Charloisse Hoofd - watertaxi

Nieuwe connecties tussen maritieme clusters

Vlak voor International Women’s Day 2025 brachten we onderwijs, overheid en bedrijfsleven samen in de maritieme delta. Tijdens een tour door de regio brachten we partijen samen en versterkten we de samenwerking binnen de sector. Samen met NV NOM en de Provincie Zuid-Holland doken we dieper in enkele van de belangrijke thema’s voor de maritieme sector.

Charloisse Hoofd - watertaxi

v.l.n.r. Karlijn van de Kamp (NMT-IRO), Erik Peters (NMT-IRO), Sil Faber (NOM), Allard van der Horst (NOM), René Zijlstra (Provincie Fryslan), Leandra Gouw (Maritime Delta) en Tessa Luijben (InnovationQuarter)

Human Capital

Rond Internationale Vrouwendag lanceert het Maritiem Museum Rotterdam de expositie Maritieme Vrouwen. Tijdens de tour vertelde Karen Meirik over deze tentoonstelling en waarom het zo belangrijk is om de geschiedenis van maritieme vrouwen te documenteren.

Aantrekken en behouden van talent is een grote uitdaging voor de maritieme sector. Daarom heeft Human Capital Council in 2022 de human capital strategie ontwikkeld. Yvvette Ros, Voorzitter Human Capital Nederland Maritiem Land vertelde over de doelstellingen van de Human Capital Council. Dit bestaat uit vier programmalijnen: Sterk imago, inclusieve sector, focus op loopbaanpaden en toekomstbestendige leeromgeving. Deze vier lijnen komen bij elkaar in de Human Capital Community, waar bedrijven ervaringen delen in de community. Hierbij is het belang van visie bij samenwerking: “Samenwerken gaat over overtuigingskracht en visie. Je kunt pas echt samenwerken als je dezelfde visie deelt.” De Human Capital Council werkt daarom aan een uitvoeringsprogramma om relevant te blijven als sector.

Duurzaam Varen

Bij Jansma Shipyard ligt de focus op duurzaamheid binnen de binnenvaart. Onder de Nederlandse vlag varen bijna 5.000 binnenvaartschepen, waarvan er de komende jaren 2.000 tot 3.000 vervangen moeten worden. Jansma Shipyard excelleert in duurzame renovatie en ziet zichzelf als een pionier in de transitie naar emissievrije scheepvaart. Door procesoptimalisatie en digitalisering willen zij een leidende rol spelen in deze transitie.

Werf van de Toekomst

De aftrap van de Werf van de Toekomst vond plaats op donderdag op Urk, georganiseerd door NMT-IRO. Op vrijdag gaf Tessa Luijben, Business Developer Maritiem & HTSM bij InnovationQuarter, een update over de voortgang van dit koploperproject binnen onze regio. Vier werkgroepen, bestaande uit negen werven, werken actief aan innovatieve oplossingen op vier verschillende aandachtsgebieden. Wij ondersteunen dit initiatief van harte en blijven nauw betrokken bij de verdere ontwikkelingen.

Onderwijs en Innovatie

Binnen het thema Slimme Logistiek en Maritieme Innovatie worden studenten opgeleid om bij te dragen aan een efficiëntere en innovatievere maritieme sector. Thierry Verduin, Lector Haven Hogeschool Rotterdam, sprak over de praktijkonderzoeken waarmee Hogeschool Rotterdam bezig is en de samenwerking met RDM Rotterdam. Daarnaast gaf PortXL inzicht in hoe zij gericht zoeken naar start-ups die het maritieme ecosysteem versterken.

Een Noorse start-up presenteerde haar innovatieve oplossing op het gebied van shore power (walstroom) en werd direct gekoppeld aan de haven van Friesland, waar verdere samenwerking wordt verkend.

Inclusieve Maritieme Sector

Op donderdag 27 maart 2025 organiseert NML, in samenwerking met het Maritiem Masterplan, het seminar ‘Aan de slag voor een inclusieve maritieme sector’. Dit evenement biedt een platform om te bespreken hoe we diversiteit en inclusie in de maritieme industrie kunnen versterken. Aanmelden kan hier.

Verbinding tussen clusters

Het tweede grootste maritieme cluster van Nederland bevindt zich in Noord-Nederland. Het is daarom van groot belang om deze clusters met elkaar te verbinden en gezamenlijke ambities te realiseren. Door kennisdeling en samenwerking kunnen we de innovatiekracht van de sector verder versterken.

Belangrijke thema’s voor de toekomst:

  • Human Capital – Hoe zorgen we voor voldoende gekwalificeerd personeel in de sector?
  • Werf van de Toekomst – Innovaties en digitalisering in scheepsbouw en onderhoud.
  • Circulariteit – Hoe maken we de maritieme industrie duurzamer en circulair?
  • Walstroom – Investeren in infrastructuur om scheepvaartemissies te reduceren.

Ben jij onderdeel van onze sector en wil je bijdragen aan deze thema’s? Kom in contact met Leandra Gouw of Tjarco Wassink.

 

Hoe versterken we samenwerking op verschillende niveaus in de Maritime Delta?

De Sectoragenda op landelijk niveau, de koploperprojecten en de Regionale Maritieme Agenda voor het bestendigen van regionale samenwerking – wat draagt waar aan bij en waar kun je bij aankloppen als maritieme ondernemer? Onder de vlag van de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie werken bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen om innovatie en duurzaamheid naar een hoger niveau te tillen. De inzet? De maritieme industrie toekomstbestendig en internationaal concurrerend maken. En dat is niet zonder reden: als Nederland in de maritieme top wil blijven, zijn technologische doorbraken en innovatieve samenwerkingen hoognodig. In dit artikel geven we je antwoord op enkele van de belangrijkste samenwerkingsinitiatieven.

Innovatieve koplopers en technologieën in de keten

Een bezoek aan Buccaneer Delft en De Haas Maassluis B.V. (Shipyard) gaf onlangs een levendig beeld van de nieuwe technologieën en innovaties die worden ontwikkeld. Startups zoals Flying Fish en NextOcean spelen hier een sleutelrol. Flying Fish ontwikkelt bijvoorbeeld drones die zonder bemanning inspecties op zee kunnen uitvoeren, wat niet alleen veiliger, maar ook efficiënter en sneller is. Deze drones kunnen mogelijk de doorlooptijd van onderhoudswerkzaamheden met 30% verkorten, een doorbraak in de huidige keten.

NextOcean werkt aan voorspellende technologieën die golven en weersomstandigheden nauwkeuriger kunnen inschatten. Hiermee kunnen rederijen niet alleen veiliger navigeren, maar ook brandstof besparen door routes optimaler te plannen.

Versnellen, dat doen de koploperprojecten uit de Sectoragenda maritieme maakindustrie ook. Eén van die projecten is ‘Werf van de Toekomst’, waar ook De Haas Shipyards een grote rol in speelt. De focus ligt hier op de ontwikkeling van een toekomstgerichte werf die zorgt voor 10-15% verlaging van bouwkosten en waardebehoud van materialen. Met steun van gedeputeerde Arne Weverling van de Provincie Zuid-Holland en maritiem gezant Kees van der Staaij willen we met dit bezoek de sector vanuit de regio benaderen en de ontwikkelingen vanuit het Rijksregiebureau voor de maritieme maakindustrie op de agenda zetten.

Het Rijksregiebureau: een nieuwe koers

Een ander belangrijk aspect van de Sectoragenda is het streven naar betere coördinatie op rijksniveau. De maritieme sector is traditioneel verdeeld over verschillende ministeries, wat voor versnippering en een gebrek aan focus zorgt. Met de oprichting van het Rijksregiebureau voor de maritieme maakindustrie op 1 oktober dit jaar, bundelen de betrokken ministeries hun kennis en krachten om de sector effectiever te ondersteunen. Dit nieuwe coördinatiebureau moet ervoor zorgen dat de maritieme maakindustrie niet alleen nationaal, maar ook internationaal sterker uit de verf komt en beter kan inspelen op de snel veranderende markten.

Welke initiatieven zijn er zoal?
We presenteren graag een aantal actieve regelingen. De pagina financieringsinstrumenten geeft een compleet beeld van de actieve regelingen, subsidietrajecten en investeringsfondsen. 

  • Subsidieregeling maritieme innovatieprojecten: deze regeling is voor samenwerkingsverbanden en de gezamenlijke partijen moeten in ieder geval werken aan producten en diensten voor de maritieme maakindustrie. Einddatum: 30 januari 2025.
  • Maritieme Innovatie Impuls Projecten: De MIIP zijn bedoeld om maritieme innovaties een financieel impuls te geven door het co-financieren van een eerste haalbaarheidsonderzoek en om samenwerking binnen de maritieme sector te bevorderen. Einddatum: 10 januari 2025.
  • IRO, TKI Offshore Energy & InnovationQuarter: Leveren met het koploperproject “Robotisering wind op zee” een concrete bijdrage aan de ontwikkeling en implementatie van robotisering in offshore energie.

Met projecten als de Werf van de Toekomst, innovatieve startups in de keten, nieuwe samenwerkingsverbanden op nationaal niveau en de vernieuwde Regionale Maritieme Agenda zet de Nederlandse maritieme maakindustrie nu stevig in op een duurzame koers. Voor wie zelf wil bijdragen en ideeën heeft om de ontwikkelingen te versnellen: meld je aan bij Leandra Gouw en Tjarco Wassink

Jong Haventalent 2024 over haar afgelopen jaar

‘Je kan niet in één jaar de hele wereld veranderen’

Jong Haventalent 2024, Charlotte Janssen, over haar afgelopen jaar. Lees meer

Demonstratievaart Flying Fish 1

Maritime Delta langs bij… Flying Fish!

“De weerstand van een schip is bepalend voor de duurzaamheid.” Flying Fish heeft ruime ervaring en expertise met draagvleugels. Met hun innovatieve Flying Fish 1 bouwt het Delftse bedrijf voort op de mechanica uit de vroege 20e eeuw, maar dan met een moderne, efficiënte twist. Een terugkeer naar de oorsprong van varen en een heldere blik naar de toekomst: emissievrij, stil, en efficiënt. Maritime Delta was aanwezig bij de eerste demonstratievaart, samen met o.a. het Havenbedrijf en de Gemeente Rotterdam.

Stel je een watertaxi voor die moeiteloos door het water snijdt, gedragen door vleugels die de weerstand verminderen. In een fractie van een seconde stopt het vaartuig en zijn opvarenden snel en veilig op hun bestemming. Flying Fish ontwikkelt een duurzaam draagvleugelontwerp voor boten tot 16 meter lang, zoals watertaxi’s, snelle veerboten, patrouillevaartuigen en onbemande vaartuigen voor defensie en inspectie op zee. Dankzij het ontwerp lijkt de boot boven het water te zweven, wat zorgt voor minder weerstand en een hogere efficiëntie.

Gijsbert van Marrewijk, co-founder van Flying Fish, bewees de toepassing ervan al met de draagvleugel op een waterstof watertaxi: “Met deze technologie kan de CO2-uitstoot tot wel 80% verminderd worden per schip!”

Flying Fish 1

CO2-besparing per boot

Neem bijvoorbeeld een watertaxi die een volle dag operationeel is en ongeveer 400 liter diesel verbruikt. “Dit komt neer op 1 ton CO2-uitstoot. Dit soort uitstoot geldt voor veel snelle boten die lange dagen maken.” Met de draagvleugel wordt duurzaam varen opeens een mogelijkheid. En dan is er nog de autopilot – een staaltje technologie dat te vergelijken is met die van een straaljager. Gijsbert legt uit: “De autopilot van Flying Fish monitort continu alle aspecten van de dynamica van het schip en reageert direct op de input van de bestuurder. Honderden keren per seconde wordt de stand van de kleppen en roeren opnieuw berekend, zodat de boot stabiel blijft en optimaal presteert.” Zelfs in uitdagende omstandigheden blijft de boot onder controle, alsof hij moeiteloos over het water vliegt. Dit maakt de technologie uiteindelijk ook geschikt voor grotere, opgeschaalde modellen.

Rotterdamse haven heeft duurzame ambities

De Rotterdamse haven heeft grote ambities: vanaf 2030 moeten alle snelle boten duurzaam zijn. De reden dat snel en duurzaam varen nog niet de standaard is, komt vooral door de enorme hoeveelheid energie die snelle boten nodig hebben. De weerstand in het water maakt het tot nu toe praktisch onmogelijk om snel en tegelijkertijd duurzaam te varen. Flying Fish heeft deze obstakels onder de loep genomen en ziet duidelijk waar de kansen liggen. Door draagvleugels te gebruiken, kan de weerstand aanzienlijk worden verminderd, wat snel en duurzaam varen een stuk haalbaarder maakt.

demonstratievaart bij Flying Fish in Rotterdam

Oproep aan bedrijven en investeerders

Vanuit de Regionale Maritieme Agenda ondersteunen we op het thema Duurzaam Varen. Zo helpen we ambities op het gebied van emissieloze scheepvaart mogelijk te maken. Als regionale innovator zoekt Flying Fish partners die willen bijdragen of meedenken. Of je nu een scheepsbouwer, toeleverancier, investeerder of eindgebruiker bent, jouw bijdrage kan een verschil maken.

Ben jij geïnteresseerd in het ondersteunen van deze innovatieve techniek op het water? Neem dan contact op met Leandra Gouw voor meer informatie.

 

Nieuwe gezichten bij Maritime Delta: Tjarco en Leandra over hun visie en plannen

Halverwege de zomer zijn Tjarco Wassink en Leandra Gouw aan boord gestapt van Maritime Delta, als interim Strategisch Programmacoördinator en Business Developer onder de vlag van InnovationQuarter. Maritime Delta geeft uitvoering aan de Regionale Maritieme Agenda, organiseert samen met haar partners activiteiten en zet in op samenwerkingsverbanden om ervoor te zorgen dat de maritieme sector in Zuid-Holland voorloper is en blijft. Het duo heeft al een groot aantal mensen gesproken en de regio verkend. Nu vragen we hen naar hun ervaringen. Wat is hun opdracht precies en waarom is dit zo van belang voor de sector? Hoe denken zij over de Regionale maritieme agenda en waar ligt het accent de komende tijd?

Jullie zijn net begonnen en hebben vast al een indruk gekregen van de vele clusters in Zuid-Holland. Hoe kan Maritime Delta hier een rol in spelen?

Tjarco: De grootschaligheid en diversiteit van het maritieme cluster in Zuid-Holland is uniek, met enorm veel kansen. Daarvan ben ik echt onder de indruk. Net als van de verscheidenheid aan initiatieven op sectoraal en op gemeentelijk niveau. Je merkt dat de maritieme sector in Zuid-Holland echt leeft. Tegelijkertijd is er op nationaal niveau ook veel aandacht voor de maritieme industrie. In die context kan Maritime Delta dankzij zijn onafhankelijke positie een verbindende en op samenwerking gerichte rol kan spelen. Zo draagt Maritime Delta bij aan de kracht van de maritieme sector en aan de uitdagingen die gemeente- of sectorale grenzen overstijgen.

Leandra: Wat ik fantastisch vind aan deze regio is dat het complete cluster hier te vinden is: van maakindustrie, tot offshore, tot logistiek en services. Dat maakt deze regio in mijn ogen uniek. Sinds ik bij Maritime Delta ben begonnen, heb ik deze clusters beter leren kennen. Hoewel ze elkaar al goed weten te vinden, kan de samenwerking beter, en ik hoop dat Maritime Delta hieraan kan bijdragen.

Jullie zijn ingestapt op het moment dat zowel Edward Gilding als Femke Brenninkmeijer vertrekken. Waar denken jullie op voort te kunnen bouwen?

Tjarco: Dankzij de inzet van Edward en Femke vormt de Regionale maritieme agenda het fundament onder belangrijke thema’s zoals innovatie, diversiteit en energietransitie. Daarop kunnen we voortbouwen waarbij Maritime Delta een aanjagende rol speelt.

Leandra: In de afgelopen jaren is Maritime Delta een begrip geworden. Het heeft een stevige basis met een prachtig netwerk waarin je veel kunt brengen of halen. Ik hoop dat voort te kunnen zetten, samen met Tjarco. Echter, Maritime Delta is een doel, geen middel. Het doel van Maritime Delta is de regionale mkb-bedrijven in de maritieme sector te ondersteunen en te helpen met innoveren. Dit hopen we dan ook te kunnen voortzetten, samen met overheid, onderwijs en de organisaties. De triple helix in de puurste vorm.

Wat vind je tot nu toe van Maritime Delta en de Regionale maritieme agenda?

Tjarco: De boodschap is duidelijk: er is werk aan de winkel. Daar kunnen we niet omheen. Wat ik ook sterk vind, zijn de vele overeenkomsten tussen de Regionale maritieme agenda en de Sectoragenda voor de maritieme maakindustrie van Marja van Bijsterveldt. Beide agenda’s geven richting aan wat we moeten doen voor een sterke en toekomstbestendig maritiem cluster in Zuid-Holland. In die missie kan Maritime Delta een trekkende rol spelen. Ik zie namelijk bij alle stakeholders echt bevlogenheid met de thematiek van beide agenda’s. Ook het breed vertakte netwerk waarin Maritime Delta een onafhankelijke positie inneemt, maakt een trekkende rol van Maritime Delta mogelijk.

“Ook het breed vertakte netwerk waarin Maritime Delta een onafhankelijke positie inneemt, maakt een trekkende rol van Maritime Delta mogelijk.”

Leandra: Ik heb veel bewondering voor degenen die het programma hebben opgezet en begeleid. De Regionale Maritieme Agenda staat bol met ambities en was ook een van de eerste documenten waarin een stip op de horizon gegeven werd, gedragen door ondernemers, overheid en onderwijs. Dat is heel bijzonder voor de sector waarin vaak aan de korte termijn gedacht wordt.

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij de doorontwikkeling van Maritime Delta?

Tjarco: We zitten op dit moment nog volop in een verkennende fase. Het is daarom te vroeg om over de volle breedte conclusies te kunnen trekken. Wat we wel zien, is dat het maritieme cluster in Zuid-Holland zeer versnipperd is. Om de missie van de regionale- en sectoragenda volledig te realiseren, is er behoefte aan versterkte samenwerking en een grotere gezamenlijke slagkracht. Het is positief dat zowel de industrie als de overheid dit onderkennen en oproepen tot meer samenwerking.

Leandra: Voor mij is dit dat de ondernemer centraal moet staan. Daarvoor is Maritime Delta opgericht. Ik wil vooral de mkb-bedrijven in de regio helpen met innoveren. Ook zou ik graag een verdieping willen zien in de huidige thema’s van de agenda. Een aantal onderwerpen zijn globaal beschreven en aangestipt in de afgelopen jaren. Nu, met alle nationale ontwikkelingen, heeft Maritime Delta ruimte om concreter te worden voor de ondernemers. Daarnaast vind ik het belangrijk om samen te werken met NML, NMT en andere soortgelijke organisaties.

“Voor mij is dat de ondernemer centraal moet staan.”

Tjarco en Leandra werken met een heldere focus aan de doorontwikkeling van Maritime Delta: het ondersteunen van mkb-bedrijven bij innovatie en samenwerking binnen de maritieme sector. Door het verbinden van ondernemers, kennisinstellingen en overheden willen zij de sector verder versterken en concrete meerwaarde bieden. Of het nu gaat om nieuwe samenwerkingsverbanden, kennisuitwisseling of gerichte ondersteuning, Maritime Delta blijft actief om de mkb-bedrijven in Zuid-Holland verder te helpen.

Heeft jouw bedrijf een initiatief dat aansluit of wil je meedenken? Neem contact op met Tjarco of Leandra om samen de mogelijkheden te verkennen.

Mail ons

Dit contactformulier is gedeactiveerd omdat u weigerde de Google reCAPTCHA-service te accepteren die nodig is om alle berichten die door het formulier worden verzonden, te valideren.

‘We zijn maritiem leiderschap aan het vormgeven’

Crest Collective houdt maritiem professionals spiegel voor met leiderschapsprogramma’s

De maritieme sector is volop in beweging, maar persoonlijk leiderschap krijgt vaak niet de aandacht die het verdient. Crest Collective biedt maritieme professionals de kans om bewust stil te staan bij hun carrière en de volgende stap te bepalen. Of je nu aan het begin van je loopbaan staat of al 20 jaar ervaring hebt: iedereen kan er terecht. Crest Collective creëert een moment van reflectie en helpt deelnemers in beweging te komen, zowel voor zichzelf als binnen hun organisatie. Volgens Seriena Bal en Whitney Reemers-Stout van Crest Collective is het de bedoeling om vanuit een klein idee iets te bouwen dat mensen verder brengt. “Het gaat altijd over persoonlijk leiderschap en persoonlijke ontwikkeling,” zegt Seriena. “En dat is juist iets waar de maritieme sector niet automatisch alle pijlen op richt.”

Seriena Bal (L) en Whitney Reemers-Stout (R)

Ontstaan van Crest Collective

De maritieme industrie staat bekend om haar innovatieve en technologische vooruitgang, maar wordt ook geconfronteerd met de uitdaging om haar medewerkers voortdurend te ontwikkelen en op te leiden. Crest Collective speelt in op deze behoefte en vormt sinds 2022 een nieuwe beweging binnen de sector. Het initiatief is ontstaan uit de samenwerking tussen EBZ, de Gemeente Schiedam en vier toonaangevende bedrijven in Schiedam – GustoMSC, Huisman, Jumbo en Mammoet. Deze bedrijven realiseerden zich dat, om hun sterke positie in een steeds concurrerender wereld te behouden, technische kennis alleen niet voldoende was. Daarom besloten ze gezamenlijk een plan op te stellen. Zo werd Crest – Personal Leadership Collective opgericht, met steun van Maritime Delta, een kwartiermakersmakersbijdrage vanuit de Provincie Zuid-Holland en subsidie vanuit het Human Capital-programma.

De drie leiderschapsprogramma’s

Crest biedt drie programma’s aan die zijn afgestemd op verschillende behoeften binnen de sector:

  1. Personal Leadership: Gericht op individuen die zich willen voorbereiden op toekomstige stappen in hun carrière. Het programma helpt deelnemers om doelgerichte keuzes te maken, hun rol beter vorm te geven en hun invloedssfeer te vergroten.
  2. Collaborative Leadership: Voor hen die leidinggeven of werken met verschillende interne en externe disciplines. Dit programma helpt hen om hun rol beter te begrijpen, hun (zelf)vertrouwen te vergroten en te ontdekken hoe ze werk en relaties beter kunnen organiseren en aansturen.
  3. Thought Leadership: Dit programma is voor specialisten, consultants en experts. Het programma helpt hen na te denken over de invulling van hun verdere carrière, anderen te enthousiasmeren over hun vakgebied en te onderzoeken op welke gebieden ze een bijdrage kunnen leveren.

Seriena ziet persoonlijk leiderschap binnen technologische en innovatieve bedrijven nog te weinig de boventoon voeren.  “Met Crest richten we ons met name op het MKB, waar het behoud en de ontwikkeling van medewerkers cruciaal is.”

Waar gaat het vaak mis?

Bij de groei van innovatie of technologie speelt persoonlijk leiderschap een cruciale rol. Vaak gaat het moeizaam binnen technische teams doordat persoonskenmerken of eigenschappen van het team niet goed op elkaar aansluiten. Bedrijven blijven soms te lang focussen op de techniek, omdat daar de groei lijkt te zitten. Echter, de echte uitdaging ligt in het zorgen voor een goed functionerend team, zegt het duo.

De uitdagingen van verschillende doelgroepen

De vraagstukken zijn uiteenlopend, variërend van de overtuigde professionals die azen op de hoogste functie binnen het bedrijf tot de ervaren engineer op zekere leeftijd. “Bijkomende moeilijkheid is het bereiken van medewerkers die zich al 10-15 jaar uitsluitend op technische kennis hebben gefocust. Vaak rond hun 45ste realiseren zij zich dat ze expert zijn binnen hun vakgebied, maar vragen zich af wat ze daarmee nog meer kunnen doen. Soms missen ze de aansluiting bij minder ervaren of minder gespecialiseerde collega’s en managers.

Op een wat latere leeftijd raken ze geïnteresseerd in persoonlijke ontwikkeling, maar vanuit het bedrijf wilden ze daar eerder niets mee. “Ze zijn toch goed in hun vakgebied”, is dan de gedachte. Whitney: “We hebben het hier over een specialist, die lange tijd alleen maar technische kennis op wilde doen, maar nu nadenkt over de verdere invulling van zijn/haar carrière. Thought leadership wordt steeds belangrijker, vooral wanneer oudere werknemers zien dat jongere collega’s hen beginnen te vervangen en ze zich afvragen hoe ze hun kennis moeten overdragen.”

Een beweging binnen de organisatie

Het unieke van Crest is de focus op de maritieme industrie en het creëren van gemeenschappen binnen de industrie. “Het gaat om een lifetime traject van 9 maanden per programma, waarbij deelnemers voortdurend worden uitgedaagd om te reflecteren en te sparren met peers van andere bedrijven,” zegt Seriena. Dit continue leerproces zet een nieuwe beweging in gang binnen jezelf en je organisatie. “De hele filosofie erachter is dat meerdere mensen uit het bedrijf een Crest programma volgen of hebben gevolgd. Zo kom je in een omgeving waarin 10 anderen in het bedrijf ongeveer hetzelfde traject hebben doorlopen. Ook na die 9 maanden organiseren we bijeenkomsten of groepen zoeken elkaar op, ze kunnen vragen stellen en met elkaar blijven sparren. Je wordt af en toe getriggerd om te reflecteren, ‘waar wilde ik ook alweer aan werken’ en dat pak je weer met peers op.”

In plaats van vaststaande methodes of kant-en-klare tips, helpt Crest deelnemers om stil te staan voor zelfreflectie, door zelf opzoek te gaan naar antwoorden, hierdoor ontstaan vaak verrassende inzichten. Dit proces gebeurt binnen een groep van 11 anderen, wat een dynamiek creëert waarin men elkaar ondersteunt en uitdaagt. Bijvoorbeeld, een teamleider kan ontdekken waarom moeilijke gesprekken worden vermeden en hoe dit kan worden aangepakt. “Vaak gaat het om de invloedssfeer van de deelnemer, die groter blijkt te zijn dan gedacht.”

Koppeling Maritiem Leiderschap

Innovatie, diversiteit, modern leiderschap, samenwerking… Waar heeft de maritieme sector nu het meeste behoefte aan? “Waarschijnlijk een beetje van alles. Het zijn de menselijke aspecten die meer aandacht nodig hebben,” stelt Seriena. “We bewegen weg van een conservatieve sector die draait om IQ en command & control. We verschuiven naar EQ, dienend leiderschap en ‘jezelf meenemen’ naar je werk. Crest draagt bij aan een toekomstbestendige, aantrekkelijke maritieme sector.”

Reflecteren om te leren – doe mee

Crest organiseert regelmatig workshops op maat en lunches, zo ook in het najaar in samenwerking met Young IRO en Young NMT. Jonge professionals een inkijkje krijgen in dit waardevolle leertraject en worden geïntroduceerd met persoonlijk leiderschap. Dit initiatief zorgt ervoor dat de maritieme sector voorbereid is op de uitdagingen van de toekomst, met goed zelfbewuste medewerkers en gemotiveerde leiders aan het roer. Whitney: “We werken met grote bedrijven zoals GustoMSC, Mammoet en Ulstein en ook met MKB zoals HEBO, The Offshore Partners en Jack-up Barge. Waar de grote partijen vaak een batterij aan L&D/HR mensen in dienst hebben, helpen wij juist ook MKB bedrijven die aandacht willen geven aan persoonlijke ontwikkeling maar daar geen specifieke afdeling voor hebben. Juist het MKB is echt gebaat bij het behouden en ontwikkelen van hun mensen.”

Whitney en Seriena hebben wekelijkse momenten om een kwartiertje te bellen over jouw persoonlijke ontwikkelingsvraag. Neem contact op via whitney@crestcollective.nl. Wil jij meedoen of je eigen inzichten delen over Human Capital, persoonlijk leiderschap en ontwikkeling? Meld je dan bij hello@crestcollective.nl.

Maritime Sisters op het Maritiem Innovatie Diner

Maritiem circulaire pioniers in actie: ‘En of we complete schepen kunnen herfabriceren!’

“In Nederland bouwen wij de beste ontmantelbare schepen.” Dat is een vernieuwende stip op de horizon voor een sector die tot voor kort zei: ‘in Nederland zijn wij scheepsbouwers en geen slopers.’ Maar met het oog op toenemende internationale spanningen, stevige concurrentie en steeds schaarser wordende materialen moet het roer echt om. Sterker nog, om de bouw van strategische schepen in Nederland te behouden, moeten we 10-15% goedkoper worden. Dit blijkt uit de onlangs gepresenteerde Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Circulair denken gaat daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Dankzij circulaire principes kunnen we namelijk niet alleen de levensduur, maar ook de business case van schepen en individuele componenten optimaliseren én behouden we essentiële grondstoffen. Zo krijgen ‘de beste ontmantelbare schepen’ ineens een heel andere betekenis.

Maritime Sisters, Marjolein en Sylvia Boer, sinds jaar en dag in nauw contact met de sector, maken van hun hart geen moordkuil: “Je mag toch hoge ambities hebben? Wat is er mis mee om te zeggen dat we over tien jaar minimaal één werf hebben die (hoogwaardig) kan ontmantelen en dat we misschien zelfs wel hele schepen kunnen herfabriceren.” Het ‘zendelingenwerk’, zoals de Sisters dat zelf noemen is aangevangen met een verkenning in samenwerking met BlueCity in opdracht van de Provincie Zuid-Holland, waarvoor ze zo’n 30 verschillende partijen uit de maritieme sector hebben gesproken. De ambitieuze stip op de horizon is het resultaat van die gesprekken. Van zendelingenwerk naar actie is nu het doel, want circulariteit kan dus een belangrijk vliegwiel zijn voor uitdagingen in de sector. Genoeg kansen wat dat betreft. Al zijn er ook de nodige hindernissen. Maar het belangrijkste; er is interesse en energie bij de bedrijven. Maritime Sisters en BlueCity zijn inmiddels aan de slag met een groep ‘maritiem circulaire pioniers.’

Maritime Sisters op het Maritiem Innovatie Diner

Met een blik op vernieuwing voor een duurzame maritieme toekomst brengen ze een nieuw elan in de sector en tonen ze daadkracht door hun tanden te zetten in onderwerpen die belangrijk zijn voor de toekomst. Met hun partner BlueCity zijn ze afgelopen jaar in de ‘circulaire kansen voor maritiem‘ gedoken en organiseren ze nu werksessies om bedrijven bewust te maken van de mogelijkheden en voordelen van circulair ondernemen en deze om te zetten in concrete kansen. Doel is om voorlopers (verder) in het zadel te helpen door ketenpartners en stakeholders aan te haken en te concretiseren hoe je er ‘een goede boterham mee kunt verdienen.’ Door relevante partijen samen te brengen en overkoepelende agenda’s zoals de Sectoragenda en de Regionale Maritieme Agenda te betrekken knopen ze de belangen vervolgens handig aan elkaar vast. “Dit doen we vaker in samenwerking met o.a. Maritime Delta, de provincie Zuid-Holland en Gemeente Rotterdam, om alle koppen bij elkaar te krijgen en echt impact te maken.”

Vijf cases, één missie

Circulaire projecten van de grond krijgen in alle fasen van de levensduur van een schip én aantonen dat je hier een (goede) boterham mee kunt verdienen “want dan gaan er meer partijen volgen.” Dat is de missie. Vijf cases stonden centraal in de twee eerste werksessies. Deels komen deze cases voort uit de gesprekken die zijn gevoerd voor de verkenning en deels omdat partijen zich naar aanleiding van het resultaat pro-actief hebben gemeld.

Radicaal minder kabels

Een voorbeeld van zo’n partij is Alewijnse, een elektrotechnisch systeemintegrator. Het bedrijf verkent inmiddels met een aantal ketenpartners hoe ze het aantal kilometers kabel aan boord van schepen kunnen verminderen. Het huidige gebruik van kabels in schepen is zo groot dat alleen al Alewijnse anderhalve keer de wereld zou kunnen omcirkelen met de hoeveelheid door hen geïnstalleerde kabels. Minder kabels betekent minder materiaalgebruik, minder kosten, minder gewicht en heel belangrijk: een kleinere ecologische voetafdruk. Kabels worden immers veelal gemaakt van koper. Denk eens aan een complex offshore schip; de hoeveelheid kabels aan boord is gigantisch. “Zelfs in een ‘relatief eenvoudig loodsbootje’ zit al snel twintig kilometer aan kabel. Als dit aantal gereduceerd kan worden, besparen we niet alleen direct materiaal en kosten, maar ook gewicht en daarmee brandstof.” Een no-brainer zou je zeggen, maar toch is het niet makkelijk om dit te veranderen, geeft Marjolein aan. “Leveranciers schrijven een bepaalde hoeveelheid kabel voor bij de systemen of equipment die ze leveren maar niemand bekijkt dit integraal. Systeemintegratoren die dit wél kunnen worden vaak niet in het ontwerpproces betrokken, daar gaan we in dit project verandering in brengen.” Samen met BlueCity selecteerden Sylvia en Marjolein vijf van dit soort cases om écht stappen mee te maken. Ze kijken wat het struikelblok is, wat en wie er vervolgens nodig zijn en hoe de partijen in de keten kunnen aansluiten.

Volledig herfabriceren van componenten en op termijn zelfs schepen?

Want zonder keten geen zaken. Dit begrijpt AEGIR-Marine als geen ander. Dit bedrijf heeft de ambitie om een tunnel thruster, een grote schroef achteraan het schip, volledig te ‘remanufacturen’ oftewel herfabriceren. Deze thruster is twintig jaar oud, maar AEGIR wil deze terugbrengen naar nieuwstaat en ook als nieuw certificeren. “Hij is dan wel 40-60% goedkoper, en je bespaart zowel materialen als de impact op de omgeving, oftewel de ‘ecologische footprint’ met zo’n 60-80%,” legt Sylvia uit.

Maar om zo’n herfabricage succesvol te realiseren, zijn meerdere marktpartijen nodig. Vaak begint het met één aanjager, zoals deze partij. “Het is een persoonlijke missie voor hen; ze willen een duurzame wereld achterlaten voor hun kinderen en kleinkinderen en nodigen andere partijen uit om zich te voegen bij het Maritime Remanufacturing Network.” Om het project te laten slagen, is ook een klassebureau nodig, want zij moeten de componenten en schepen certificeren zodat ze mogen varen. “Gelukkig is Bureau Veritas aangehaakt. Daarnaast zoek je een scheepseigenaar die met deze ‘herboren’ schroef wil varen en een financier die het project wil ondersteunen. En de inschatting is dat dit voor zo’n 30 andere componenten ook kan.” De grote droom naar aanleiding van een goed gesprek met Roel de Graaf van Netherlands Maritime Technology: “componenten zijn het startpunt, maar hoe mooi zou het zijn als we straks in Nederland complete schepen kunnen terugbrengen in nieuwstaat?”

Levensduurverlenging

Een grote circulaire kans op korte termijn is levensduurverlenging van de bestaande vloot. Hiermee benut je bestaand materieel langer en stel je nieuwbouw uit. Maar dan moet dit wel economisch rendabel zijn én moet het schip voldoen aan de meest recente duurzaamheidseisen. Met Royal Roos – een vernieuwend maritiem ingenieursbureau uit Rotterdam – onderzoeken ze de ‘retrofit’ mogelijkheden; welke technologie aan boord van welk schip levert het beste resultaat? Door toeleveranciers en reders (scheepseigenaren) bij elkaar te brengen werken we toe naar concrete pilots en dus gevalideerde oplossingen om meer uit de bestaande vloot te halen.

Niet alle uitdagingen zijn technologisch van aard overigens. In de tankerwereld worden reders gehouden aan een maximale levensduur van 18-20 jaar als zij opereren voor olie-en gasmaatschappijen. “Het is daarom gebruikelijk om tankers relatief jong door te verkopen,” legt Marjolein uit. “Inmiddels zitten we met een vooruitstrevende reder aan tafel die wil verkennen hoe het anders kan en we de (bestaande) vloot langer kunnen inzetten, daarmee nieuwbouw uitstellen en tegelijkertijd duurzamer gaan varen. Geen makkelijk vraagstuk, wel ontzettend gaaf én impactvol als we daar beweging in krijgen. En die olie-en gasmaatschappij hebben we inmiddels ook aangehaakt.”

Circulariteit staat nog niet heel erg lang expliciet op het netvlies van de maritieme sector, hoewel bepaalde principes van oudsher wel in de basis zitten. Maar wat is circulair denken precies? Dat is feitelijk het slimmer omgaan met materialen en waardebehoud. Hoe kunnen we minder materiaal gebruiken, het materiaal dat we gebruiken zo lang en hoogwaardig mogelijk inzetten en onze afhankelijkheid reduceren. In de maritieme sector betekent dit bijvoorbeeld dat schepen en hun onderdelen een tweede leven krijgen. Denk aan ‘remanufacturing’, ofwel het herfabriceren van oude scheepsonderdelen. Anders dan bij reviseren, dat al sinds jaar en dag gebruikelijk is, kunnen onderdelen na herfabricage als nieuw in de markt worden gezet. Of het modulair ontwerpen van schepen zodat deze gedurende hun levensduur kunnen worden aangepast naar een andere voortstuwing én met het einde van hun levensduur in gedachten.

Boekhoudkundige leeftijd van een schip bijstellen door goed onderhoud en retrofitting

Die maximale levensduur zit overigens ook in de weg als scheepseigenaren hun schepen willen herfinancieren. Wat als de boekhoudkundige leeftijd en waarde van een schip bijgesteld kan worden door goed onderhoud en retrofitting, waardoor het schip jonger op de balans komt te staan?  “We zijn in gesprek met de KNVR, NMT en verschillende financiers om te kijken hoe we dit kunnen aanpakken. Als we een schip dat goed onderhouden is kunnen herwaarderen, wordt het aantrekkelijker voor financiers om te investeren in ‘oudere’ schepen. Daar heeft de hele sector baat bij”, benadrukt Marjolein.

“Dit principe willen we ook toepassen op de bestaande binnenvaartvloot”, legt Sylvia uit. De Rotterdamse scheepseigenaar Kotug wil levensduurverlenging toepassen door bestaande binnenvaartschepen om te bouwen tot bakken die vervolgens met een e-pusher aangedreven worden. “Met de werkgroep proberen we aan te tonen dat dit idee haalbaar én financierbaar is en we verkennen wat ervoor nodig is om dit op schaal te gaan doen. Er varen immers 10.000 Europese binnenvaartschepen rond die op termijn allemaal verduurzaamd moeten worden, waarom zou je deze vervangen als je ze ook kunt ombouwen?”

Welke keuzes maak je vooraf in het ontwerp?

“Ook zijn we in gesprek met CMT (Circular Maritime Technologies) die kijkt hoe je een schip in Nederland kan ontmantelen.” Eerst wordt het schip ontdaan van componenten die in zijn geheel hergebruikt kunnen worden (aanwas dus voor het Maritime Remanufacturing Network), waarna het schip als het ware door een broodsnijmachine wordt gehaald. Waardoor het schip er volledig in plakken uitkomt en verder verwerkt kan worden. Dankzij automatisering én goede reiniging kunnen materialen hoogwaardig worden hergebruikt, waarmee de business case bereikbaar wordt. Komend jaar wordt een testopstelling gemaakt en heeft CMT als doel het financieringsconsortium voor een pilot werf rond te hebben. “Een testopstelling is kostbaar, maar met het oog op de steeds schaarser wordende materialen wordt de noodzaak om deze in Nederland te behouden steeds groter en dit idee haalbaarder.”

En dat ontmantelen moet je eigenlijk al meenemen als je start met het ontwerpen van schepen, hier begint circulariteit namelijk. Welke keuzes maak je al vooraf in het ontwerp? “Dit gebeurt eigenlijk nog maar heel weinig,” merkt Sylvia op. In de praktijk vraagt de klant er nog niet voldoende naar, dus een werf gaat er niet zomaar extra tijd en uren aan besteden. Gelukkig zien we dat modulair ontwerpen steeds populairder wordt.” Het idee is dat schepen hierdoor makkelijker aanpasbaar zijn naar de brandstoffen van de toekomst en dat componenten en materialen (grotendeels) herbruikbaar zijn, iets dat duurzaamheid en circulariteit ten goede komt. En dat draagt positief bij aan onze strategische autonomie als maritieme natie.

Onderdeel van een groter geheel

In dat licht is afgelopen jaar ook de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie gepubliceerd, met als titel ‘No guts, no Hollands Glorie. Deze is opgesteld voor het behouden en versterken van onze maritieme sector, die een ontzettend belangrijke rol in onze economie én samenleving speelt. Bijna alle producten die we dagelijks gebruiken, van koffie en thee tot onze schoenen en laptops, komen via een schip naar ons toe. 90% van alle goederen wereldwijd wordt vervoerd over zee.

Binnen de Drechtsteden en Rotterdam wordt momenteel gewerkt aan de Werf van de Toekomst, een van de koploperprojecten binnen de Sectoragenda, in samenwerking met verschillende bedrijven, Deal, NMT en Maritime Delta. Circulariteit speelt een belangrijke rol in dit project, waarbij de verbinding wordt gelegd met bestaande kennis en kunde die is opgedaan vanuit de verkenning van de Maritime Sisters en BlueCity en de opvolging daarvan. Naast de vijf cases die de komende maanden verder uitgewerkt worden, wordt ook onderzoek op het gebied van kritieke materialen opgestart. “Wat is de status, wanneer raakt iets op? En hoe kunnen we slimmer met onze schaarse materialen omgaan? Hard nodig, om de sector weerbaarder te maken naar de toekomst toe.” Ook zullen er jaarlijks tenminste vijf nieuwe circulaire casussen worden opgepakt.

Onze ambitie is helder: de schepen die in 2030 vanuit het Maritiem Masterplan het water in gaan zijn idealiter circulair ontworpen en daarmee bouwt Nederland niet alleen duurzame maar ook de best ontmantelbare schepen. Ook de vruchten van circulariteit plukken op commercieel en strategisch vlak? Kortom: wil je meedoen of meer weten? Neem dan contact op met Maritime Sisters via circulair@maritimesisters.com.

Ondernemerskoppel Fulko Roos en Veronica Breed

Royal Roos met duurzame retrofit de wereld over: ‘de meerwaarde zit echt bij het mkb’

Op zoek naar innovatie? Dan ben je bij het Rotterdamse Royal Roos aan het juiste adres. Onder leiding van het ondernemerspaar Fulko Roos en Veronica Breed — Veronica cruciaal in de strategische planning — laat het bedrijf zien hoe complementaire vaardigheden kunnen leiden tot groot succes. Fulko bedenkt de ideeën, terwijl Veronica de regie voert over de invulling daarvan. Met bijna 30 werknemers, een eigen walstroomaansluiting, 1500 m² aan zonnepanelen op het dak, en een tweede vestiging in het Spaanse Ferrol, toont Royal Roos aan dat er geen grenzen zijn aan wat ze kunnen bereiken. Toch blijven ze, als vaste waarde in de Merwe-Vierhavens (M4H) van Rotterdam, pleiten voor meer erkenning van MKB-innovaties. Maritime Delta spreekt het koppel tijdens het jaarlijkse Maritiem Innovatie Diner. Wat is hun aanpak en waar kunnen we van leren?

Sinds 2009 zet Royal Roos zich als maritiem ingenieursbureau in om de sector duurzamer en efficiënter te maken. Als pionier in het ontwerpen van retrofitoplossingen voor bestaande schepen, van luchtsmeringssystemen voor schepen tot innovatieve windaandrijvingssystemen, demonstreert het bedrijf de kracht van mkb-partijen om betekenisvolle technologische vooruitgang te boeken. Ze doen echter meer, zodat je inmiddels kunt spreken van een maritieme innovator met visionaire blik. In alles wat het bedrijf bedenkt zit een duurzaamheidsaspect. “Uiteindelijk moeten we toch, gezien de schaarste van materialen, hoge staalprijzen, het afnemende gebruik van fossiele brandstoffen en klimaatverandering. Het heeft geen zin om af te wachten,” zegt Veronica Breed, de CFO van het bedrijf.

Deze visie op innovatie komt ook meermaals aan bod tijdens het Maritiem Innovatie Diner, ditmaal gehouden op het terrein van Royal Roos en VSTEP Simulation, waar de maritieme sector in groten getale bijeenkomt om betekenis te geven aan samenwerking. “We hebben de potentie om samen de sector fundamenteel te veranderen,” aldus Roos, die de avond gebruikt als springplank voor toekomstige samenwerkingen en innovaties.

Ondernemerskoppel Fulko Roos en Veronica Breed

Mkb onmisbaar voor succesvolle energietransitie

Daarnaast wil hij vanuit zijn rol als bestuurslid van Maritime Delta benadrukken dat het mkb onmisbaar is voor een succesvolle energietransitie en het bevorderen van circulariteit. “Het mkb kan de uitvoering verzorgen en heeft bewezen langdurig te kunnen blijven bestaan. Hun structuur en financiën zitten vaak goed in elkaar. Bij startups kan dit soms problematisch zijn, omdat het moeilijker is om een idee tot volwassenheid te brengen. We hebben meer stimulansen nodig voor het maritieme mkb. En er komt nog veel werk op ons af, zoals aangegeven in de sectoragenda.”

“Bij Royal Roos geloven we in de kracht van holistische innovatie. Het draait om het integreren van technologie, duurzaamheid, en ondernemerschap.” – Fulko Roos

Een statiegeldsysteem voor duurzame cradles

Roos en Breed nemen het voortouw door stapje voor stapje een idee tot volle wasdom te laten komen. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van 3D-printtechnologie om grote maritieme onderdelen te vervaardigen, een proces dat traditioneel veel tijd en middelen kostte. Deze technologie maakt het mogelijk om componenten snel en kosteneffectief te produceren, wat bijdraagt aan zowel de duurzaamheid als de flexibiliteit van hun operaties. Fulko Roos legt uit: “Met 3D-printen kunnen we complexe onderdelen veel sneller maken. Dit geeft ons de flexibiliteit om snel in te spelen op de behoeften van onze klanten.”

Royal3D, de 3D-printoplossing van Royal Roos, richt zich vooral op het ontwikkelen van duurzame cradles voor de offshore-industrie, die gebruikt worden voor het vervoer van grote onderdelen zoals windmolencomponenten. In plaats van deze cradles slechts één keer te gebruiken en vervolgens weg te gooien, wil Royal Roos een circulaire benadering stimuleren. “We streven naar een soort statiegeldsysteem,” zegt Fulko. “Als we de cradles later weer kunnen innemen, kunnen we ze hergebruiken of recyclen tot nieuwe producten. Zo maken we de offshore-industrie duurzamer en efficiënter.”

Weerstand verminderen van een schip

Bij elke ton conventionele brandstof, zoals heavy fuel oil (HFO), worden ongeveer 3,2 ton CO2 uitgestoten. Als de belasting op CO2-uitstoot oploopt tot bijvoorbeeld honderd dollar per ton, dan leidt dit tot extra kosten van 300 dollar per ton brandstof. Royal Roos pleit er daarom voor om het grotere geheel te zien: “Als je kijkt naar biodiesel, is er gewoon niet genoeg beschikbaarheid van biomassa voor auto’s, vliegtuigen, transport en schepen. Dus als je de weerstand kunt verminderen, heb je automatisch minder brandstof nodig,” zegt Fulko Roos. Dit is waar luchtsmering en andere retrofitoplossingen een enorme rol kunnen spelen in het verbeteren van de efficiëntie en het verlagen van de emissies. Luchtsmering werkt door een dunne laag lucht tussen de romp van een schip en het water te creëren, waardoor de wrijving vermindert en de efficiëntie verbetert.

Innovatie holistisch benaderen

Door innovatie vanuit een holistisch perspectief te benaderen, ziet Royal Roos dan ook het belang van samenwerking en het delen van kennis tussen bedrijven, scheepswerven, en educatieve instellingen. “Steeds meer productiecapaciteit willen we in Europa houden, maar we moeten concurreren met startups en andere bedrijven die technisch talent aantrekken,” zegt Roos. “Daarom werken we nauw samen met hogescholen en universiteiten, zoals de Universiteit van Delft en het STC in Rotterdam, om bijvoorbeeld een minor op te zetten rond retrofits. Het gaat om het delen van kennis en het opleiden van de volgende generatie maritieme professionals.” Hier komen dan ook veel disciplines bij elkaar, zoals structural engineering, ontwerp, piping & systems, werktuigbouwkunde en constructiewerk.”

Synergie voelbaar tijdens Maritiem Innovatie Diner

Tijdens het diner in de bedrijfshal van Royal Roos komt een breed gezelschap bijeen, waaronder grote maritieme bedrijven, MKB’s en overheden. Een diverse mix, aangevoerd door grote spelers als Damen, Van Oord en Boskalis, met het doel om synergie te creëren en onderlinge samenwerking te bevorderen. Femke Brenninkmeijer en Peter Goedvolk spreken tijdens het Maritiem Innovatie Diner over het belang van samenwerking en hoe deze synergie kan bijdragen aan het versterken van de maritieme sector.

Het panelgesprek, geleid door Dirk Koppenol, senior researcher en adviseur haventransitie bij Erasmus UPT, richt zich op de uitdagingen van het opschalen van innovaties en het versterken van de maritieme gemeenschap. Dit is relevant omdat het thema van de paneldiscussie focust op de strijd van de maritieme industrie met “supervolwassen markten en onvolwassen innovaties.” Starre bedrijfsstructuren en een gebrek aan risicodragende investeringen belemmeren vaak innovaties, waardoor bedrijven terughoudend worden in het nemen van risico’s.

Karin Govaert, directeur van Rivermaas, merkt op dat Rotterdam, de grootste haven van Europa, geen gebrek heeft aan onderwijs en ondernemerschap, maar dat het opschalen van innovaties nog steeds een uitdaging is. “De maritieme sector bestaat uit zeer competitieve ketens,” legt ze uit. “Het is daarom belangrijk om de ‘first movers’ te ondersteunen, want zij durven risico’s te nemen.”

“Open innovatie is de sleutel tot succes in de maritieme industrie. Door kennis en middelen te delen, kunnen we samen sterkere en duurzamere oplossingen creëren.” – David Roodenburg,CEO Huisman

Marco Hoogendoorn, directeur van Holland Shipyards Group, wijst erop dat risicomijdend gedrag in de sector vaak de innovatie vertraagt. Hij noemt het voorbeeld van Roboat, de bedenkers van de autonome veerboot die tijdens de Olympische Spelen zal worden onthuld, een project dat tijdens een borrel werd geboren. Dit toont aan dat innovaties vaak ontstaan op onverwachte manieren en uit onconventionele hoeken. “De werven zijn de facilitators van ongelooflijk veel technologie,” zegt hij. “Maar er zijn zoveel randvoorwaarden bij grote subsidies, en het kan lastig zijn om naar de markt te kijken en te zien waar de investeringsuitdagingen liggen.”

Marlies Sikken, directeur van Smartport, voegt eraan toe dat bedrijven over hun eigen schaduw moeten durven stappen. “Je kunt een innovatie geen test noemen als er zoveel variabelen meespelen,” was een reactie vanuit de zaal. “We moeten begrijpen hoe de keten werkt en hoe we samen kunnen werken om de maritieme industrie te versterken.”

Terug naar Royal Roos – op de vloer van het diner

Bij Royal Roos wordt innovatie niet alleen uitgesproken maar ook uitgevoerd. Zo werken ze momenteel aan een project om twee sleepboten aan te sluiten op walstroom, waardoor ze in de wintermaanden minder brandstof hoeven te gebruiken. Fulko Roos staat pal voor zijn ideeën: “We leren zoveel mogelijk van de innovaties die we doen. Die kennis kunnen we gebruiken voor andere systemen die je inbouwt in schepen.”

Veronica Breed voegt eraan toe dat grote partijen vaak traag kunnen veranderen. “Als je als reder 100 schepen hebt, begin je met één of twee schepen en kijk je wat werkt,” legt ze uit. Dit toont de pragmatische benadering van Royal Roos, waarbij ze hun innovaties geleidelijk in de praktijk brengen en leren van elke stap. Het helpt dat klanten wereldwijd steeds meer eisen dat vervoersmaatschappijen zo duurzaam mogelijk werken. Hoewel de markt nog niet heel groot is, groeit de vraag naar duurzame maritieme oplossingen.

De ambitie van Royal Roos reikt echter verder. Ze onderzoeken momenteel of ze robotarmen uit composietmateriaal kunnen printen voor gebruik op zee, een technologie die veelbelovend is vanwege de combinatie van sterkte en lichtheid. Na een avond vol inspirerende discussies, reflecties en netwerkgesprekken kijken Fulko en Veronica tevreden terug. Roos concludeert: “Dit soort evenementen is cruciaal om de synergie te vinden tussen alle partijen in de sector. Het helpt ons om gezamenlijk de uitdagingen van morgen aan te pakken.”

Overzichtsfoto tafels tijdens diner

De avond werd afgesloten met een inspirerende spoken-word-uitvoering van Ayla Schneiders, Studio Winwin en Strateeg voor bureau Thaesis, die de boodschap van het diner prachtig samenvatte:

“Morgen maken
Dus moeten we flink falen
Want dan kunnen we opschalen
En dat kan alleen samen.”

Het jaarlijkse Maritiem Innovatie Diner (voorheen Maritime Delta Diner) wordt georganiseerd door Maritime Delta en het Rotterdam Maritime Board. Meer dan 150 genodigden kwamen bij elkaar om de krachten te bundelen, netwerken en vooral in te zetten op thema’s als innovatie, investeringen, leiderschap, circulariteit en maritieme maakindustrie. Uiteraard werd er stil gestaan bij de recent verschenen Nationale Sectoragenda Maritieme Maakindustrie en lichtte Kees van der Staaij de kansen toe voor de regio. Gedeputeerde Jeannette Baljeu onderstreepte dit later en met de introductie van regio-liason Reinier van Winden is er logische linking pin met de Regionale Maritieme Agenda en de maritieme inzet in de regio.

Meer weten? Neem contact op met Tessa Luijben.

(vlnr Tije Vos - Myrna van der Berg - Maarten Meulemans - Fabian van den Berg)

Fabian van den Berg (VSTEP) ziet kansen: ‘Laten we als maritieme sector het pionieren meer omarmen’

Een vliegsimulator, maar dan voor schepen: het Rotterdamse VSTEP maakt waarheidsgetrouwe simulators en zelfs complete replica’s van de scheepsbrug. In een uur komen twintig verschillende trainingsscenario’s voorbij. ‘Op het water is het maar hopen dat je de juiste situatie tegenkomt.’

‘De luchtvaartindustrie loopt misschien wel twintig jaar op ons voor’, geeft CEO Fabian van den Berg toe. ‘Maar simulatie in het water is moeilijker dan in de lucht. Wij moeten een hele oceaan zien te simuleren, dat is veel geavanceerder. Er zit zoveel dynamiek in het water. Heel veel aandacht gaat daarnaartoe.’ En dan is er nog het schip. ‘Elke rederij heeft zijn eigen schepen. Ieder schip is uniek, en dat moeten wij weer vertalen naar onze simulatie.’

Daarbij gaat het niet alleen om de vraag hoe het schip reageert op de stroming, de golven of de wind, maar ook om wat zich afspeelt op de brug. Fabian: ‘Denk aan elektronische kaartensystemen of radarsystemen. Die kunnen wij standaard aanleveren in onze simulatie, maar er zijn ook klanten die graag hun eigen apparatuur hebben. Dan moeten wij zorgen dat alles goed op elkaar aansluit.’

Simulatie helpt ook om de bemanning versneld bekend te maken met het gedrag van een nieuw schip.

Simulatie stuurt innovatie

Scheepsbouwer Damen Shipyards is een van die klanten. Tije Vos, commercieel directeur van VSTEP: ‘Er staan simulatoren van ons in het Lighthouse, het innovatiecentrum van Damen in Gorinchem. Die worden ingezet om mensen te trainen die bijvoorbeeld met een sleepboot of ander schip van Damen gaan varen. Verder werken we samen aan een initiatief om bij nieuwbouwschepen meteen een simulator mee te leveren. En onze simulators worden gebruikt voor innovatie- en validatieprojecten’

Dat laatste is mogelijk omdat VSTEP de meest toegankelijke simulator op de markt heeft, benadrukt Fabian. ‘We hebben onze software zo schaalbaar en toegankelijk gemaakt, dat je makkelijk kunt inhaken op onze simulator om je eigen innovaties te valideren en testen.’ Tije vult aan: ‘Damen onderzoekt bijvoorbeeld softwareoplossingen voor efficiënter vlootgebruik. Ze zijn bezig met het testen van nieuwe brugindelingen, lay-outs van hoe scheepsbruggen eruit kunnen zien. En die valideren ze met onze simulatoren.’

Nieuwbouwschepen versneld operationeel

Simulatie helpt ook om de bemanning versneld bekend te maken met het gedrag van een nieuw schip. Tije: ‘Dat zorgt ervoor dat ze de eerste keer een stuk comfortabeler en met meer vertrouwen de brug opstappen. En daardoor hoeft een docent geen tijd te besteden aan elk individueel knopje, maar kan hij gelijk beginnen met de speciale trainingsdoelstellingen voor dat schip.’

Het maakt trainen bovendien veel efficiënter. ‘Met een simulator kun je binnen een uur twintig verschillende scenario’s of verkeerssituaties neerzetten. Op het water is het maar hopen dat je de juiste situatie tegenkomt.’ Dat ze hun schepen inclusief trainingsoplossing kunnen aanbieden, vormt een interessante USP voor Damen. De efficiëntiewinst is direct tastbaar voor de klanten van de scheepsbouwer. ‘Als er een simulator meedraait in het onboardingprogramma, lukt het om een schip ongeveer tien weken eerder operationeel te hebben’, schat Tije in.

Tot 7,25 keer sneller opgeleid

Hoe interessant ook, dergelijke innovatieve toepassingen van de simulator vormen vooralsnog niet de hoofdmoot. Tije: ‘Als je kijkt naar het gros van ons klantenbestand, de maritieme scholen, de marines over de hele wereld, de rederijen, dan gaat het om versneld opleiden. Om het valideren en testen, het bijsturen van de kwaliteit van de studenten of het personeel. Er zijn onderzoeken vanuit maritieme universiteiten die aangeven dat de simulator tot 7,25 keer sneller opleidt.’

Daarmee levert VSTEP een welkome bijdrage aan misschien wel de grootste uitdaging waar de maritieme industrie voor staat. Fabian: ‘Alle rederijen in Nederland, zowel binnenvaart als zeevaart, hebben een groot personeelstekort. Een van de mogelijkheden om daar grip op te krijgen, is zelf opleiden. En daarmee eigenlijk ook de kwaliteit te waarborgen, zodat je makkelijker de transitie kunt maken naar hetzij minder mensen op de brug, of meer en beter geschoold personeel.’

Innovatief ecosysteem

Enkele jaren terug verhuisde VSTEP van het Weena – ‘een kantoor op de 23e verdieping, prachtig uitzicht’ – naar M4H, Merwe-Vierhavens. Fabian: ‘We proberen het kantoor en de werkplaats te combineren, zodat we dagelijks worden geïnspireerd door het moois dat we mogen maken. Dat kon hier, in het Vierhavensgebied.’ Een team van zestig mensen bedient zowel nationale als internationale klanten en partners, en bouwt de simulatieoplossingen met behulp van veelal Nederlandse toeleveranciers. VSTEP werkt samen met gevestigde bedrijven als het eerdergenoemde Damen, KOTUG International, Alphatron Marine en VT Group, maar ook met startups als Smart-Ship en Captain AI.

Die laatste ontwikkelt kunstmatige intelligentie om autonoom te varen. Fabian: ‘Onze simulator is de voedingsbodem voor hun AI. Het continu afspelen van scenario’s, het vullen met data, dat gebeurt aan de hand van de simulator. Net zoals Tesla dat doet via de simulatiesoftware en alle auto’s op de weg.’ Vincent Wegener, de oprichter van Captain AI, is ook oprichter van RAMLAB, het fieldlab Rotterdam Additive Manufacturing. ‘Zodoende kwamen we met elkaar in contact, letterlijk doordat we buren zijn van elkaar. Dat vind ik een heel leuk voorbeeld van het Rotterdamse ecosysteem.’

Ook met Smart-Ship onderzoekt VSTEP mogelijkheden om te innoveren. Tije: ‘Met efficiënt vaargedrag is op sommige schepen wel 15 tot 20% CO2-reductie te behalen. Door gewoon niet voluit te varen. Hoe kun je dat gedrag met technieken aan boord sturen? Dat is één van de redenen waarom we samenwerken met Smart-Ship. Zij maken haptische hendels, waarmee je het vaargedrag van de kapitein kunt coachen. Als volle kracht vooruit niet nodig is, dan is dat ook niet mogelijk met de hendel.’

(vlnr Tije Vos - Myrna van der Berg - Maarten Meulemans - Fabian van den Berg)

MT VSTEP v.l.n.r. Tije Vos – Myrna van der Berg – Maarten Meulemans – Fabian van den Berg)

Fabian ziet nog veel meer mogelijkheden voor de maritieme industrie om te innoveren. ‘En ook te pionieren. We hebben een aantal prachtige maritieme bedrijven in Nederland die hun weg weten te vinden op het wereldwijde toneel. Het is soms wat gefragmenteerd, maar als we dat een beetje weten te bundelen, dan kunnen we heel veel voor elkaar krijgen.’

Hij denkt onder meer aan autonoom varen en remote control centers. ‘Daar liggen heel veel kansen. Ook door met de juiste regelgeving innovatie te ondersteunen. In België en Duitsland zijn er al stukken water waar geëxperimenteerd mag worden, in Nederland stranden die initiatieven. We moeten gewoon durven. Ja, dan gaan we een paar keer op ons bek. Maar dat hoort er ook een beetje bij. Daarmee zijn we groot geworden, met de Rotterdamse haven, de maritieme sector, handen uit de mouwen. Laten we dat meer omarmen en er echt voor gaan.’

Op donderdag 18 april a.s. vindt het Maritiem Innovatie Diner plaats bij VSTEP, tussen de simulatoren. Wellicht is er tussen de gangen door nog mogelijkheid om op de brug plaats te nemen.

Tomas van der Maarel

Jong Haventalent 2023: Een toekomstvisie op de Rotterdamse Haven

‘Sorteer voor op de dingen, en je plukt er je hele leven de vruchten van.’ Met deze woorden als drijfveer spreken we met Tomas van der Maarel, het Jong Haventalent van 2023, nadat hij bijna een jaar lang zijn inspirerende boodschap heeft verkondigd aan de young potentials in de maritieme sector. Met een achtergrond in economie en een familiegeschiedenis doordrenkt van logistieke passie, brengt hij niet alleen een frisse blik maar ook een energieke aanpak in de Rotterdamse haven, waar hij bij Broekman Logistics werkzaam is. Zijn doel is duidelijk: hij richt zich op de mensen die de haven dag in dag uit tot leven brengen.

Tomas’ connectie met de haven is diepgeworteld. Als zoon en kleinzoon van mannen die hun leven aan de binnenvaart hebben gewijd, werd hij al op jonge leeftijd ondergedompeld in de complexiteit en mogelijkheden van de logistieke wereld. Hoewel hij de economische voetsporen van zijn familie volgde, voegde hij een nieuwe dimensie toe aan de toekomst van de haven. “De logistieke wereld zit in mijn bloed. Mijn vader en opa waren beiden actief in de sector,” deelt hij. “Tijdens mijn studie werd ik vooral aangetrokken door de uitdagende puzzel die logistiek steeds weer biedt. Het opzetten van een supply chain op internationale schaal, dat fascineerde me enorm.”

Jong Haventalent 2023

Het belang van zichtbaarheid voor jongeren

In het gesprek benadrukt Tomas telkens het cruciale belang van zichtbaarheid in studies en de noodzaak van jong talent in de haven. “De sector moet meer doen om te tonen wat het te bieden heeft, vooral op het gebied van duurzame initiatieven zoals renewable energy en waterstof.” Dat zit hem toch vooral in het bezoeken van scholen, het laten zien van al die mooie projecten en het écht luisteren naar wat er bij jongeren speelt. Hij heeft verschillende projecten, waaronder het Porthos Project waarbij restwarmte uit het Westland slim wordt hergebruikt, onder de aandacht gebracht bij studenten en jongeren in Rotterdam. “Door deze innovaties te delen, creëer je bewustwording. Hiermee wordt de Rotterdamse haven niet alleen efficiënter, maar ook duurzamer,” deelt hij enthousiast.

Mijn boodschap aan jongeren is duidelijk: oriënteer je heel goed en geniet ervan terwijl je keuzes maakt.

Fysieke wereld in rap tempo gedigitaliseerd

Een voor hem duidelijke verandering is de snelheid waarmee de jeugd digitaal is geworden. “Je kunt het niet meer los van elkaar zien, de fysieke wereld is voor de jeugd in een rap tempo gedigitaliseerd.” En dat dwingt, In een tijd waarin technologie de norm is, zowel de havenindustrie als onderwijsinstellingen zich aan te passen om jongeren te boeien en binden. “Het gaat niet meer alleen om schepen laden en lossen,” legt hij uit. “De Rotterdamse haven is bijzonder slim geworden. Misschien wel de slimste haven ter wereld! Mijn boodschap aan jongeren is duidelijk: oriënteer je heel goed en geniet ervan terwijl je keuzes maakt.”

“Er is zoveel te doen in de maritieme sector”

Als Sales Manager van Broekman Logistics begrijpt Tomas als geen ander de waarde van hard werken en slimme strategieën. Zijn boodschap aan jongeren is dan ook vooral een uitnodiging om je te verdiepen. “Oriënteer je goed, geniet van de uitdagingen en durf risico’s te nemen.” Hij gelooft sterk dat de jongere generaties de sleutel vormen tot de voortdurende vernieuwing van de haven. “Er is zoveel te doen in de maritieme sector,” voegt hij eraan toe. “Als je iets nieuws wilt leren, hoef je nooit ver te zoeken. Alles is mogelijk.”

Tomas heeft niet alleen gesproken op scholen – zo gaf hij sessies op het Albeda College en de Hogeschool Rotterdam om jongeren te enthousiasmeren voor een maritieme carrière – maar heeft ook deelgenomen aan evenementen zoals het MATCH Career Event tijdens de Wereldhavendagen in Rotterdam. Het viel hem op dat een diverse groep mensen, zelfs buiten de maritieme sector, geïnteresseerd is in wat de haven te bieden heeft. “Ik sprak met een man die een eigen bedrijf in de retail heeft, maar weer op zoek is naar dynamisch werk in loondienst. Dit zijn nu typisch de zij-instromers die moeten weten welke kansen hier liggen.” Daarnaast heeft hij actief samengewerkt met Deltalinqs, waar hij netwerksessies voor jongeren heeft georganiseerd om hun bewustzijn over de kansen in de sector te vergroten. Hij is onlangs toegetreden tot het bestuur van Maritime Delta, waar hij betrokken is bij Human Capital-initiatieven.

Jong Haventalent 2023

Tomas van der Maarel is onlangs toegetreden tot het bestuur van Maritime Delta.

Focus op de mensen die het moeten doen

Als Jong Haventalent van 2023 is Tomas nu een rolmodel voor anderen. Hij heeft niet alleen de ambitie om het stokje door te geven, maar ook om het volgende Jong Haventalent te inspireren. Wat moet hij of zij weten? “Alleen door samen te werken, kennis te delen en het initiatief te nemen, kunnen jongeren en de industrie hand in hand gaan om de Rotterdamse haven te blijven transformeren naar een duurzame, innovatieve en bloeiende hub,” concludeert Tomas met vastberadenheid. Hij erkent ook dat er nog steeds obstakels zijn, zoals het hardnekkige idee dat de haven slechts vuil en zwaar werk inhoudt. “Tijdens mijn eigen studie zag ik dat jongeren niet spreken over een toekomst in de haven. Het lijkt erop dat het oude idee van ‘handen uit de mouwen steken en vies werk doen’ nog steeds in hun gedachten rondwaart,” merkt hij op, terwijl dat beeld voltooid verleden tijd is. “Het is aan de arbeidsmarkt om je slimheid in de etalage te zetten én tegelijkertijd te focussen op de mensen die het moeten uitvoeren.”

De toekenning van de titel Jong Haventalent gebeurt door een jury, waarin eerdere Jong Haventalenten en Havenmannen / vrouwen van het jaar zetelen. De jury let op het profiel, de kennis van de haven en de motivatie van de kandidaten. Houdt onze website in de gaten voor meer informatie.