De Ab Initio is een opleidingsschip van het Scheepvaart en Transport College van de STC-Group, met hybride aandrijving.

‘Als het bedrijfsleven samenwerkt, kunnen we ver komen’ – Concrete acties voor Human Capital

Het meest waardevolle kapitaal van de maritieme en havensector is onbetwistbaar het menselijk talent. Deze overtuiging werd kracht bijgezet door de 30 aanwezige CEO’s en directeuren uit de maritieme en havenindustrie tijdens de Human Capital-bijeenkomst op 7 september, gehouden op het innovatieve STC-opleidingsschip Ab Initio. In deze bijeenkomst besprak de sector concrete initiatieven die de koers zullen vormgeven, met als doel voldoende getalenteerde krachten aan te trekken en een divers en inclusief personeelsbestand te creëren. Discussies maakten nu eens plaats voor echte initiatieven, waarvan er een aantal werden gepresenteerd. De bijeenkomst werd gemodereerd door Femke Brenninkmeijer, CEO NPRC en Voorzitter van Maritime Delta. En als eerste spreker gestart door Marja van Bijsterveldt, Burgemeester Delft en maritiem gezant en die gevraagd is om te werken aan de nationaal sector agenda.

De Ab Initio is een opleidingsschip van het Scheepvaart en Transport College van de STC-Group, met hybride aandrijving.

De roep om verandering vanuit de vele betrokkenen is er dan ook. In de Human Capital paragraaf van de Regionale Maritieme Agenda werd én wordt in gezamenlijkheid gestreefd naar een aantrekkelijkere en diverse sector. Maar hoe zit het met de commitment? Aan boord van het opleidingsschip kwam men tot de conclusie dat onder meer inclusie en innovatieve projecten zoals de Ab Initio, de sector daadwerkelijk kan helpen. Op alle niveaus en vanuit alle gelederen komen initiatieven tot stand die inspiratie bieden.

Imago maritieme sector: Dit initiatief richt zich op het verhogen van de bekendheid van de maritieme en havensector bij basisscholieren en scholen. Door een grotere aansluiting met het basisonderwijs te creëren, kunnen jonge leerlingen op vroege leeftijd kennismaken met de sector en de diverse loopbaanmogelijkheden die deze biedt. Jan van der Tempel, CEO Ampelmann en DOB-academy en Jan Kweekel. Kweekeladvies en voormalig CvB-lid STC Group zijn betrokken en ambitie is om in samenwerking met EIC, bedrijven kennis te maken met ten minste 75 basisscholen.

Meer informatie vindt u hier: DOB-Academy Kids – DOB-Academy

Carriére-start-garantie: Het tweede initiatief heeft tot doel de kansen voor jongeren op een baan en carrière in de maritieme en havensector te vergroten. Victor van der Chijs, Voorzitter van Deltalinqs, heeft dit initiatief toegelicht en besproken hoe de sector zich wil inzetten voor de ontwikkeling van jong talent. Met de carrière-start-garantie ontvangen studenten garantie voor een stageplaats, begeleiding door een bedrijfsmentor en vergoeding van school- en boekengeld. Na het behalen van het diploma worden studenten geholpen met een start bij één van de aangesloten bedrijven (en ontvangen ze een financiële vergoeding).

Meer informatie vindt u hier: Carrière Start Garantie (deltalinqs.nl)

Inclusieve haven: Inclusieve haven is een project geïnitieerd door het Havenbedrijf Rotterdam, Gemeente Rotterdam, Deltalinqs en InnovationQuarter voor het stimuleren van diversiteit & inclusie in de sector, en het hiermee aantrekkelijker maken voor (nieuw) talent om te werken in de sector. Vivienne de Leeuw van het Havenbedrijf presenteerde dit project namens het consortium. Deelnemende bedrijf kunnen een TNO- scan laten uitvoeren naar de stand van zaken van diversiteit & inclusie in hun organisatie en suggesties voor een aanpak.

Meer informatie vindt u hier: Op koers naar een inclusieve haven (deltalinqs.nl)

Samenwerking vergroot je wendbaarheid

In de woorden van Vivienne de Leeuw, CFO Havenbedrijf Rotterdam: “Er is een groot belang bij het hebben van een diverse werkgroep; kwaliteit van het werk verbetert en samenwerking vergroot je wendbaarheid.” Wendbaarheid in dit kader verwijst naar het vermogen van de sector om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en uitdagingen. Een diverse werkgroep kan verschillende perspectieven en ideeën bieden, waardoor de sector flexibeler wordt en beter in staat is om innovatieve oplossingen te vinden voor de complexe problemen waarmee ze wordt geconfronteerd. Dit versterkt niet alleen de concurrentiepositie van individuele bedrijven, maar ook de veerkracht van de gehele sector tegenover onvoorziene situaties en toekomstige ontwikkelingen. 

“Er is een groot belang bij het hebben van een diverse werkgroep; kwaliteit van het werk verbetert en samenwerking vergroot je wendbaarheid”- Vivienne de Leeuw

Praktijkervaring delen met jongeren

Anderen zien die wendbaarheid vooral graag terug in de toegankelijkheid van de sector voor jong talent. Testen we onze initiatieven wel genoeg bij deze doelgroep, vraagt wethouder Haven, Economie, Horeca en Bestuur in Rotterdam, Robert , zich af. “Het is belangrijk om jongeren juist bij achterstandswijken actief op te zoeken, zodat we ze begrijpen en enthousiasmeren voor een baan in de haven.” De logistiek dienstverlener, Broekman Logistics, zet in op meedoen aan gastcolleges en open dagen. Marloes van der Mee, General Manager HR bij Broekman: “Zo laten we zien hoe leuk en attractief de sector is.” Het delen van praktijkervaring met jongeren kan hen inspireren om de mogelijkheden in de maritieme en havensector te verkennen.

Petra van Lange, lid College van Bestuur STC, benadrukte het belang van het efficiënter benutten van talent: “De taart aan talent wordt niet groter; we moeten naar andere zaken gaan kijken, zoals het verhogen van de arbeidsproductiviteit.” 

“Het is belangrijk jongeren op te zoeken, zodat we ze begrijpen en enthousiasmeren.” – Robert Simons

Enkele belangrijke inzichten en take-aways uit de bijeenkomst waren: 

  • Meer aandacht voor de sector op het basisonderwijs: Het is van cruciaal belang om jonge leerlingen op vroege leeftijd kennis te laten maken met de maritieme en havensector en de carrièremogelijkheden die deze biedt. Dit kan worden bereikt door een grotere aansluiting met het basisonderwijs te creëren. Zoals Robert Simons aangaf, moeten we “naar de mensen en scholen toe” gaan. 
  • Transport/OV is belangrijk voor de bereikbaarheid van bedrijven in de haven: Het optimaliseren van transport- en openbaar vervoerinfrastructuur is essentieel om bedrijven in de haven toegankelijk te houden. 
  • Accepteren van demografische veranderingen: De vergrijzing dwingt de sector te accepteren dat er met minder mensen gewerkt moet worden. Het is een uitdaging waarbij efficiëntie en slimme oplossingen centraal staan. 
  • Samenwerking tussen bedrijven: Bedrijven kunnen meer samenwerken door bijvoorbeeld sollicitanten die ze niet kunnen aannemen door te verwijzen naar collega-bedrijven. Dit versterkt de sector als geheel en vergroot de kansen voor jong talent. 

Jeannette Baljeu, gedeputeerde Zuid-Holland, sloot de actiegerichte bijeenkomst af en benadrukte het belang van gezamenlijke inspanningen van het bedrijfsleven. Ze zei: “Het bedrijfsleven moet het samen doen!”  

Wil je meer lezen over onze bijdrage aan Human Capital? Deze en meer initiatieven lees je terug in de Regionale Maritieme Agenda 

Wil je meer weten over de initiatieven, neem contact op met de bovengenoemde initiatiefnemers of met ons info@maritimedelta.nl 

4 nieuwe bestuursleden Maritime Delta over human capital en innovatie in maritieme industrie

Hun eerste dag in het bestuur begint vroeg, met een werkontbijt uitkijkend over de Nieuwe Maas. Vanaf de veertiende verdieping van STC Group, de onderwijs- en kennisinstelling voor scheepvaart, transport en havenindustrie, blikken de vier nieuwe bestuursleden van Maritime Delta vooruit op hun aanstaande rol. Welke kennis en invalshoeken brengen ze mee, wat is hun visie op de Regionale Maritieme Agenda, en welke kansen en uitdagingen zien ze voor de sector? We spreken Marco Hoogendoorn, Marlon Drinkwaard, Tomas van der Maarel en Henrik Stevens na afloop van hun eerste bestuursbijeenkomst op 29 juni.

Abstracte concepten tastbaar maken

De presentaties van hun nieuwe collega’s moeten nog even bezinken. ‘Een hoop nieuwe gezichten en informatie’, geeft Marco toe. Hij is directeur van Holland Shipyards, met scheepswerven in Hardinxveld-Giessendam, Werkendam en Vlissingen. Naast traditionele schepen bouwt en onderhoudt het familiebedrijf elektrische schepen en veerponten, en schepen met waterstof- en hybride aandrijving. ‘Dat innovatieve danken we aan onze mentaliteit: we gaan liever aan de slag dan eerst alles tot in detail uit te zoeken.’ Met Maritime Delta wil hij abstracte concepten tastbaar maken, om zo meer haven- en maritieme bedrijven met diezelfde mentaliteit aan te spreken.

Havenindustrie laten leven onder jongeren

Tomas herkent zich in die opgave. Als Jong Haventalent is de manager business-development bij Broekman Logistics in Rotterdam dit jaar ambassadeur voor jongeren in de haven. ‘Voor mij ligt de grootste uitdaging in het aantrekken van meer mensen in de sector. Studenten, maar ook zij-instromers.’ Zelf werd hij tijdens de minor Port Economics, onderdeel van zijn bachelor bedrijfseconomie, gegrepen door de maritieme industrie. Dat resulteerde in een master Urban Transport met een focus op het maritieme aspect. ‘Er is zoveel mogelijk in de haven. Dat wil ik met voorbeelden en verhalen concreet maken, zodat het gaat leven onder jongeren.’

Haven veiliger en toegankelijker maken

Marlon is een echte Rotterdammer: hij groeide er op, zijn vader werkte in de haven en hij liep zelf zes marathons door de stad. Sinds 2016 leveren de varende drones van zijn startup AquaSmartXL een positieve bijdrage aan de veiligheid van de maritieme industrie. ‘We inspecteren watergerelateerde infrastructuur, zoals bruggen, steigers, kademuren en sluizen. Aquadrones werken veilig, snel en efficiënt.’ Hij ziet het als zijn doel om met maritieme innovaties nieuwe banen te creëren die bereikbaar zijn voor alle onderwijsniveaus. En daarmee de Rotterdamse maakindustrie een boost te geven. ‘Ik wil de haven toegankelijker maken en iets terug doen voor de stad waar ik zoveel van hou.’

Talenten van de toekomst opleiden

Voor Henrik zijn zowel de maritieme industrie als een bestuursfunctie bekend terrein. Als voorzitter van het college van bestuur van het Da Vinci College Dordrecht maakt hij Maritime Delta triple helix. ‘In deze baan komen mijn werkervaring en liefde voor de haven en scheepvaart samen’, zegt hij. Na zijn promotie op internationaal havenbestuur werkte hij vijftien jaar in verschillende havens wereldwijd en was hij directeur van Maritiem en Logistiek College De Ruyter in Vlissingen en van Techniek College Rotterdam. Net als Tomas richt hij zich vanuit die rol op het aantrekken, opleiden en behouden van de maritieme medewerkers van de toekomst.

Supermodern, innovatief en tastbaar

Het is vooral de tastbaarheid die de heren aanspreekt in het maritieme. ‘Eerder werkte ik bij een bank, waar ik verantwoordelijk was voor IT-implementaties’, vergelijkt Marlon. ‘Een stuk minder indrukwekkend dan een schip van een paar honderd meter lang.’ En bovendien onmisbaar voor internationale samenwerking, stipt Henrik aan. ‘Havens zijn de monden waarmee werelddelen met elkaar spreken. En waar ook nog eens supermoderne, innovatieve en tastbare technieken worden ontwikkeld.’

“Mensen die in de haven of scheepvaart werken, denken in oplossingen, zijn altijd bereid grenzen te verleggen en durven risico’s te nemen.”

Directheid en focus op doen

Ze voelen zich alle vier als een vis in het water tussen de mensen in de haven en scheepvaart. ‘Het directe en de focus op doen’ waardeert Tomas het meest. ‘En de variëteit in banen. Er is zoveel te doen in de maritieme sector. Als je iets nieuws wilt leren, hoef je nooit ver te zoeken. Alles is mogelijk.’ Henrik omschrijft de mentaliteit als open en nieuwsgierig. ‘Mensen die in de haven of scheepvaart werken, denken in oplossingen, zijn altijd bereid grenzen te verleggen en durven risico’s te nemen. Daar ben ik trots op.’

Nieuwe banen door innovaties

Innovatie en verduurzaming staan hoog op de agenda van het bestuur. ‘Innovaties kunnen op veel vlakken meerwaarde creëren’, verwacht Marlon. ‘Kijk naar onze aquadrone: die zorgt dat mensen in minder gevaarlijke situaties terechtkomen en verzamelt waardevolle – en indrukwekkende – informatie. Als ik de kleurrijke onderwaterbeelden zie, denk ik vaak: is dit Nederland?!’ Hij vult aan dat robots de mens nooit helemaal zullen vervangen. ‘Ze veranderen het werk, waardoor nieuwe banen ontstaan. Bijvoorbeeld om robots of drones aan te sturen, of de verzamelde beelden te beoordelen.’

Vergroening en digitalisering

Marco legt eveneens de link tussen innovatie en de arbeidsmarkt. ‘We hebben een behouden uitstraling. Maar door de vergroening en digitalisering is de sector veel cleaner geworden.’ Tomas wil dat conservatieve beeld bijstellen door scholieren en studenten mee te nemen naar de haven. ‘Laden en lossen van containers is tegenwoordig net gamen’, illustreert hij. ‘Als je dat voor een klas zegt, maakt het weinig los. Laat je de leerlingen het zelf ervaren of zien via video’s, dan gaat het leven. En generatie Z is kritisch, zeker als het aankomt op duurzaamheid. Het is daarom belangrijk om leerlingen én hun ouders bewuster te maken van de verduurzaming en de vele mogelijkheden van de sector.’

“De lokale opleidingen scheepsbouw, maritieme techniek en jachtbouw in de Zuid-Hollandse havens leveren waardevolle arbeidskrachten op, die we hard nodig hebben.”

uitzicht over Rotterdamse haven

Samenwerking onderwijs en bedrijfsleven

De verantwoordelijkheid ligt deels bij de scholen, vindt Henrik. ‘We moeten carrièreperspectieven en loopbaanoriëntatie moderniseren, en ouders en decanen betrekken.’ Marco ziet het Da Vinci College daarin als voorbeeld. ‘Ik vind dat jullie vooroplopen in het actief opzoeken van de arbeidsmarkt’, reageert hij. ‘In fieldlab de Duurzaamheidsfabriek werken studenten intensief samen met bedrijven. En er zijn al veel lokale opleidingen scheepsbouw, maritieme techniek en jachtbouw in de Zuid-Hollandse havens. Die samenwerking levert waardevolle arbeidskrachten op, die we hard nodig hebben.’

Multi-inzetbare arbeidskrachten

Een andere oplossing voor de krappe arbeidsmarkt ziet Henrik in het multi-inzetbaar maken van bestaand personeel. ‘De vergrijzing en vergroening gaan door, en de arbeidsmarkt blijft krap. Door arbeidskrachten wendbaarder en weerbaarder op te leiden, worden ze breder inzetbaar. Dan kan Marlon een van zijn medewerkers uitlenen aan Marco, of andersom. Of denk aan een overstap van een baan op zee naar een taak aan wal. Zo’n common pool-aanpak voorkomt ook dat mensen de sector verlaten: het houdt het werk uitdagend en afwisselend. En door hechte verbindingen beschikken maritieme bedrijven samen over meer mensen. Het maakt dan niet zoveel uit wáár in de sector mensen instappen.’

Veranderingen in bestuur

Naast de komst van de vier nieuwe leden verandert de samenstelling van het bestuur met het vertrek van Arie Koedood (Koedood Marine Group) en Jan Kweekel (STC Group). Het huidige bestuur telt elf leden. Naast de vier startende zijn dit:

·      Femke Brenninkmeijer, voorzitter van het Maritime Delta-bestuur en CEO van NPRC

·      Linco Nieuwenhuijzen – Hoofd Innoveren a.i.

·      Roel de Graaf, managing director van Netherlands Maritime Technology

·      Petra de Groene, directeur Economie en Duurzaam bij de gemeente Rotterdam

·      David Roodenburg, CEO van Huisman Equipment

·      Fulko Roos, eigenaar van Royal Roos

·      Jan van der Tempel, CEO van Ampelmann

Het huidige bestuur wil beide vertrekkende bestuursleden hartelijk danken voor hun inzet voor Maritime Delta.

Inclusieve haven

Het thema human capital is overduidelijk het belangrijkste speerpunt voor de nieuwe leden. Daarbij horen ook inclusiviteit en diversiteit, waarvoor Maritime Delta het project Inclusieve Haven opzette. ‘Geen plek in Nederland is internationaler dan de Rotterdamse haven’, zegt Marlon daarover. ‘Alle culturen zijn hier vertegenwoordigd. Ik wil daarom graag banen creëren voor iedereen, waarbij we niemand uitsluiten.’

Ook Marco wil de sector inclusiever en toegankelijker maken, om zo meer mensen aan te trekken. ‘Als we daaraan én aan de implementatie van innovaties een bijdrage kunnen leveren vanuit Maritime Delta, dan ben ik heel gelukkig.’ Tomas sluit af: ‘Er zijn zoveel gave, duurzame projecten in de haven en scheepvaart, en er is zoveel mogelijk. Iedereen in de haven weet dat; nu de buitenwereld nog.’

Neem voor meer informatie of samenwerking met Maritime Delta contact op met Edward Gilding.

In DecomCockpit werken Zuid-Hollandse bedrijven samen aan volledig circulair verwerken van windparken

De komende vijf jaar bereiken zo’n vierhonderd windturbines op Nederlands bodem het einde van hun levensduur. Ze worden dan afgebroken, maar er is wereldwijd weinig kennis over duurzame demontage, recycling en hergebruik van onderdelen. In het consortium DecomCockpit werken vier Zuid-Hollandse bedrijven samen aan volledig circulaire verwerking van on- en offshore windturbines. InnovationQuarter bracht de partijen samen en adviseerde bij het opstellen van de propositie en subsidieaanvragen. In het najaar verwacht het Just Transition Fund (JTF) van de EU een financiering toe te kennen voor de eerste pilot.

Dit artikel is doorgeplaatst vanuit InnovationQuarter. 

4 Zuid-Hollandse bedrijven

Consortium DecomCockpit bestaat uit vier bedrijven:

·  Circular Recycle Company (CRC) ontwikkelt de eerste duurzame recyclemethode voor thermohardend composiet, een veelgebruikt materiaal in vliegtuigen, auto’s, boten en windmolenwieken. CRC verwerkt het composiet tot grondstof voor onder meer bouwmaterialen.

·  Adviesbureau ECHT versnelt en faciliteert de energietransitie met projectcoördinatie en materiaalchecks.

·  Metaalverwerker Jansen Recycling Group recyclet jaarlijks 500.000 ton metaalafval uit heel West-Europa.

·  Sif ontwerpt en produceert offshore fundatiebuizen: het deel van de windmolen dat onder water staat.

‘Die vierhonderd turbines zijn er meer dan er worden bijgebouwd’, vergelijkt Maarten Lobregt, Project Manager Energy Transition bij ECHT. Windparkbeheerders zoals Eneco en Vattenfall schrijven aanbestedingen uit voor de ontmanteling. ‘Turbines die nog goed werken, worden vaak verkocht en elders opnieuw opgebouwd. De meeste turbines die de komende jaren worden afgebroken zijn daarvoor in te slechte staat. Daarom vragen windparkeigenaren steeds meer advies over duurzame verwerkingsmethoden.’

Zo’n 90 procent van de onderdelen wordt al gerecycled, maar een deel belandt op de stort of in de verbrandingsoven. ‘Het is soms moeilijk te achterhalen wat er na de ontmanteling precies met de onderdelen gebeurt’, verklaart Maarten. ‘Bij ECHT buigen we ons al jaren over de vraag: hoe maken we volledig circulaire materiaalverwerking mogelijk én rendabel? Daar geven we met DecomCockpit antwoord op: we creëren meerwaarde voor elkaar en daarmee voor windparkeigenaren.’

Elkaar aanvullen en versterken

De partners creëren die meerwaarde door samen een recycleketen te vormen, waarbij ieder zich op de eigen schakel richt. De keten begint bij ECHT, dat de volledige projectcoördinatie, het klantcontact en de materiaalinspectie verzorgt. ‘In een turbine zitten tientallen verschillende kabels, motoren, generators, olie en andere onderdelen’, specificeert Maarten. ‘Daarom maken we voorafgaand aan de demontage van iedere turbine een materiaalpaspoort. Hiermee adviseren klanten over duurzame verwerking en zorgen we dat de materiaalverwerking transparant blijft.’

“We zijn alle vier frontrunners op het gebied van duurzaamheid.”

– Maarten Lobregt, Manager Energy Transition bij ECHT

Frontrunners in duurzaamheid

Met het materiaalpaspoort bepaalt ECHT of de onderdelen geschikt zijn voor hergebruik of reparatie. Pas als dat niet gaat, kijken ze naar recyclemogelijkheden. ‘Jansen en CRC maken de recycling zo duurzaam mogelijk’, vertelt Maarten. ‘We zijn alle vier frontrunners op het gebied van duurzaamheid. Jansen levert de hoogste kwaliteit staalsortering en -recycling van Nederland – en kwaliteit betekent duurzaamheid. Kwalitatief materiaal gaat tenslotte langer mee. Hetzelfde geldt voor CRC en Sif.’ Die laatste sloot later op eigen initiatief aan en vergroot de scope van het consortium naar offshore windparken.

Recycling wieken grootste uitdaging

Het verwerken van de wieken, ook wel bladen, vormt de grootste uitdaging voor duurzame verwerking. ‘Tot voor kort verdwenen die onder de grond’, vertelt Sylvia van CRC. Een complicerende factor is dat turbines steeds groter worden. ‘Modernere turbines hebben langere bladen, die meer energie opwekken, maar soms al na tien tot vijftien jaar aan vervanging toe zijn.’ De unieke technologie van CRC maakt recycling van de bladen voor het eerst mogelijk.

Energie & Klimaat

Met het gezamenlijke innovatieprogramma Energie & Klimaat stimuleren Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), TNO, de provincie Zuid-Holland en InnovationQuarter duurzame innovatie in de regio. In het kader van dit programma bracht InnovationQuarter de partners in DecomCockpit samen, en adviseerde het consortium over de propositie, samenwerkingsovereenkomst en subsidieaanvragen.

Verkleinen, opslaan en gefaseerd aanleveren

Jansen Recycling Group deelt de wieken op in kleinere stukken en levert ze in de juiste grootte aan bij CRC. ‘Metaal uit windmolens verwerken we vaker, maar met composiet hadden we nog nooit iets gedaan’, erkent Peter Roest, Chief Operations Officer bij Jansen. ‘Een pilotproject met vijf enorme turbines van Eneco bewees dat het kan.’ De metaalverwerker biedt CRC ook opslagruimte voor grote projecten, zoals partijen turbinebladen. ‘Windparken bestaan soms uit wel zestig molens. De bladen daarvan leveren we verkleind en gefaseerd aan bij CRC.’

onderdelen van een windturbine bij Decomcockpit

Horizon Europe en REACT EU

Het plan voor het consortium ontstond in 2021, na gesprekken tussen InnovationQuarter, Maritime Delta, TNO en SmartPort, de kennishub van de Rotterdamse haven. Een uitgebreid regionaal onderzoek toonde de kansen van offshore wind park commissioning aan. Één van de aanbevelingen was de verdere ontwikkeling van DecomCockpit.

Mede dankzij het Energie & Klimaat-programma van InnovationQuarter bemachtigde DecomCockpit verschillende subsidies. Zo kregen ECHT en Jansen Recycling Group vanuit het Horizon Europe-programma financiële support om verschillende recyclemethodes voor turbinebladen te testen. CRC ontving via InnovationQuarter en lokale partners ruim een miljoen euro uit het REACT EU-fonds, waarmee ze hun eerste pilot afrondden.

Just Transition Fund

Het kapitaal van zo’n € 1,5 miljoen dat het JTF dit najaar toekent verdelen de consortiumpartners onderling. CRC zet het in voor technologie om het recyclaat nog beter af te stemmen op de marktvraag. Jansen bekostigt er deels de apparatuur mee voor het verkleinen van de wieken. En ECHT gebruikt het voor verdere ontwikkeling van de materiaalpaspoorten in samenwerkingen met marktpartijen. ‘Er zijn nu veel verschillende materiaalpaspoorten in omloop’, licht Maarten toe. ‘Dat is een gevaar voor goede recycling. We willen daarom een specifiek paspoort standaardiseren en zo continuïteit creëren.’

Meerwaarde samenwerking

De vier partners zien de samenwerking als meerwaarde voor hun dienstverlening aan klanten. ‘We vullen elkaar prachtig aan’, vindt Peter. ‘Deelnemen aan een consortium vraagt om een goede inschatting van je positie in het geheel: dat je niet het maximale voor jezelf wil bemachtigen, maar durft te denken in het belang van de gemeenschap. Ik denk dat die mindset onmisbaar is voor verduurzaming, op alle vlakken.’

InnovationQuarter als aanjager

Peter hecht daarom veel waarde aan de connecties die InnovationQuarter tot stand brengt. ‘Dat doen ze goed. Ze weten hoe je een samenwerking aanzwengelt en nemen vooral in het begin de lead. Nu alles draait, kunnen we altijd bellen voor advies of om te sparren.’ Maarten: ‘Vooral voor vragen rondom subsidieverstrekking hebben we nu veel aan InnovationQuarter. Ze weten hoe je dat slim aanpakt.’

“Als je kiest voor een duurzame ontmanteling, betaalt zich dat altijd terug.”

– Peter Roest, Chief Operations Officer bij Jansen Recycling Group

Complete windparken verwerken

Afzonderlijk hebben de partners al verschillende turbines circulair verwerkt. De volgende stap is het gezamenlijk verwerken van windparken. ‘We richting ons daarbij op twee vragen’, vertelt Peter. ‘Hoe kunnen we dat zo efficiënt mogelijk doen, en hoe krijgen we onze opdrachtgevers zo ver dat ze direct naar DecomCockpit komen voor advies, inspecties en materiaalverwerking? Nog te vaak speelt de prijs een doorslaggevende rol bij aanbestedingen. Dat moet veranderen. Als je kiest voor een duurzame ontmanteling, betaalt zich dat altijd terug.’

Nieuwe wetgeving

Maarten deelt die visie. ‘Het doorverkopen van turbineonderdelen voor hergebruik levert het meeste op.’ Om windparkeigenaren daarvan te overtuigen, wil hij de zichtbaarheid van het consortium vergroten. ‘Daartoe proberen we ook de Europese wetgeving te laten meebewegen. De windenergiesector is welwillend: ze hebben al geregeld dat materiaalpaspoorten vanaf 2025 verplicht zijn en composiet niet meer naar de stort mag. Daar zijn we heel blij mee.’

Netwerk vergroten

Hij ziet het huidige consortium als een stevig fundament en wil het netwerk nu verder uitbreiden met partners die de duurzaamheidsambitie delen. ‘Denk aan kabelverwerkers, aannemers en kraanbedrijven die de turbines op duurzame wijze afbreken. Maar ook aan kennis- en onderzoeksinstellingen. Door de samenwerking bellen we elkaar veel sneller op. Met nog meer ketenpartners creëren we extra meerwaarde voor elkaar en voor opdrachtgevers.’

Lees meer over het consortium en de recente activiteiten op de website van DecomCockpit. Neem voor samenwerking of vragen contact op met Maarten Lobregt.

logo Maritiem Masterplan

Toekenning Maritiem Masterplan versterkt concurrentiepositie van de hele maritieme keten

Het Maritiem Masterplan, dat onlangs een impuls kreeg door een toekenning van 210 miljoen vanuit het Nationaal Groeifonds, legt de nadruk op een geavanceerde en vooruitstrevende maritieme keten. Het plan omvat de ontwikkeling van 40 emissieloze demonstratieschepen, met bijbehorend onderzoek naar- en productie van geavanceerde vaarsystemen, digitale systemen, software en mechanische onderdelen. Een deel van de toekenning gaat naar de inzet en versterking van Human Capital, door de samenwerking tussen maritieme kennisinstellingen en het bedrijfsleven te bevorderen.  Meer dan 30.000 werknemers in de maritieme sector worden actief bijgeschoold, zodat zij de transitie kunnen maken naar klimaatneutrale systemen.

De toekenning draagt op diverse onderdelen bij aan kennisontwikkeling, productontwikkeling, werkgelegenheid en duurzaam verdienvermogen. Met de bouw van emissieloze schepen wordt straks complexe technologie die nodig is voor duurzame oplossingen aan boord, in de praktijk getest en bewezen. Bovendien varen deze schepen op alternatieve brandstoffen als waterstof, methanol of op LNG met carbon capture.

Duurzaam groeimodel
Volgens de commissie – die het voorstel heeft beoordeeld – kan een nieuw duurzaam groeimodel worden toegepast in de hele maritieme keten, inclusief strategische deelmarkten, zoals de kust- en binnenvaart, natte waterbouw, wind op zee en maritieme veiligheid en dienstverlening. Dit betekent dat er innovatieve oplossingen worden ontwikkeld en toegepast in deze sectoren, waardoor de maritieme sector een voorsprong heeft en een verschil kan maken in vergelijking met andere landen en waardeketens.

Human Capital: voldoende mensen zijn én blijven
Tegelijkertijd drijft deze sector op het menselijk kapitaal. Het Human Capital programma verzekert de maritieme sector ook in de toekomst van voldoende gekwalificeerd personeel, dat op de hoogte is van de meest recente kennis en ervaringen vanuit de demonstratieschepen. Het ontsluiten en delen van data en resultaten uit het werken met de schepen, maakt het mogelijk gedurende de gehele levensduur van een schip kosten te besparen. De integrale aanpak binnen het plan legt de verbinding met onderzoeksinstellingen en opleidingsinstituten op verschillende niveaus.

Edward Gilding, Programma Coördinator Maritime Delta: “Wij feliciteren NML en de sector van harte met de toekenning van het maritiem masterplan. De beoogde activiteiten zijn erg relevant voor het regionale cluster in Zuid-Holland en dragen aanzienlijk bij aan de thema’s uit de Regionale Maritiem Agenda. Zoals duurzaam varen en human capital, want onze mensen maken het verschil.”

Het Maritiem Masterplan omvat vier hoofdprogramma’s: waterstof, methanol, LNG met Carbon Capture en energie-efficiëntie.

Waar wordt op ingezet?

  • Het Maritiem Masterplan wil een innovatieve keten opzetten voor schepen gedurende hun hele levensduur.
  • Emissieloze schepen:  ontwerpen, bouwen en inzet van 40 emissieloze schepen, met bijbehorend onderzoek naar – en productie van vaarsystemen, digitale systemen, software en mechanische onderdelen.
  • Het doel is om een nieuw innovatie- en verdienmodel te creëren dat de maritieme sector onderscheidt van concurrerende landen.
  • De focus ligt op opschaling en waardecreatie in strategische deelmarkten en waardeketens, zoals kust- en binnenvaart, natte waterbouw, wind op zee en maritieme veiligheid en dienstverlening.
  • >750 bedrijven digitaal laten samenwerken via het joint maritime digital platform
  • >30.000 werknemers bijscholen in de maritieme sector om transitie te maken naar klimaatneutrale systemen
  • 5-10% arbeidsproductiviteitverhoging door Human Capital programma om verwachte arbeidstekort op te vangen.

infographic maritiem masterplan

Het Maritiem Masterplan is niet los te zien van de aangekondigde Sectoragenda Maritieme Maakindustrie en de middelen uit het Klimaatfonds, waaronder ook voor scheepvaart. Volgens economische analyses levert het Maritiem Masterplan een extra toegevoegde waarde van 33 tot 40 miljard tot 2050. Naast de economische impact draagt het plan bij aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen (230 megaton CO2 tot 2050) en daarmee een gezondere leefomgeving voor iedereen.

Blijf op de hoogte
Wil je op de hoogte blijven van de thema’s Duurzaam Varen, Human Capital en Digitalisering in de maritieme sector, houdt dan onze nieuwsbrief en LinkedIn in de gaten. Meer lezen over de Regionale Maritieme Agenda kan hier.

Wat zijn de kansen en mogelijkheden en toepassingen voor 5G technologie in de maritieme sector?

Naar verwachting zal 5G de digitalisering van de scheepvaartindustrie versnellen om de communicatie tussen voertuigen en controlekamers snel, veilig, wijdverspreid en te allen tijde betrouwbaar te maken. Voor dit soort nieuwe toepassingen moeten er grote hoeveelheden data getransporteerd en verzonden worden.

In drukke gebieden zoals in havens, sluizen en bij aanlegsteigers is er een grote vraag naar snelle, accurate en betrouwbare gegevens. Havenplanners willen bijvoorbeeld de brandstof- en veiligheidsinformatie en vaarroutes in de gaten houden. In een recent artikel van Maritiem Nederland wordt gesteld dat het verzamelen van al deze gegevens aanzienlijke bandbreedte vereist en 5G-technologie speelt hierbij een cruciale rol. In de toekomst staat er misschien geen loods of kapitein meer aan het stuur van een schip. Vanuit het kantoor van de havenmeester wordt het schip op afstand bestuurd via een zeer snel internetsignaal. Als je één individueel schip hebt, kan je een heel eind komen met het huidige 4G netwerk. Maar als je meerdere schepen hebt die je autonoom wilt laten varen dan heb je de capaciteit van 5G nodig. Verbeterde, hogere connectiviteit en veiligheid is van essentieel belang voor deze zaken, vooral in drukke gebieden.

Wat is 5G?

De term 5G staat simpelweg voor de vijfde generatie van mobiele verbindingen. Het is dan ook niet één techniek, maar een combinatie van verschillende bestaande en nieuwe technologieën. Bijzonder aan 5G is, dat de mogelijkheden niet alleen veel groter zijn, maar dat voor elke toepassing de verbinding op maat kan worden ingesteld. Tot slot komt er veel meer bandbreedte beschikbaar. Het is met 5G mogelijk om tot 100 keer meer data te versturen dan met 4G. Ten tweede is de verbinding veel sneller, waarbij het signaal een erg lage latency of vertraging biedt. En ten derde is er ‘massive Internet of Things’, omdat 5G tot 100 keer meer apparaten kan verbinden met het internet. Daarmee opent 5G talloze nieuwe toepassingsmogelijkheden voor de scheepvaart en de havenindustrie. Real-time gegevensuitwisseling tussen voertuigen, schepen, havens en warehouses, en de mogelijkheid om de operatie op afstand te besturen en te ondersteunen. Dit kan leiden tot meer inzet van autonome robots, augmented reality, sensoren en drone-inspecties. De toepassingen van 5G en IoT maken niet alleen de logistieke keten efficiënter, maar zorgen ook voor een betere beveiliging van de kritieke infrastructuur en bescherming van het milieu.

Foto: iStock.com/kokouu

5G komt online in de havens

In 2021 kondigde de Haven van Moerdijk aan, dat in het hele havengebied 5G-connectiviteit beschikbaar wordt gemaakt, verzorgd door partner KPN. Zo wil Moerdijk voorbereid zijn op de komst van zelfrijdende logistieke voertuigen (ook wel Automated Guided Vehicles genoemd), de inzet van autonome robots en cobots in de haven, meer toepassingen van augmented reality door havenmedewerkers, en het uitvoeren van inspecties met drones en onderwater robots. Al in 2018 experimenteerden KPN en Shell in het havengebied van Rotterdam met 5G-technologie en zijn er toepassingen gedemonstreerd rondom inspectie van pijpleidingen op corrosie. Met 5G kunnen zeer hoge resolutie (zogenaamde 8K) beelden, waarop de corrosie in detail te zien is, op grote schaal worden verzonden naar de cloud.

Ook in andere havens wordt inmiddels druk gewerkt aan de uitrol van 5G. Zo is er in de haven van Antwerpen een 5G-testnetwerk, werken KPN en Orange Belgium samen aan 5G-verbindingen tussen schepen op de Westerschelde en de havens en terminals, en heeft BASF vorige maand besloten om in de Antwerpse haven het eerste private 5G netwerk uit te rollen samen met telecomprovider CityMesh. Ook in deze gevallen dient het 5G-netwerk vooral voor industriële toepassingen zoals real-time monitoring van procestechnologie.

Wat betekent dit voor uw bedrijf in de maritieme sector?

Ook al zijn er nu vooral besluiten genomen om de 5G-netwerken te gaan bouwen, er zijn al wel concrete experimenten geweest die de nieuwe technische mogelijkheden goed aantonen.
De ultra betrouwbare verbindingen die 5G biedt maken de weg vrij voor autonoom varen. MarinMinds, KPN, Huawei en 5Groningen testten in de Eemshaven met succes een oplossing voor een autonoom peilschip. In Zuid-Holland worden experimenten gedaan om autonome inspectiedrones zonder supervisie te laten inspecteren, zowel in de lucht als op het water. Die betrouwbare verbindingen werden in de tests bij Shell Pernis dan weer ingezet om in een petrochemische installatie automatisch kleppen te openen en te sluiten, om te voorkomen dat twee gevaarlijke producten met elkaar mengen.

Het Nederlandse bedrijf Techbinder maakt gebruik van het feit dat er met 5G véél meer sensoren tegelijk kunnen worden aangesloten. Zij ontwikkelden de Smart Vessel Optimizer, een tool waarmee het energieverbruik van vrachtschepen heel gedetailleerd wordt gemonitord. Daarmee wordt er precies in kaart gebracht waar het schip brandstof kan besparen. Op basis van die data kunnen rederijen en schipeigenaren acties ondernemen om de hoeveelheid brandstof en emissies naar beneden te brengen, met besparingen tot wel 25% tot gevolg.

De veel grotere datastromen die 5G kan verwerken zijn in experimenten bij het Delftse Do IoT Fieldlab ingezet om drones te laten vliegen met camera’s van veel hogere resolutie, of de LiDAR-inspectiedata van robots in de petrochemische industrie in real-time naar de cloud te sturen voor verdere verwerking.

Foto: iStock.com/sefa ozel

Zelf aan de slag met 5G

Dit zijn een aantal voorbeelden van de nieuwe mogelijkheden. Innovation Quarter komt graag in contact met bedrijven uit de maritieme sector die aan de slag willen gaan met 5G technologie. Binnen 5G-innovatie in Zuid-Holland werken we aan:

  • Bedrijven ondersteunen bij het ontwikkelen en opschalen van hun 5G (IoT) oplossingen via innovatieprojecten en stimuleringsregelingen.
  • Het Zuid-Hollandse ecosysteem versterken op het gebied van ontwikkeling en toepassing van 5G-(IoT)-technologie.
  • Een gezamenlijke visie en roadmap ontwikkelen voor de provincie Zuid-Holland op de inzet van 5G-technologie in het bedrijfsleven en door de overheid.

In Zuid-Holland zijn vijf locaties ingericht waar bedrijven met innovatieve 5G-technologie kunnen experimenteren en er zijn nog een aantal in ontwikkeling. Ieder van die locaties biedt de mogelijkheid om op specifieke showcases te testen: van dataverzameling in fabrieken tot autonome drones voor reddingsbrigades, van milieumetingen in de stad tot gebruik van robots op openbare toeristische locaties. Zo bieden we bedrijven de mogelijkheid om sneller van een idee naar een gedemonstreerde toepassing te komen.

De fieldlabs werken zoveel mogelijk samen en delen waar mogelijk hun kennis, infrastructuur, studententeams en resultaten. Zo maken we van Zuid-Holland de hotspot voor 5G-innovatie. In samenwerking met InnovationQuarter, Provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Do IoT Fieldlab en de Economic Board Zuid-Holland.

Ook als u nog niet goed weet hoe 5G invloed gaat hebben op uw bedrijfsvoering, bekijk onze website www.innovationquarter.nl/5g. Of neem contact op met Jos Maccabiani.

Programmamanager Karin Struijk

Werkendam Maritime Industries opent eigen campus om talent aan te trekken

Werkendam Maritime Industries (WMI) heeft sinds kort een eigen campus, midden in de haven van Werkendam. Onderwijsinstellingen en bedrijfsleven werken er samen om studenten en personeel op te leiden en aan het cluster te binden. En dat is hard nodig. Programmamanager Karin Struijk: ‘Op dit moment staan er meer dan 140 vacatures open bij de 48 bedrijven in ons cluster. En de wereld om ons heen verandert snel door de vele technologische ontwikkelingen en de gevolgen van klimaatverandering. We moeten wendbaar blijven en onze concurrentiepositie verstevigen. Daar hebben we heel veel enthousiaste mensen voor nodig.’

Ze spreekt even bevlogen over haar werk als vorig jaar, toen ze Maritime Delta vertelde over haar achtergrond als schippersdochter en het belang van WMI. Het maritieme cluster van Werkendam bedient klanten in binnen- en buitenland, en omvat onder meer scheeps-, jacht- en waterbouw, de maakindustrie en alle betrokken toeleveranciers en dienstverleners. Samen vormen de leden een ecosysteem dat zich richt op het ontwerpen, bouwen en onderhouden van schepen en andere maritieme constructies.

‘De maritieme sector is een van de grootste economische motoren van de regio’, benadrukt Karin. ‘Onze leden zijn samen goed voor ruim tweeduizend arbeidsplaatsen.’ En met de een na grootste binnenvaartthuishaven van Nederland, op drie Europese hoofdtransportassen, komt al het binnenvaartvervoer tussen Duitsland, Antwerpen en Rotterdam langs Werkendam. ‘De havenbedrijven vergroten het succes van andere sectoren. Als het bij ons goed gaat, merken de bakker en de slager dat ook.’

5 pijlers

De campus is ingericht op basis van vijf pijlers:

1.      Techniekpromotie: voor meer instroom in technische opleidingen

2.      Leven lang ontwikkelen: om- en bijscholing om personeel duurzaam inzetbaar te maken

3.      Opleiden jonge mensen: voor betere aansluiting van technisch onderwijs op de behoeften van de arbeidsmarkt

4.      Activering naar werk: zodat er minder vacatures openstaan en er minder mensen zonder werk zitten

5.      Onderzoek & innovatie: voor een slimme, vooroplopende en aantrekkelijke businessregio

Talent vinden, binden en boeien

Met de nieuwe campus heeft WMI voor het eerst een eigen plek op de haven. ‘Voorheen zwierf ik met m’n spullen en met groepen studenten langs de verschillende bedrijven’, vertelt Karin. ‘Nu hebben we ons eigen kantoor en een eigen lesruimte – en die waren hard nodig met de snelle groei van ons cluster.’ Er staan al verschillende trainingen voor medewerkers van bij WMI aangesloten bedrijven op de planning, waaronder hydrauliek en technisch Engels en Duits. Karin: ‘De campus helpt ons te slagen in onze missie: talent vinden, binden en boeien. Een van de grootste uitdagingen van de sector.’

Gefinancierd door ondernemers

In eerste instantie is de campus een pilot van twee jaar, opgezet en gefinancierd door de ondernemers uit het cluster. ‘We werken toe naar een grotere campus voor de lange termijn, met onder meer een praktijklokaal’, legt Karin uit. ‘Daarvoor is eerst een haalbaarheidsstudie nodig, die met de pilot van start is gegaan. We onderzoeken de mogelijkheden voor structurele financiering en manieren om het onderwijs blijvend aan ons te binden.’

Overheid

De maritieme campus krijgt daarbij support van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Altena. Altena beschouwt het maritieme cluster als een belangrijk speerpunt voor de regionale economie en heeft de maritieme campus opgenomen als ambitie in het bestuursakkoord. De gemeente ziet mogelijkheden om de campus te koppelen aan gemeentelijke doelen op het gebied van de arbeidsmarkt. Altena investeert in menskracht en de haalbaarheidsstudie en onderzoekt de mogelijkheden voor toekomstige huisvesting van de campus. Daarnaast wordt de pilot en het haalbaarheidsonderzoek ondersteund door Regio West-Brabant met een subsidie vanuit het Onderzoek & Ontwikkelfonds.

Verbinden en inspireren

De campus vormt een belangrijke schakel in de verbinding tussen onderwijsinstellingen en ondernemers. ‘Als cluster hebben we een verbindende en een inspirerende rol’, licht Karin toe. ‘Dat begint al bij kinderen en jongeren laten zien wat de bedrijven hier doen en hoe groot de impact van de haven is.’ De leden van het cluster zijn daarin zelf ook actief. Zo ontwikkelt Kieboom, leverancier van scheepsmaterialen, het keuzedeel ‘Heffen en hijsen’ voor vmbo-leerlingen uit de regio. Een aantal andere bedrijven in het cluster werkt samen met studenten van Avans Hogeschool aan verschillende projecten. ‘Veel van zulke activiteiten kunnen we nu op de campus faciliteren. Dat verkleint de drempel om elkaar op te zoeken.’

“De campus is het ideale middel om het Werkendamse havencluster nog beter te profileren, toegankelijker te maken en de bedrijven verder te helpen in hun ontwikkeling”

Techniekpromotie

In het kader van techniekpromotie nodigt WMI ieder jaar alle basisschoolleerlingen uit de gemeente Altena uit voor een WERK-safari. ‘Dit jaar komen er 1200 leerlingen’, vertelt Karin. ‘Ze krijgen een rondleiding en doen workshops, bijvoorbeeld bruggen bouwen. Zo laten we zien hoe gaaf het is om met je handen te werken, en wat er allemaal mogelijk is.’ Ook voor ouders en decanen is dat vaak een eyeopener, merkt Karin. ‘We zoeken nog naar manieren om hen beter te bereiken. Ouders zijn tenslotte de grootste influencers van kinderen. En als decanen met eigen ogen zien hoeveel hier te doen is en hoe leuk dat is, zullen ze leerlingen sneller een studie in deze richting adviseren. Ze zijn vaak flabbergasted als ze hier komen kijken.’

Haven toegankelijker maken

Uiteindelijk moet de campus dé maritieme hotspot worden waar de drie o’s – onderwijs, ondernemers en overheid – samenkomen om te werken aan een toekomstbestendig maritiem cluster in Altena. ‘De campus is het ideale middel om het cluster nog beter te profileren, toegankelijker te maken en de bedrijven verder te helpen in hun ontwikkeling’, vat Karin samen. ‘Door hechtere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven zorgen we voor meer instroom in het techniekonderwijs, goed ontwikkelde medewerkers en blijven we vooroplopen in innovatie.’

Het meest trots is ze op de onderlinge samenwerking van de ondernemers bij het opzetten van de campus. ‘Dat toont de kracht van ons cluster: de samenhang en betrokkenheid van onze leden. Ze hebben er alle 48 aan bijgedragen, van de financiering tot en met de inrichting van het pand. Daar ben ik ontzettend trots op.’

Meer weten over WMI en de haven van Werkendam? Op 30 juni en 1 juli zijn de Havendagen Werkendam, met onder meer workshops, een banenmarkt en activiteiten voor scholieren en studenten.

Samenwerkingsovereenkomst Inclusieve Haven: samen op weg naar een haven voor iedereen

Op 12 april 2023 ondertekenden Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, TNO en Maritime Delta de samenwerkingsovereenkomst Inclusieve Haven. Deze overeenkomst richt zich op het bevorderen van diversiteit en inclusief werkgeverschap in de Rotterdamse haven en is een direct resultaat van doorbraakproject 2 van de Human Capital Coalitie Energietransitie (HCCE). Naast de vier bovengenoemde partijen, werkt onder meer ook de gemeente Rotterdam mee aan dit doorbraakproject.

HCCE
De Human Capital Coalitie Energietransitie (HCCE) is een regionale samenwerking om het arbeidsmarktvraagstuk aan te pakken binnen het Haven Industrieel Cluster van Rotterdam. Hierbij zetten de samenwerkende partijen zich in om voldoende menskracht voor de energietransitie op te leiden, aan te trekken en te behouden, waardoor uiteindelijk ook de klimaatdoelen bereikt kunnen worden. Binnen HCCE bestaan er vijf doorbraakprojecten, waarvan het bevorderen van diversiteit en inclusief werkgeverschap er een is (doorbraakproject 2).

Inclusieve Haven
Doorbraakproject 2 heeft een looptijd van 7 jaar (tot 2030) en richt zich op het bevorderen van diversiteit en inclusief werkgeverschap in het Haven Industrieel Complex (HIC) van Rotterdam. Het resultaat op lange termijn is een inclusievere haven waarin het volledige arbeidspotentieel wordt benut. Een haven waarin organisaties wendbaar en resultaatgericht kunnen werken en hun eigen organisatie kunnen verrassen én verrijken.

Een greep uit de acties die uitgevoerd zullen worden:

  • Het mobiliseren van het management in het HIC om zich actief in te zetten voor diversiteit en inclusie.
  • Het oprichten van een Community of Practice waarin leren wordt gefaciliteerd door organisaties en experts op gebied van diversiteit & inclusie samen te brengen, instrumenten aan te bieden en sessies te organiseren. Hierbinnen wordt samengewerkt met de partijen 010 Inclusief en Voor Goed Agency.
  • Het organiseren van strategiematchsessies waarin samen met organisaties wordt gekeken naar waar ze staan en welke koers ze willen varen op gebied van diversiteit en inclusie.
  • Het in beeld brengen van verhalen van mensen: zowel waar het goed gaat, als waar het nog schuurt.

Samen toekomst maken
De samenwerkende partijen willen bewegen naar ondernemen met impact, inspirerend inclusief zijn, intrinsieke motivatie losweken en aandacht hebben voor de mens achter de werknemer. Zij willen samen met de organisaties in het cluster deze beweging maken. Kortom, samen toekomst maken.

Diversiteit en inclusiviteit zijn belangrijke speerpunten in de Regionale Maritieme Agenda. Ook hier wordt werkgeverschap van de toekomst centraal gesteld. Meer weten? Lees er alles over vanaf bladzijde 30 in de Regionale Maritieme Agenda.

Gemeente Altena trekt kwartiermaker aan voor ontwikkeling derde haven Werkendam

Gemeente Altena heeft een kwartiermaker aangetrokken voor het project derde haven in Werkendam. De behoefte aan ruimte voor het Werkendamse Maritieme cluster is groot en urgent. De bedrijven spelen een grote rol in het verduurzamen van de scheepvaart. Het Werkendamse maritieme cluster is dan ook meer dan ooit nodig voor de ontwikkeling en realisatie van innovatieve oplossingen voor een toekomstbestendige scheepvaart. En dat vergt ruimte in en aan de haven. Het beschikbaar maken van ruimte is een uitdaging, maar wel één die de gemeente graag aangaat.

Vervolg na MIRT-onderzoek

Eind vorig jaar is het MIRT-onderzoek afgerond naar havenontwikkeling Werkendam en integraal riviermanagement (IRM). Het onderzoek is een eerste stap geweest om met andere partijen zoals het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, provincies Noord-Brabant, Zuid Holland en Gelderland, Waterschap Rivierenland en Werkendam Maritime Industries de haalbaarheid van een derde haven te onderzoeken. Niet als losstaand project maar in samenhang met andere ambities en opgaven die langs de uiterwaarden van de Merwede aan de orde zijn.

Onderzoek laat kans zien tussen opgaven en gewenste uitbreiding

Het onderzoek geeft niet alleen een beeld hoe die ambities, opgaven en initiatieven van verschillende partijen samenhangen, maar ook dat er een unieke kans is om de verschillende opgaven met de gewenste uitbreiding van de haven van Werkendam te combineren. Bijvoorbeeld een dijkversterking ter plaatse van de derde haven. Daarvoor is nog wel het nodige te doen. Om daar stappen in de zetten heeft de gemeente een kwartiermaker aangetrokken in de persoon van Lijdia Pater-de Groot van Movares-Water.

Kwartiermaker Lijdia Pater-de Groot heeft een belangrijke rol in het verbinden en aanhaken van belangrijke partijen zoals bedrijven, het Rijk, brancheorganisaties, provincies en de regio. Daarnaast gaat zij aan de slag om de haalbaarheid van de haven verder te onderzoeken onder andere op het gebied van financiën en benodigde vergunningen.

Derde haven ontwikkelen is niet makkelijk, wel nodig

Wethouder Hans Tanis: “Het ontwikkelen van een derde haven is geen gemakkelijke opgave. Maar we hechten er groot belang aan dat het Werkendamse maritieme cluster voldoende ruimte krijgt om de vooraanstaande positie, met name ook op het gebied van innovatie en vergroening van de scheepvaart, te kunnen blijven waarmaken. Schepen worden de komende jaren op grotere schaal gereviseerd of omgebouwd om aan duurzaamheidseisen te voldoen. Continuïteit van een vooraanstaand en innovatief scheepvaartcluster in Werkendam vergt ruimte. En die willen we maken. Met een kwartiermaker als voorloper, denken we hierin stappen vooruit te kunnen zetten”.

Lijdia Pater heeft grote ervaring in de wereld van de scheepvaart, is zelf scheepvaartondernemer geweest en heeft allerlei posities bekleed binnen de scheepvaartbranche. Lijdia Pater: “De maritieme maakindustrie – onmiskenbaar het hart van het Werkendamse scheepvaartcluster – is meer dan ooit nodig voor de ontwikkeling en realisatie van innovatieve oplossingen voor een toekomstbestendige scheepvaart. Het Werkendamse maritieme cluster kan bijdragen aan de transitie naar een klimaatneutrale en emissieloze scheepvaart én daarmee aan een bereikbaar, duurzaam en leefbaar Nederland en Europa. Namens de gemeente Altena ga ik mij inzetten om samen met andere partijen de plannen verder te ontwikkelen en stappen te zetten richting mogelijke uitbreiding.”

In het kader van het MIRT-onderzoek wordt gekeken naar de beschikbaarheid van bedrijfsruimte voor maritieme bedrijven in de regio. Hierbij sluit de kwartiermakerfase van Maritime Delta goed aan. Het borgen van voldoende ruimte voor maritieme bedrijvigheid in de regio is een belangrijk thema uit de Regionale Maritieme Agenda 2030, waarvan het vestigingsklimaat een onderdeel is. Maritime Delta ondersteunt deze ontwikkeling graag.

Maritime Student Challenge daagt toekomstige technische vakmensen uit

Op 24 maart vond de Maritime Student Challenge plaats in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht. Dit jaarlijks terugkerende evenement brengt studenten en bedrijven in de maritieme sector samen om uitdagende en innovatieve ‘challenges’ op te lossen. Het evenement was een groot succes, met veel animo en enthousiasme van zowel studenten als bedrijven.

Het doel van de Maritime Student Challenge is om studenten te laten zien wat zij met hun opleiding kunnen bijdragen aan de maritieme sector. Door uitdagende en vernieuwende opdrachten te bieden, worden studenten uitgedaagd om creatieve oplossingen te bedenken voor problemen in de maritieme sector. Mede organisators Audrey Rost (STC) en Mascha de Mink (Da Vinci) blikken terug:

‘Wat was dit een mooie dag voor het onderwijs en de maritieme sector! We zagen veel energie in de challenges en enthousiasme voor het maritieme werkveld. En dat is waar we het voor doen!’

Match & Greet

Deelnemers van de Maritime Student Challenge kwamen tijdens het evenement in contact met bedrijven uit de maritieme sector. Tijdens de zogenaamde Match & Greet presenteerden zij alle mogelijkheden binnen de sector en werd er aansluiting gevonden tussen student en het bedrijf.

‘ik ben aangenaam verrast om ideeën te horen waar ik zelf nog niet aan had gedacht.’

De Match & Greet is een apart onderdeel van het programma. Dit is speciaal bedoeld om studenten een-op-een in contact te brengen met maritieme bedrijven om zich te kunnen oriënteren op de een stageplek of toekomstige werkgever. De Match & Greet in 2023 werd ingevuld door:
Alphatron Marine, Bayards Yacht Structures, Boskalis, Feadship, Koedood Marine Group, Kooiman Marine Group, MSA Services, Ned Marine Services, Oceanco, Royal IHC, Royal Van der Leun en Wärtsilä Netherlands.

Challengers – de vraagstukken van de toekomst

De deelnemende studenten moesten verder de meest uiteenlopende challenges oplossen. De ‘challengers’ van de editie 2023 waren Royal Van der Leun, Bayards Yacht Structures, Royal IHC, Feadship en Wärtsilä Netherlands. Zij brachten vraagstukken in op het gebied van digitalisering, robotisering, duurzaamheid en organisatie.

Zien wat het heeft opgeleverd? In de aftermovie hieronder blikken studenten terug. Wilt u zelf deelnemen aan de editie van volgend jaar? Neem dan een kijkje op deze website voor meer informatie.

Marjolein Boer spreekt zich uit over circulariteit

Circulariteit: “laaghangend fruit” of niet, essentieel voor een toekomstbestendige sector

“Wij zijn scheepsbouwers, geen slopers!” – zo klonk het lang in Nederland als er gesproken werd over de ontmanteling van schepen. Een schip ontwerpen voor ontmanteling klinkt dan ook als vloeken in de kerk voor een scheepsbouwnatie. Of maakt het juist dat we voorop blijven lopen? Een column door Marjolein Boer, Founder Maritime Sisters.

De meningen zijn verdeeld, maar helder is al lang dat het einde van de levenscyclus van een schip niet een strand in Bangladesh of India kan zijn. Niet voor niets zijn er de afgelopen jaren diverse goede initiatieven voorbij gekomen op dit vlak, zoals Offshore Ship Recycling Rotterdam (OSRR), DecomMissionBlue en CMT (Circular Maritime Technologies), die onlangs een Kansen voor West subsidie ontvingen.

Maar er gebeurt meer! En dat is maar goed ook. Maatschappij-breed is het inmiddels duidelijk dat de ‘lineaire’ manier van hoe we omgaan met schaarse materialen niet houdbaar is. Tekorten op de staalmarkt en ook zeker de zeldzame aardmetalen die toch wel in heel veel toepassingen verwerkt zijn, maken het sluiten van kringlopen alleen maar relevanter. Wij zijn op zoek naar partijen die hier actief mee aan de slag zijn of willen. Daar waar stappen worden gezet, maar juist ook waar het knelt.

Het goede nieuws: van oudsher is onze Nederlandse sector gericht op levensduur, hoogwaardige materialen, componenten én innovatie. Een schip wordt natuurlijk ontworpen en gebouwd om zo lang mogelijk in de vaart te blijven. Reparatie, retrofit en refit zijn daarmee al zo oud als de sector. Ook zien we dat – in afwachting van de brandstof van de toekomst – levensduurverlenging steeds vaker wordt toegepast. Modulair ontwerpen en bouwen maakt het vervangen van de aandrijving gedurende de levensduur mogelijk. Het is belangrijk dat we bij dit alles scherp blijven op onze drijfveren en of het effect daadwerkelijk duurzaam is. Circulariteit is namelijk geen doel op zich. Een slim circulair verdienmodel is financieel duurzaam én beter voor de wereld om ons heen.

Nog beter nieuws: het is niet alleen duidelijk dat we veel van de ingrediënten om toekomstbestendig te worden in huis hebben, maar ook dat we voorop willen blijven lopen. We zien het terug in agenda’s als het Maritiem Masterplan en de Regionale Maritieme Agenda, maar vooral ook diverse voorbeelden dat onze sector ook op dit vlak haar nek uitsteekt, zoals:

  • Holland Shipyards bouwt op groene energie van hun eigen dak en heeft in samenwerking met CoCo Design een gewichtsreductie van 80% gerealiseerd op de nieuwste Riveer Ferry. Een enorme materiaalbesparing én efficientieslag voor de veerboot, die daardoor een extra stop kan aandoen zonder van het tijdschema af te wijken.
  • AEGIR-Marine gaat een tunnel thruster ‘remanufacturen’, oftewel herfabriceren, én opnieuw certificeren in samenwerking met DNV en TU Delft.
  • Maritime Hydrogen is op missie om de weg naar emissievrij varen te plaveien en investeert in de ontwikkeling van inpak- en uitpaktechnologie voor waterstof in vaste vorm. Hun droom: in de toekomst kunnen schepen op waterstof in een gesloten systeem varen.
  • Oceanco transformeerde onlangs het 105 meter lange superjacht ‘H’ uit 2000 naar de nieuwste normen op het gebied van technologie, veiligheid, capaciteit, duurzaamheid én een gloednieuw uiterlijk. De eerste keer dat een superjacht is omgebouwd om de toekomst tegemoet te treden als een geheel nieuw, eigentijds schip. Wát een verschijning hebben de Rotterdammers kunnen zien toen ze onlangs de stad aandeed!

Ook zien we andere constructies rondom eigenaarschap en financiering – zoals van Beequip en Hendrik Veder, die hun kabels en materieel aanbieden als een dienst in plaats van als product verkopen – waardoor we slimmer omgaan met bestaand materieel en ook kleinere partijen in staat stellen om hier gebruik van te maken. En dan speelt er nog de verjonging van bestaande schepen; een beweging die opkomt in verband met de financierbaarheid van duurzaamheidsinvesteringen.

Stuk voor stuk voorbeelden van hoe de maritieme industrie bezig is met de toekomstbestendigheid van onze schepen én sector en haar nek uitsteekt op het gebied van circulariteit. Maar naast deze rode draad zien we ook een andere: het is niet makkelijk om deze initiatieven van de grond te krijgen en nieuwe verdienmodellen in de markt te zetten, als nog oude normen gelden. Wet en regelgeving, benodigde samenwerking in de keten, schepen die niet meer ingezet mogen worden – omdat ze zogezegd ‘te oud’ zijn – terwijl ze nog in perfecte staat verkeren. Er is nog een wereld te winnen.

En daar duiken wij de komende tijd samen met BlueCity, in opdracht van Provincie Zuid Holland in. We hebben hierboven een aantal prikkelende zaken genoemd. We willen graag spreken met partijen die meer voorbeelden hebben. Zowel van wat er al gebeurt als waar behoefte aan is om deze van de grond te krijgen. Denk aan slim grondstof gebruik, recycling, reparatie, levensduurverlenging, ketensamenwerking, nieuwe vormen van onderhoud, etc.

Hoe complex ook, onze verwachting is dat de zogeheten grondstoffentransitie enorme kansen biedt – juist voor onze sector: de afhankelijkheid van (schaarse) metalen is groot, net als de volumes en het gewicht. Afval is een grote kostenpost, dus levensduurverlenging of voorkomen van afval bieden ook commercieel gezien kansen. Emissiereductiedoelen maken dat we anders naar materiaal, brandstof-en energieverbruik gaan kijken; zowel tijdens de operatie als tijdens de bouw. En dit gebeurt gelukkig ook steeds vaker al vanaf de ontwerpfase.

Het feit dat in Nederland de hele keten is vertegenwoordigd; van ontwerp, bouw, tot onderhoud, refit en demontage, maakt bovendien nieuwe servicemodellen mogelijk. Kortom, zoals Egbert Vennink, CEO van Hendrik Veder Group BV, al zei tijdens het Maritime Delta Diner: “circulariteit is bij ons het laaghangende fruit.” Of je het nu zo ziet of niet – er komen namelijk nog wel de nodige uitdagingen kijken bij het plukken daarvan – helder is: circulariteit is essentieel om toekomstbestendig te worden en blijven.

Dus ben jij bezig met slim grondstof gebruik, recycling, reparatie, levensduurverlenging of aan het experimenteren met nieuwe vormen van onderhoud? Neem contact op via circulair@maritimesisters.com.

We horen graag van je!