer oudere werknemers zien dat jongere collega’s hen beginnen te vervangen en ze zich afvragen hoe ze hun kennis moeten overdragen.”

Een beweging binnen de organisatie

Het unieke van Crest is de focus op de maritieme industrie en het creëren van gemeenschappen binnen de industrie. “Het gaat om een lifetime traject van 9 maanden per programma, waarbij deelnemers voortdurend worden uitgedaagd om te reflecteren en te sparren met peers van andere bedrijven,” zegt Seriena. Dit continue leerproces zet een nieuwe beweging in gang binnen jezelf en je organisatie. “De hele filosofie erachter is dat meerdere mensen uit het bedrijf een Crest programma volgen of hebben gevolgd. Zo kom je in een omgeving waarin 10 anderen in het bedrijf ongeveer hetzelfde traject hebben doorlopen. Ook na die 9 maanden organiseren we bijeenkomsten of groepen zoeken elkaar op, ze kunnen vragen stellen en met elkaar blijven sparren. Je wordt af en toe getriggerd om te reflecteren, ‘waar wilde ik ook alweer aan werken’ en dat pak je weer met peers op.”

In plaats van vaststaande methodes of kant-en-klare tips, helpt Crest deelnemers om stil te staan voor zelfreflectie, door zelf opzoek te gaan naar antwoorden, hierdoor ontstaan vaak verrassende inzichten. Dit proces gebeurt binnen een groep van 11 anderen, wat een dynamiek creëert waarin men elkaar ondersteunt en uitdaagt. Bijvoorbeeld, een teamleider kan ontdekken waarom moeilijke gesprekken worden vermeden en hoe dit kan worden aangepakt. “Vaak gaat het om de invloedssfeer van de deelnemer, die groter blijkt te zijn dan gedacht.”

Koppeling Maritiem Leiderschap

Innovatie, diversiteit, modern leiderschap, samenwerking… Waar heeft de maritieme sector nu het meeste behoefte aan? “Waarschijnlijk een beetje van alles. Het zijn de menselijke aspecten die meer aandacht nodig hebben,” stelt Seriena. “We bewegen weg van een conservatieve sector die draait om IQ en command & control. We verschuiven naar EQ, dienend leiderschap en ‘jezelf meenemen’ naar je werk. Crest draagt bij aan een toekomstbestendige, aantrekkelijke maritieme sector.”

Reflecteren om te leren – doe mee

Crest organiseert regelmatig workshops op maat en lunches, zo ook in het najaar in samenwerking met Young IRO en Young NMT. Jonge professionals een inkijkje krijgen in dit waardevolle leertraject en worden geïntroduceerd met persoonlijk leiderschap. Dit initiatief zorgt ervoor dat de maritieme sector voorbereid is op de uitdagingen van de toekomst, met goed zelfbewuste medewerkers en gemotiveerde leiders aan het roer. Whitney: “We werken met grote bedrijven zoals GustoMSC, Mammoet en Ulstein en ook met MKB zoals HEBO, The Offshore Partners en Jack-up Barge. Waar de grote partijen vaak een batterij aan L&D/HR mensen in dienst hebben, helpen wij juist ook MKB bedrijven die aandacht willen geven aan persoonlijke ontwikkeling maar daar geen specifieke afdeling voor hebben. Juist het MKB is echt gebaat bij het behouden en ontwikkelen van hun mensen.”

Whitney en Seriena hebben wekelijkse momenten om een kwartiertje te bellen over jouw persoonlijke ontwikkelingsvraag. Neem contact op via whitney@crestcollective.nl. Wil jij meedoen of je eigen inzichten delen over Human Capital, persoonlijk leiderschap en ontwikkeling? Meld je dan bij hello@crestcollective.nl.

Maritime Sisters op het Maritiem Innovatie Diner

Maritiem circulaire pioniers in actie: ‘En of we complete schepen kunnen herfabriceren!’

“In Nederland bouwen wij de beste ontmantelbare schepen.” Dat is een vernieuwende stip op de horizon voor een sector die tot voor kort zei: ‘in Nederland zijn wij scheepsbouwers en geen slopers.’ Maar met het oog op toenemende internationale spanningen, stevige concurrentie en steeds schaarser wordende materialen moet het roer echt om. Sterker nog, om de bouw van strategische schepen in Nederland te behouden, moeten we 10-15% goedkoper worden. Dit blijkt uit de onlangs gepresenteerde Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Circulair denken gaat daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Dankzij circulaire principes kunnen we namelijk niet alleen de levensduur, maar ook de business case van schepen en individuele componenten optimaliseren én behouden we essentiële grondstoffen. Zo krijgen ‘de beste ontmantelbare schepen’ ineens een heel andere betekenis.

Maritime Sisters, Marjolein en Sylvia Boer, sinds jaar en dag in nauw contact met de sector, maken van hun hart geen moordkuil: “Je mag toch hoge ambities hebben? Wat is er mis mee om te zeggen dat we over tien jaar minimaal één werf hebben die (hoogwaardig) kan ontmantelen en dat we misschien zelfs wel hele schepen kunnen herfabriceren.” Het ‘zendelingenwerk’, zoals de Sisters dat zelf noemen is aangevangen met een verkenning in samenwerking met BlueCity in opdracht van de Provincie Zuid-Holland, waarvoor ze zo’n 30 verschillende partijen uit de maritieme sector hebben gesproken. De ambitieuze stip op de horizon is het resultaat van die gesprekken. Van zendelingenwerk naar actie is nu het doel, want circulariteit kan dus een belangrijk vliegwiel zijn voor uitdagingen in de sector. Genoeg kansen wat dat betreft. Al zijn er ook de nodige hindernissen. Maar het belangrijkste; er is interesse en energie bij de bedrijven. Maritime Sisters en BlueCity zijn inmiddels aan de slag met een groep ‘maritiem circulaire pioniers.’

Maritime Sisters op het Maritiem Innovatie Diner

Met een blik op vernieuwing voor een duurzame maritieme toekomst brengen ze een nieuw elan in de sector en tonen ze daadkracht door hun tanden te zetten in onderwerpen die belangrijk zijn voor de toekomst. Met hun partner BlueCity zijn ze afgelopen jaar in de ‘circulaire kansen voor maritiem‘ gedoken en organiseren ze nu werksessies om bedrijven bewust te maken van de mogelijkheden en voordelen van circulair ondernemen en deze om te zetten in concrete kansen. Doel is om voorlopers (verder) in het zadel te helpen door ketenpartners en stakeholders aan te haken en te concretiseren hoe je er ‘een goede boterham mee kunt verdienen.’ Door relevante partijen samen te brengen en overkoepelende agenda’s zoals de Sectoragenda en de Regionale Maritieme Agenda te betrekken knopen ze de belangen vervolgens handig aan elkaar vast. “Dit doen we vaker in samenwerking met o.a. Maritime Delta, de provincie Zuid-Holland en Gemeente Rotterdam, om alle koppen bij elkaar te krijgen en echt impact te maken.”

Vijf cases, één missie

Circulaire projecten van de grond krijgen in alle fasen van de levensduur van een schip én aantonen dat je hier een (goede) boterham mee kunt verdienen “want dan gaan er meer partijen volgen.” Dat is de missie. Vijf cases stonden centraal in de twee eerste werksessies. Deels komen deze cases voort uit de gesprekken die zijn gevoerd voor de verkenning en deels omdat partijen zich naar aanleiding van het resultaat pro-actief hebben gemeld.

Radicaal minder kabels

Een voorbeeld van zo’n partij is Alewijnse, een elektrotechnisch systeemintegrator. Het bedrijf verkent inmiddels met een aantal ketenpartners hoe ze het aantal kilometers kabel aan boord van schepen kunnen verminderen. Het huidige gebruik van kabels in schepen is zo groot dat alleen al Alewijnse anderhalve keer de wereld zou kunnen omcirkelen met de hoeveelheid door hen geïnstalleerde kabels. Minder kabels betekent minder materiaalgebruik, minder kosten, minder gewicht en heel belangrijk: een kleinere ecologische voetafdruk. Kabels worden immers veelal gemaakt van koper. Denk eens aan een complex offshore schip; de hoeveelheid kabels aan boord is gigantisch. “Zelfs in een ‘relatief eenvoudig loodsbootje’ zit al snel twintig kilometer aan kabel. Als dit aantal gereduceerd kan worden, besparen we niet alleen direct materiaal en kosten, maar ook gewicht en daarmee brandstof.” Een no-brainer zou je zeggen, maar toch is het niet makkelijk om dit te veranderen, geeft Marjolein aan. “Leveranciers schrijven een bepaalde hoeveelheid kabel voor bij de systemen of equipment die ze leveren maar niemand bekijkt dit integraal. Systeemintegratoren die dit wél kunnen worden vaak niet in het ontwerpproces betrokken, daar gaan we in dit project verandering in brengen.” Samen met BlueCity selecteerden Sylvia en Marjolein vijf van dit soort cases om écht stappen mee te maken. Ze kijken wat het struikelblok is, wat en wie er vervolgens nodig zijn en hoe de partijen in de keten kunnen aansluiten.

Volledig herfabriceren van componenten en op termijn zelfs schepen?

Want zonder keten geen zaken. Dit begrijpt AEGIR-Marine als geen ander. Dit bedrijf heeft de ambitie om een tunnel thruster, een grote schroef achteraan het schip, volledig te ‘remanufacturen’ oftewel herfabriceren. Deze thruster is twintig jaar oud, maar AEGIR wil deze terugbrengen naar nieuwstaat en ook als nieuw certificeren. “Hij is dan wel 40-60% goedkoper, en je bespaart zowel materialen als de impact op de omgeving, oftewel de ‘ecologische footprint’ met zo’n 60-80%,” legt Sylvia uit.

Maar om zo’n herfabricage succesvol te realiseren, zijn meerdere marktpartijen nodig. Vaak begint het met één aanjager, zoals deze partij. “Het is een persoonlijke missie voor hen; ze willen een duurzame wereld achterlaten voor hun kinderen en kleinkinderen en nodigen andere partijen uit om zich te voegen bij het Maritime Remanufacturing Network.” Om het project te laten slagen, is ook een klassebureau nodig, want zij moeten de componenten en schepen certificeren zodat ze mogen varen. “Gelukkig is Bureau Veritas aangehaakt. Daarnaast zoek je een scheepseigenaar die met deze ‘herboren’ schroef wil varen en een financier die het project wil ondersteunen. En de inschatting is dat dit voor zo’n 30 andere componenten ook kan.” De grote droom naar aanleiding van een goed gesprek met Roel de Graaf van Netherlands Maritime Technology: “componenten zijn het startpunt, maar hoe mooi zou het zijn als we straks in Nederland complete schepen kunnen terugbrengen in nieuwstaat?”

Levensduurverlenging

Een grote circulaire kans op korte termijn is levensduurverlenging van de bestaande vloot. Hiermee benut je bestaand materieel langer en stel je nieuwbouw uit. Maar dan moet dit wel economisch rendabel zijn én moet het schip voldoen aan de meest recente duurzaamheidseisen. Met Royal Roos – een vernieuwend maritiem ingenieursbureau uit Rotterdam – onderzoeken ze de ‘retrofit’ mogelijkheden; welke technologie aan boord van welk schip levert het beste resultaat? Door toeleveranciers en reders (scheepseigenaren) bij elkaar te brengen werken we toe naar concrete pilots en dus gevalideerde oplossingen om meer uit de bestaande vloot te halen.

Niet alle uitdagingen zijn technologisch van aard overigens. In de tankerwereld worden reders gehouden aan een maximale levensduur van 18-20 jaar als zij opereren voor olie-en gasmaatschappijen. “Het is daarom gebruikelijk om tankers relatief jong door te verkopen,” legt Marjolein uit. “Inmiddels zitten we met een vooruitstrevende reder aan tafel die wil verkennen hoe het anders kan en we de (bestaande) vloot langer kunnen inzetten, daarmee nieuwbouw uitstellen en tegelijkertijd duurzamer gaan varen. Geen makkelijk vraagstuk, wel ontzettend gaaf én impactvol als we daar beweging in krijgen. En die olie-en gasmaatschappij hebben we inmiddels ook aangehaakt.”

Circulariteit staat nog niet heel erg lang expliciet op het netvlies van de maritieme sector, hoewel bepaalde principes van oudsher wel in de basis zitten. Maar wat is circulair denken precies? Dat is feitelijk het slimmer omgaan met materialen en waardebehoud. Hoe kunnen we minder materiaal gebruiken, het materiaal dat we gebruiken zo lang en hoogwaardig mogelijk inzetten en onze afhankelijkheid reduceren. In de maritieme sector betekent dit bijvoorbeeld dat schepen en hun onderdelen een tweede leven krijgen. Denk aan ‘remanufacturing’, ofwel het herfabriceren van oude scheepsonderdelen. Anders dan bij reviseren, dat al sinds jaar en dag gebruikelijk is, kunnen onderdelen na herfabricage als nieuw in de markt worden gezet. Of het modulair ontwerpen van schepen zodat deze gedurende hun levensduur kunnen worden aangepast naar een andere voortstuwing én met het einde van hun levensduur in gedachten.

Boekhoudkundige leeftijd van een schip bijstellen door goed onderhoud en retrofitting

Die maximale levensduur zit overigens ook in de weg als scheepseigenaren hun schepen willen herfinancieren. Wat als de boekhoudkundige leeftijd en waarde van een schip bijgesteld kan worden door goed onderhoud en retrofitting, waardoor het schip jonger op de balans komt te staan?  “We zijn in gesprek met de KNVR, NMT en verschillende financiers om te kijken hoe we dit kunnen aanpakken. Als we een schip dat goed onderhouden is kunnen herwaarderen, wordt het aantrekkelijker voor financiers om te investeren in ‘oudere’ schepen. Daar heeft de hele sector baat bij”, benadrukt Marjolein.

“Dit principe willen we ook toepassen op de bestaande binnenvaartvloot”, legt Sylvia uit. De Rotterdamse scheepseigenaar Kotug wil levensduurverlenging toepassen door bestaande binnenvaartschepen om te bouwen tot bakken die vervolgens met een e-pusher aangedreven worden. “Met de werkgroep proberen we aan te tonen dat dit idee haalbaar én financierbaar is en we verkennen wat ervoor nodig is om dit op schaal te gaan doen. Er varen immers 10.000 Europese binnenvaartschepen rond die op termijn allemaal verduurzaamd moeten worden, waarom zou je deze vervangen als je ze ook kunt ombouwen?”

Welke keuzes maak je vooraf in het ontwerp?

“Ook zijn we in gesprek met CMT (Circular Maritime Technologies) die kijkt hoe je een schip in Nederland kan ontmantelen.” Eerst wordt het schip ontdaan van componenten die in zijn geheel hergebruikt kunnen worden (aanwas dus voor het Maritime Remanufacturing Network), waarna het schip als het ware door een broodsnijmachine wordt gehaald. Waardoor het schip er volledig in plakken uitkomt en verder verwerkt kan worden. Dankzij automatisering én goede reiniging kunnen materialen hoogwaardig worden hergebruikt, waarmee de business case bereikbaar wordt. Komend jaar wordt een testopstelling gemaakt en heeft CMT als doel het financieringsconsortium voor een pilot werf rond te hebben. “Een testopstelling is kostbaar, maar met het oog op de steeds schaarser wordende materialen wordt de noodzaak om deze in Nederland te behouden steeds groter en dit idee haalbaarder.”

En dat ontmantelen moet je eigenlijk al meenemen als je start met het ontwerpen van schepen, hier begint circulariteit namelijk. Welke keuzes maak je al vooraf in het ontwerp? “Dit gebeurt eigenlijk nog maar heel weinig,” merkt Sylvia op. In de praktijk vraagt de klant er nog niet voldoende naar, dus een werf gaat er niet zomaar extra tijd en uren aan besteden. Gelukkig zien we dat modulair ontwerpen steeds populairder wordt.” Het idee is dat schepen hierdoor makkelijker aanpasbaar zijn naar de brandstoffen van de toekomst en dat componenten en materialen (grotendeels) herbruikbaar zijn, iets dat duurzaamheid en circulariteit ten goede komt. En dat draagt positief bij aan onze strategische autonomie als maritieme natie.

Onderdeel van een groter geheel

In dat licht is afgelopen jaar ook de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie gepubliceerd, met als titel ‘No guts, no Hollands Glorie. Deze is opgesteld voor het behouden en versterken van onze maritieme sector, die een ontzettend belangrijke rol in onze economie én samenleving speelt. Bijna alle producten die we dagelijks gebruiken, van koffie en thee tot onze schoenen en laptops, komen via een schip naar ons toe. 90% van alle goederen wereldwijd wordt vervoerd over zee.

Binnen de Drechtsteden en Rotterdam wordt momenteel gewerkt aan de Werf van de Toekomst, een van de koploperprojecten binnen de Sectoragenda, in samenwerking met verschillende bedrijven, Deal, NMT en Maritime Delta. Circulariteit speelt een belangrijke rol in dit project, waarbij de verbinding wordt gelegd met bestaande kennis en kunde die is opgedaan vanuit de verkenning van de Maritime Sisters en BlueCity en de opvolging daarvan. Naast de vijf cases die de komende maanden verder uitgewerkt worden, wordt ook onderzoek op het gebied van kritieke materialen opgestart. “Wat is de status, wanneer raakt iets op? En hoe kunnen we slimmer met onze schaarse materialen omgaan? Hard nodig, om de sector weerbaarder te maken naar de toekomst toe.” Ook zullen er jaarlijks tenminste vijf nieuwe circulaire casussen worden opgepakt.

Onze ambitie is helder: de schepen die in 2030 vanuit het Maritiem Masterplan het water in gaan zijn idealiter circulair ontworpen en daarmee bouwt Nederland niet alleen duurzame maar ook de best ontmantelbare schepen. Ook de vruchten van circulariteit plukken op commercieel en strategisch vlak? Kortom: wil je meedoen of meer weten? Neem dan contact op met Maritime Sisters via circulair@maritimesisters.com.

Ondernemerskoppel Fulko Roos en Veronica Breed

Royal Roos met duurzame retrofit de wereld over: ‘de meerwaarde zit echt bij het mkb’

Op zoek naar innovatie? Dan ben je bij het Rotterdamse Royal Roos aan het juiste adres. Onder leiding van het ondernemerspaar Fulko Roos en Veronica Breed — Veronica cruciaal in de strategische planning — laat het bedrijf zien hoe complementaire vaardigheden kunnen leiden tot groot succes. Fulko bedenkt de ideeën, terwijl Veronica de regie voert over de invulling daarvan. Met bijna 30 werknemers, een eigen walstroomaansluiting, 1500 m² aan zonnepanelen op het dak, en een tweede vestiging in het Spaanse Ferrol, toont Royal Roos aan dat er geen grenzen zijn aan wat ze kunnen bereiken. Toch blijven ze, als vaste waarde in de Merwe-Vierhavens (M4H) van Rotterdam, pleiten voor meer erkenning van MKB-innovaties. Maritime Delta spreekt het koppel tijdens het jaarlijkse Maritiem Innovatie Diner. Wat is hun aanpak en waar kunnen we van leren?

Sinds 2009 zet Royal Roos zich als maritiem ingenieursbureau in om de sector duurzamer en efficiënter te maken. Als pionier in het ontwerpen van retrofitoplossingen voor bestaande schepen, van luchtsmeringssystemen voor schepen tot innovatieve windaandrijvingssystemen, demonstreert het bedrijf de kracht van mkb-partijen om betekenisvolle technologische vooruitgang te boeken. Ze doen echter meer, zodat je inmiddels kunt spreken van een maritieme innovator met visionaire blik. In alles wat het bedrijf bedenkt zit een duurzaamheidsaspect. “Uiteindelijk moeten we toch, gezien de schaarste van materialen, hoge staalprijzen, het afnemende gebruik van fossiele brandstoffen en klimaatverandering. Het heeft geen zin om af te wachten,” zegt Veronica Breed, de CFO van het bedrijf.

Deze visie op innovatie komt ook meermaals aan bod tijdens het Maritiem Innovatie Diner, ditmaal gehouden op het terrein van Royal Roos en VSTEP Simulation, waar de maritieme sector in groten getale bijeenkomt om betekenis te geven aan samenwerking. “We hebben de potentie om samen de sector fundamenteel te veranderen,” aldus Roos, die de avond gebruikt als springplank voor toekomstige samenwerkingen en innovaties.

Ondernemerskoppel Fulko Roos en Veronica Breed

Mkb onmisbaar voor succesvolle energietransitie

Daarnaast wil hij vanuit zijn rol als bestuurslid van Maritime Delta benadrukken dat het mkb onmisbaar is voor een succesvolle energietransitie en het bevorderen van circulariteit. “Het mkb kan de uitvoering verzorgen en heeft bewezen langdurig te kunnen blijven bestaan. Hun structuur en financiën zitten vaak goed in elkaar. Bij startups kan dit soms problematisch zijn, omdat het moeilijker is om een idee tot volwassenheid te brengen. We hebben meer stimulansen nodig voor het maritieme mkb. En er komt nog veel werk op ons af, zoals aangegeven in de sectoragenda.”

“Bij Royal Roos geloven we in de kracht van holistische innovatie. Het draait om het integreren van technologie, duurzaamheid, en ondernemerschap.” – Fulko Roos

Een statiegeldsysteem voor duurzame cradles

Roos en Breed nemen het voortouw door stapje voor stapje een idee tot volle wasdom te laten komen. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van 3D-printtechnologie om grote maritieme onderdelen te vervaardigen, een proces dat traditioneel veel tijd en middelen kostte. Deze technologie maakt het mogelijk om componenten snel en kosteneffectief te produceren, wat bijdraagt aan zowel de duurzaamheid als de flexibiliteit van hun operaties. Fulko Roos legt uit: “Met 3D-printen kunnen we complexe onderdelen veel sneller maken. Dit geeft ons de flexibiliteit om snel in te spelen op de behoeften van onze klanten.”

Royal3D, de 3D-printoplossing van Royal Roos, richt zich vooral op het ontwikkelen van duurzame cradles voor de offshore-industrie, die gebruikt worden voor het vervoer van grote onderdelen zoals windmolencomponenten. In plaats van deze cradles slechts één keer te gebruiken en vervolgens weg te gooien, wil Royal Roos een circulaire benadering stimuleren. “We streven naar een soort statiegeldsysteem,” zegt Fulko. “Als we de cradles later weer kunnen innemen, kunnen we ze hergebruiken of recyclen tot nieuwe producten. Zo maken we de offshore-industrie duurzamer en efficiënter.”

Weerstand verminderen van een schip

Bij elke ton conventionele brandstof, zoals heavy fuel oil (HFO), worden ongeveer 3,2 ton CO2 uitgestoten. Als de belasting op CO2-uitstoot oploopt tot bijvoorbeeld honderd dollar per ton, dan leidt dit tot extra kosten van 300 dollar per ton brandstof. Royal Roos pleit er daarom voor om het grotere geheel te zien: “Als je kijkt naar biodiesel, is er gewoon niet genoeg beschikbaarheid van biomassa voor auto’s, vliegtuigen, transport en schepen. Dus als je de weerstand kunt verminderen, heb je automatisch minder brandstof nodig,” zegt Fulko Roos. Dit is waar luchtsmering en andere retrofitoplossingen een enorme rol kunnen spelen in het verbeteren van de efficiëntie en het verlagen van de emissies. Luchtsmering werkt door een dunne laag lucht tussen de romp van een schip en het water te creëren, waardoor de wrijving vermindert en de efficiëntie verbetert.

Innovatie holistisch benaderen

Door innovatie vanuit een holistisch perspectief te benaderen, ziet Royal Roos dan ook het belang van samenwerking en het delen van kennis tussen bedrijven, scheepswerven, en educatieve instellingen. “Steeds meer productiecapaciteit willen we in Europa houden, maar we moeten concurreren met startups en andere bedrijven die technisch talent aantrekken,” zegt Roos. “Daarom werken we nauw samen met hogescholen en universiteiten, zoals de Universiteit van Delft en het STC in Rotterdam, om bijvoorbeeld een minor op te zetten rond retrofits. Het gaat om het delen van kennis en het opleiden van de volgende generatie maritieme professionals.” Hier komen dan ook veel disciplines bij elkaar, zoals structural engineering, ontwerp, piping & systems, werktuigbouwkunde en constructiewerk.”

Synergie voelbaar tijdens Maritiem Innovatie Diner

Tijdens het diner in de bedrijfshal van Royal Roos komt een breed gezelschap bijeen, waaronder grote maritieme bedrijven, MKB’s en overheden. Een diverse mix, aangevoerd door grote spelers als Damen, Van Oord en Boskalis, met het doel om synergie te creëren en onderlinge samenwerking te bevorderen. Femke Brenninkmeijer en Peter Goedvolk spreken tijdens het Maritiem Innovatie Diner over het belang van samenwerking en hoe deze synergie kan bijdragen aan het versterken van de maritieme sector.

Het panelgesprek, geleid door Dirk Koppenol, senior researcher en adviseur haventransitie bij Erasmus UPT, richt zich op de uitdagingen van het opschalen van innovaties en het versterken van de maritieme gemeenschap. Dit is relevant omdat het thema van de paneldiscussie focust op de strijd van de maritieme industrie met “supervolwassen markten en onvolwassen innovaties.” Starre bedrijfsstructuren en een gebrek aan risicodragende investeringen belemmeren vaak innovaties, waardoor bedrijven terughoudend worden in het nemen van risico’s.

Karin Govaert, directeur van Rivermaas, merkt op dat Rotterdam, de grootste haven van Europa, geen gebrek heeft aan onderwijs en ondernemerschap, maar dat het opschalen van innovaties nog steeds een uitdaging is. “De maritieme sector bestaat uit zeer competitieve ketens,” legt ze uit. “Het is daarom belangrijk om de ‘first movers’ te ondersteunen, want zij durven risico’s te nemen.”

“Open innovatie is de sleutel tot succes in de maritieme industrie. Door kennis en middelen te delen, kunnen we samen sterkere en duurzamere oplossingen creëren.” – David Roodenburg,CEO Huisman

Marco Hoogendoorn, directeur van Holland Shipyards Group, wijst erop dat risicomijdend gedrag in de sector vaak de innovatie vertraagt. Hij noemt het voorbeeld van Roboat, de bedenkers van de autonome veerboot die tijdens de Olympische Spelen zal worden onthuld, een project dat tijdens een borrel werd geboren. Dit toont aan dat innovaties vaak ontstaan op onverwachte manieren en uit onconventionele hoeken. “De werven zijn de facilitators van ongelooflijk veel technologie,” zegt hij. “Maar er zijn zoveel randvoorwaarden bij grote subsidies, en het kan lastig zijn om naar de markt te kijken en te zien waar de investeringsuitdagingen liggen.”

Marlies Sikken, directeur van Smartport, voegt eraan toe dat bedrijven over hun eigen schaduw moeten durven stappen. “Je kunt een innovatie geen test noemen als er zoveel variabelen meespelen,” was een reactie vanuit de zaal. “We moeten begrijpen hoe de keten werkt en hoe we samen kunnen werken om de maritieme industrie te versterken.”

Terug naar Royal Roos – op de vloer van het diner

Bij Royal Roos wordt innovatie niet alleen uitgesproken maar ook uitgevoerd. Zo werken ze momenteel aan een project om twee sleepboten aan te sluiten op walstroom, waardoor ze in de wintermaanden minder brandstof hoeven te gebruiken. Fulko Roos staat pal voor zijn ideeën: “We leren zoveel mogelijk van de innovaties die we doen. Die kennis kunnen we gebruiken voor andere systemen die je inbouwt in schepen.”

Veronica Breed voegt eraan toe dat grote partijen vaak traag kunnen veranderen. “Als je als reder 100 schepen hebt, begin je met één of twee schepen en kijk je wat werkt,” legt ze uit. Dit toont de pragmatische benadering van Royal Roos, waarbij ze hun innovaties geleidelijk in de praktijk brengen en leren van elke stap. Het helpt dat klanten wereldwijd steeds meer eisen dat vervoersmaatschappijen zo duurzaam mogelijk werken. Hoewel de markt nog niet heel groot is, groeit de vraag naar duurzame maritieme oplossingen.

De ambitie van Royal Roos reikt echter verder. Ze onderzoeken momenteel of ze robotarmen uit composietmateriaal kunnen printen voor gebruik op zee, een technologie die veelbelovend is vanwege de combinatie van sterkte en lichtheid. Na een avond vol inspirerende discussies, reflecties en netwerkgesprekken kijken Fulko en Veronica tevreden terug. Roos concludeert: “Dit soort evenementen is cruciaal om de synergie te vinden tussen alle partijen in de sector. Het helpt ons om gezamenlijk de uitdagingen van morgen aan te pakken.”

Overzichtsfoto tafels tijdens diner

De avond werd afgesloten met een inspirerende spoken-word-uitvoering van Ayla Schneiders, Studio Winwin en Strateeg voor bureau Thaesis, die de boodschap van het diner prachtig samenvatte:

“Morgen maken
Dus moeten we flink falen
Want dan kunnen we opschalen
En dat kan alleen samen.”

Het jaarlijkse Maritiem Innovatie Diner (voorheen Maritime Delta Diner) wordt georganiseerd door Maritime Delta en het Rotterdam Maritime Board. Meer dan 150 genodigden kwamen bij elkaar om de krachten te bundelen, netwerken en vooral in te zetten op thema’s als innovatie, investeringen, leiderschap, circulariteit en maritieme maakindustrie. Uiteraard werd er stil gestaan bij de recent verschenen Nationale Sectoragenda Maritieme Maakindustrie en lichtte Kees van der Staaij de kansen toe voor de regio. Gedeputeerde Jeannette Baljeu onderstreepte dit later en met de introductie van regio-liason Reinier van Winden is er logische linking pin met de Regionale Maritieme Agenda en de maritieme inzet in de regio.

Meer weten? Neem contact op met Tessa Luijben.

laadboei innovatie Scheveningen

Nieuwe innovatie in Scheveningen: Drijvende laadboei voor duurzamere scheepvaart

De maritieme sector staat bekend om zijn voortdurende streven naar innovatie en efficiëntie, en de nieuwste ontwikkeling aan de kust van Scheveningen is daar een levendig bewijs van. Een ambitieus project is in gang gezet om een drijvende laadboei te introduceren, gericht op het verkennen van nieuwe mogelijkheden voor laadinfrastructuur en het verminderen van emissies voor schepen die voor anker liggen.

De doelstellingen van dit baanbrekende project zijn helder: het onderzoeken van de technische en economische haalbaarheid van een drijvende laadboei voor de kust van Scheveningen. Met de groeiende bezorgdheid over de impact van scheepvaartemissies op het milieu, is dit initiatief een veelbelovende stap in de richting van duurzamere maritieme praktijken.

Win-win oplossing

Een van de belangrijkste voordelen van deze innovatieve laadboei is de potentiële bijdrage aan het verminderen van stikstofdepositie en andere schadelijke emissies. Door schepen de mogelijkheid te bieden om ‘aan de stekker’ te blijven terwijl ze wachten, wordt het gebruik van fossiele brandstoffen tijdens deze periode geëlimineerd. Dit leidt niet alleen tot een vermindering van de milieu-impact, maar ook tot aanzienlijke kostenbesparingen op lange termijn voor de scheepvaartindustrie.

Het ontwerp van de drijvende laadboei maakt gebruik van een slimme combinatie van bestaande technologieën, waaronder een laadpunt/boei, een stekker en de benodigde technologie aan boord van het schip. Door deze innovatieve benadering kunnen schepen efficiënt worden opgeladen zonder dat ze hun motoren hoeven te laten draaien, waardoor niet alleen de emissies worden verminderd, maar ook het geluid en de luchtvervuiling in de omgeving worden verminderd.

Krachten bundelen

De nauwe samenwerking tussen verschillende betrokken organisaties, waaronder de provincie Zuid-Holland, Knutsen, Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf Rotterdam maakt deze ontwikkeling uniek. Door hun expertise en middelen te bundelen, hebben ze een gezamenlijke inspanning geleverd om de haalbaarheid van deze baanbrekende technologie te onderzoeken en te bevorderen.

“Maritime Delta fungeert als katalysator voor innovatie en samenwerking binnen de maritieme sector. Door het faciliteren van partnerschappen en het bevorderen van kennisdeling, dragen we bij aan baanbrekende projecten zoals de introductie van de drijvende laadboei in Scheveningen, die niet alleen de industrie transformeert, maar ook een duurzame toekomst bevordert.” – Edward Gilding, Maritime Delta.

Na presentatie van de eerste resultaten, waaronder schattingen van stikstofuitstoot, technologische en financiële haalbaarheid, is het project nu klaar om verdere stappen te zetten. Vervolgstappen omvatten het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden en het ontwikkelen van concrete plannen voor implementatie.

Met de focus op duurzaamheid en efficiëntie belooft de drijvende laadboei in Scheveningen te dienen als een inspirerend voorbeeld voor vergelijkbare initiatieven in de maritieme sector. Maar eerst is er werk aan de winkel…

Meer weten over dit project?

Mail ons