Shipping Technology vindt strategische investeringspartner in First Dutch om commerciële en technologische groei te versnellen

Shipping Technology, de in Rotterdam gevestigde en internationaal opkomende specialist in het ontwikkelen van ondersteunende oplossingen voor de scheepvaartindustrie, heeft een significante investering binnengehaald van First Dutch in combinatie met de oprichters van Platform Zero. De hardware en software van Shipping Technology helpt reders en bemanningen om de veiligheid, duurzaamheid en efficiëntie van hun scheepvaartprocessen en managementbeslissingen te verbeteren. De First Dutch bedrijvenfamilie wil duurzame vooruitgang bevorderen en investeert in baanbrekende oplossingen en infrastructuur die de maritieme industrie helpen bij haar digitale en energietransitie.

v.l.n.r. Auke Ferwerda, Peter Goedvolk, Remco Pikaart, Mare Straetmans

Met deze kapitaalinjectie is Shipping Technology klaar om haar volgende groeifase te starten. Het bedrijf, opgericht in 2018, zal zowel internationaal opschalen, met name in de binnenvaartsector, als zijn reeds succesvolle producten en diensten verder ontwikkelen en verbeteren, door functies toe te voegen die worden ontwikkeld op basis van feedback van zijn klanten. Daarnaast zal het personeelsbestand de komende jaren aanzienlijk worden uitgebreid om het groeiende aantal klanten te kunnen bedienen.

Shipping Technology verzamelt, analyseert en verbindt nautische en scheepsgegevens om rederijen toekomstbestendig te maken op het gebied van digitalisering, operationele efficiëntie, duurzaam varen en veiligheid. Verschillende verzekeringsmaatschappijen geven reders al tot 50% korting wanneer het belangrijkste product van Shipping Technology, de ST BRAIN, aan boord wordt geïnstalleerd. De groeistrategie van het bedrijf is vooral gericht op het ontsluiten van meer gegevens voor verbeteringen in vlootbeheer en verdere voorbereidingen die autonoom varen mogelijk maken.

Founding Partner Remco Pikaart zegt: “Op dit moment is de ST BRAIN geïnstalleerd in meer dan 250 schepen. In de afgelopen jaren hebben we niet alleen onze ‘installed base’ laten groeien, maar ook de technologie, door betrouwbare software te ontwikkelen die de scheepvaart, met name de binnenvaart, veiliger, duurzamer en efficiënter maakt. Op korte termijn willen we onze klantenkring in Europa verviervoudigen in de komende drie jaar. Daarvoor hadden we een betrouwbare partner nodig die de business begrijpt en ons in staat stelt sneller op te schalen. First Dutch is die partner. Bovendien is er veel synergie te halen uit het maritieme netwerk van First Dutch. De oprichter Peter Goedvolk is natuurlijk een bekende maritieme ondernemer. We waren onder de indruk van de kennis van het First Dutch team en kijken ernaar uit om ons bedrijf samen met hen te laten groeien.”

First Dutch is een strategische investeerder in onder andere de maritieme industrie. Het is opgericht door Peter Goedvolk en heeft als doel duurzame bedrijven te helpen groeien, opschalen en pionieren en zo hun volledige potentieel te realiseren. First Dutch heeft een strategische samenwerking met Platform Zero, dat ook investeringspartner is in dit project. Zij zullen hun uitgebreide ervaring met en kennis over het schalen van bedrijven delen met het team van Shipping Technology.

Ivo Lemmens, Manager Corporate Development bij First Dutch, zegt: “Shipping Technology is klaar om een belangrijke bijdrage te leveren aan zowel de digitalisering als de decarbonisering van de industrie. Hun software stelt scheepseigenaren in staat om die verandering echt door te voeren. Wij willen bijdragen aan de groei van het bedrijf en geloven dat hun visie en initiatieven de sector zullen opschudden. Bovendien zien we een duidelijke strategische fit met de rest van onze portefeuille. Daarom zetten we graag onze fondsen en kennis in om Shipping Technology te ondersteunen in hun groeiambities.”

Femke Brenninkmeijer Maritime Delta

Femke Brenninkmeijer nieuwe voorzitter EBZ

De Economic Board Zuid-Holland (EBZ), aanjager van regionale economie en vestigingsklimaat, presenteert met trots haar nieuwe voorzitter: Femke Brenninkmeijer. Brenninkmeijer volgt per 1 september 2024 Commissaris van de Koning Jaap Smit op. Als nieuwe voorzitter gaat Brenninkmeijer zich inzetten om de steun te krijgen die Zuid-Holland nodig heeft om belangrijke bijdragen te leveren aan het verder versterken van de regionale economie en nationale opgaven, zoals energietransitie en woningbouw.

Vele stakeholders in de regio zullen Femke Brenninkmeijer reeds kennen vanwege haar huidige rol als voorzitter van het Maritime Delta-programma, het maritieme innovatieprogramma dat in samenwerking met vele partners wordt uitgevoerd door InnovationQuarter. In deze hoedanigheid heeft ze de afgelopen jaren met succes de regionale maritieme strategie mede vormgegeven en hiermee cruciale investeringen helpen uitlokken en samenwerkingen versterkt. Vanwege de nieuwe stap als voorzitter van de EBZ zal Brenninkmeijer later dit jaar haar huidige voorzitterschap van Maritime Delta overdragen.”

Femke Brenninkmeijer Maritime Delta

Femke’s nieuwe voorzitterschap van de Economic Board Zuid-Holland betekent ook dat zij ook op stopt met het voorzitterschap van Maritime Delta, dit zal zij 15 oktober beëindigen. Op 1 januari 2025 treedt Femke definitief terug uit het bestuur van Maritime Delta.

Cruciale bijdrage aan nationale opgaven

Brenninkmeijer is CEO bij NPRC. NPRC is Europa’s grootste binnenvaartcoöperatie met 150 individuele binnenvaartondernemers. Het hoofdkantoor is gevestigd in Rotterdam. Daarnaast zijn er kantoren in Duitsland en België. Brenninkmeijer is sinds begin 2023 lid van de EBZ en vindt dat Zuid-Holland in nationale planvorming de plaats moet krijgen die het verdient. “Zuid-Holland heeft het hoogste aantal ondernemers, mkb’ers en kennisinstellingen van alle provincies en speelt dus een belangrijke rol bij het behalen van nationale opgaven. Door samen te werken met bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden kan Zuid-Holland meer dan 25% van de nationale woningbouwopgave realiseren en maar liefst 40% van de nationale CO2-uitstootvermindering.”

Maritime Delta

Onder het voorzitterschap van Femke Brenninkmeijer heeft Maritime Delta zich ontwikkeld tot een onmisbare kracht in het versterken van de maritieme sector in Zuid-Holland. Zo draagt de regionale maritieme agenda bij aan het verder versterken van de voorloperspositie van de regio door intensieve samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden te bevorderen. Brenninkmeijer heeft met succes de verschillende partijen binnen de sector verenigd. “Maritime Delta heeft laten zien wat mogelijk is als we onze krachten bundelen en de potentie van de regio maximaal benutten. Ik ben trots op wat we hebben bereikt en kijk ernaar uit om mijn ervaring en netwerk nu in te zetten voor de bredere economische agenda van Zuid-Holland,” aldus Brenninkmeijer.

De volgende stap

De huidige voorzitter van de EBZ, Jaap Smit, Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, draagt na ruim vier jaar het stokje over. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de positionering van de regio en de Groeiagenda Zuid-Holland. “Meer dan 80 partners hebben de Groeiagenda Zuid-Holland ondertekend. Daarmee heeft de EBZ meer dan €4 miljard aan Groeifonds-voorstellen binnengehaald voor de regio. Met Femke als mijn opvolger heb ik er alle vertrouwen in dat EBZ de volgende stap zal zetten om Zuid-Holland verder op de kaart te zetten.”

 

Tjarco Wassink, de nieuwe interim Programma-coördinator van Maritime Delta

Vanaf 15 juli verwelkomen we Tjarco Wassink als onze interim Strategisch Programma-coördinator bij Maritime Delta. Met hem gaan we verder bouwen aan strategische initiatieven en geven we de Regionale Maritieme Agenda een nieuwe impuls.

Succesvolle fundamenten en nieuwe ambities

Maritime Delta is een programma dat zich richt op versterking van het maritieme cluster in Zuid-Holland. Dit cluster strekt zich van de Tweede Maasvlakte tot Gorinchem en Werkendam. Het cluster is het grootste en meest divers en complete cluster van Europa. Uniek is dat de Regionale Maritieme Agenda en het Maritime Delta-programma over de volle breedte wordt gesteund door scheepsbouwers, toeleveranciers, startups, overheden, kennisinstellingen en rederijen. Die steun heeft inmiddels geleid tot aanzienlijke investeringen en de betrokkenheid van vele studenten.

In oktober 2023 publiceerde het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de nationale Sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie met de titel: ‘No Guts, No Hollands Glory’. Ook zijn we inmiddels een aantal jaar verder. Het is daarom tijd om de Regionale Maritieme Agenda te herijken en te onderzoeken op welke punten het Maritime Delta-programma aangepast moet worden. Daarbij zullen we ook meenemen op welke wijze kan worden aangesloten op de nationale Sectoragenda. Duidelijk is wel dat de ambities ook na de herijking onverminderd groot zullen zijn.

Over Tjarco Wassink

Tot voor kort werkte Tjarco voor de triple helix Topsector Water en Maritiem en boegbeeld Thecla Bodewes. In 2023 heeft Tjarco onder leiding van toenmalig gezant Marja van Bijsterveldt, meegewerkt aan de totstandkoming van de nationale Sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie. Het afgelopen halfjaar heeft hij meegewerkt aan de uitvoering van de nationale Sectoragenda. Zo heeft Tjarco de huidige gezant, Kees van der Staaij, geïntroduceerd bij de maritieme sector. Op die manier heeft hij de maritieme sector van binnen en van buiten goed leren kennen en is hij binnen de maritieme sector een vertrouwd gezicht.

Focus op doorontwikkeling

Tjarco zal zich als interim Programma Coördinator tot het einde van dit jaar inzetten voor de herijking en de doorontwikkeling van de Regionale Maritieme Agenda en het Maritime Delta-programma. Tjarco: “Het maritieme cluster in Zuid-Holland is van wereldklasse en onmisbaar voor de Nederlandse maritieme sector. Ik zie er daarom naar uit om samen met alle stakeholders te werken aan de herijking van de Regionale Maritieme Agenda en de doorontwikkeling van het Maritime Delta-programma.”

Maritime Delta: een sterk maritiem ecosysteem

Edward Gilding blijft vanuit InnovationQuarter betrokken bij het Maritime Delta-programma en de maritieme sector. Als teamleider van High Tech, Maritiem & Digital blijft hij zich inzetten voor het versterken van het regionale cluster en zal vanuit die rol ook deel uitmaken van het bestuur. Edward benadrukt het belang van samenwerking binnen het cluster: “Versterking van het maritiem cluster in Zuid-Holland is belangrijk. Door samen te werken kunnen we de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, circulariteit en human capital aan en blijft het maritieme cluster van Zuid-Holland aantrekkelijk voor opdrachtgevers. Tjarco en ik zijn ervan overtuigd dat de herijking van de Regionale Maritieme Agenda en de doorontwikkeling van het Maritime Delta-programma een positieve impuls geven aan het maritieme cluster.”

Maritime Sisters op het Maritiem Innovatie Diner

Maritiem circulaire pioniers in actie: ‘En of we complete schepen kunnen herfabriceren!’

“In Nederland bouwen wij de beste ontmantelbare schepen.” Dat is een vernieuwende stip op de horizon voor een sector die tot voor kort zei: ‘in Nederland zijn wij scheepsbouwers en geen slopers.’ Maar met het oog op toenemende internationale spanningen, stevige concurrentie en steeds schaarser wordende materialen moet het roer echt om. Sterker nog, om de bouw van strategische schepen in Nederland te behouden, moeten we 10-15% goedkoper worden. Dit blijkt uit de onlangs gepresenteerde Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Circulair denken gaat daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Dankzij circulaire principes kunnen we namelijk niet alleen de levensduur, maar ook de business case van schepen en individuele componenten optimaliseren én behouden we essentiële grondstoffen. Zo krijgen ‘de beste ontmantelbare schepen’ ineens een heel andere betekenis.

Maritime Sisters, Marjolein en Sylvia Boer, sinds jaar en dag in nauw contact met de sector, maken van hun hart geen moordkuil: “Je mag toch hoge ambities hebben? Wat is er mis mee om te zeggen dat we over tien jaar minimaal één werf hebben die (hoogwaardig) kan ontmantelen en dat we misschien zelfs wel hele schepen kunnen herfabriceren.” Het ‘zendelingenwerk’, zoals de Sisters dat zelf noemen is aangevangen met een verkenning in samenwerking met BlueCity in opdracht van de Provincie Zuid-Holland, waarvoor ze zo’n 30 verschillende partijen uit de maritieme sector hebben gesproken. De ambitieuze stip op de horizon is het resultaat van die gesprekken. Van zendelingenwerk naar actie is nu het doel, want circulariteit kan dus een belangrijk vliegwiel zijn voor uitdagingen in de sector. Genoeg kansen wat dat betreft. Al zijn er ook de nodige hindernissen. Maar het belangrijkste; er is interesse en energie bij de bedrijven. Maritime Sisters en BlueCity zijn inmiddels aan de slag met een groep ‘maritiem circulaire pioniers.’

Maritime Sisters op het Maritiem Innovatie Diner

Met een blik op vernieuwing voor een duurzame maritieme toekomst brengen ze een nieuw elan in de sector en tonen ze daadkracht door hun tanden te zetten in onderwerpen die belangrijk zijn voor de toekomst. Met hun partner BlueCity zijn ze afgelopen jaar in de ‘circulaire kansen voor maritiem‘ gedoken en organiseren ze nu werksessies om bedrijven bewust te maken van de mogelijkheden en voordelen van circulair ondernemen en deze om te zetten in concrete kansen. Doel is om voorlopers (verder) in het zadel te helpen door ketenpartners en stakeholders aan te haken en te concretiseren hoe je er ‘een goede boterham mee kunt verdienen.’ Door relevante partijen samen te brengen en overkoepelende agenda’s zoals de Sectoragenda en de Regionale Maritieme Agenda te betrekken knopen ze de belangen vervolgens handig aan elkaar vast. “Dit doen we vaker in samenwerking met o.a. Maritime Delta, de provincie Zuid-Holland en Gemeente Rotterdam, om alle koppen bij elkaar te krijgen en echt impact te maken.”

Vijf cases, één missie

Circulaire projecten van de grond krijgen in alle fasen van de levensduur van een schip én aantonen dat je hier een (goede) boterham mee kunt verdienen “want dan gaan er meer partijen volgen.” Dat is de missie. Vijf cases stonden centraal in de twee eerste werksessies. Deels komen deze cases voort uit de gesprekken die zijn gevoerd voor de verkenning en deels omdat partijen zich naar aanleiding van het resultaat pro-actief hebben gemeld.

Radicaal minder kabels

Een voorbeeld van zo’n partij is Alewijnse, een elektrotechnisch systeemintegrator. Het bedrijf verkent inmiddels met een aantal ketenpartners hoe ze het aantal kilometers kabel aan boord van schepen kunnen verminderen. Het huidige gebruik van kabels in schepen is zo groot dat alleen al Alewijnse anderhalve keer de wereld zou kunnen omcirkelen met de hoeveelheid door hen geïnstalleerde kabels. Minder kabels betekent minder materiaalgebruik, minder kosten, minder gewicht en heel belangrijk: een kleinere ecologische voetafdruk. Kabels worden immers veelal gemaakt van koper. Denk eens aan een complex offshore schip; de hoeveelheid kabels aan boord is gigantisch. “Zelfs in een ‘relatief eenvoudig loodsbootje’ zit al snel twintig kilometer aan kabel. Als dit aantal gereduceerd kan worden, besparen we niet alleen direct materiaal en kosten, maar ook gewicht en daarmee brandstof.” Een no-brainer zou je zeggen, maar toch is het niet makkelijk om dit te veranderen, geeft Marjolein aan. “Leveranciers schrijven een bepaalde hoeveelheid kabel voor bij de systemen of equipment die ze leveren maar niemand bekijkt dit integraal. Systeemintegratoren die dit wél kunnen worden vaak niet in het ontwerpproces betrokken, daar gaan we in dit project verandering in brengen.” Samen met BlueCity selecteerden Sylvia en Marjolein vijf van dit soort cases om écht stappen mee te maken. Ze kijken wat het struikelblok is, wat en wie er vervolgens nodig zijn en hoe de partijen in de keten kunnen aansluiten.

Volledig herfabriceren van componenten en op termijn zelfs schepen?

Want zonder keten geen zaken. Dit begrijpt AEGIR-Marine als geen ander. Dit bedrijf heeft de ambitie om een tunnel thruster, een grote schroef achteraan het schip, volledig te ‘remanufacturen’ oftewel herfabriceren. Deze thruster is twintig jaar oud, maar AEGIR wil deze terugbrengen naar nieuwstaat en ook als nieuw certificeren. “Hij is dan wel 40-60% goedkoper, en je bespaart zowel materialen als de impact op de omgeving, oftewel de ‘ecologische footprint’ met zo’n 60-80%,” legt Sylvia uit.

Maar om zo’n herfabricage succesvol te realiseren, zijn meerdere marktpartijen nodig. Vaak begint het met één aanjager, zoals deze partij. “Het is een persoonlijke missie voor hen; ze willen een duurzame wereld achterlaten voor hun kinderen en kleinkinderen en nodigen andere partijen uit om zich te voegen bij het Maritime Remanufacturing Network.” Om het project te laten slagen, is ook een klassebureau nodig, want zij moeten de componenten en schepen certificeren zodat ze mogen varen. “Gelukkig is Bureau Veritas aangehaakt. Daarnaast zoek je een scheepseigenaar die met deze ‘herboren’ schroef wil varen en een financier die het project wil ondersteunen. En de inschatting is dat dit voor zo’n 30 andere componenten ook kan.” De grote droom naar aanleiding van een goed gesprek met Roel de Graaf van Netherlands Maritime Technology: “componenten zijn het startpunt, maar hoe mooi zou het zijn als we straks in Nederland complete schepen kunnen terugbrengen in nieuwstaat?”

Levensduurverlenging

Een grote circulaire kans op korte termijn is levensduurverlenging van de bestaande vloot. Hiermee benut je bestaand materieel langer en stel je nieuwbouw uit. Maar dan moet dit wel economisch rendabel zijn én moet het schip voldoen aan de meest recente duurzaamheidseisen. Met Royal Roos – een vernieuwend maritiem ingenieursbureau uit Rotterdam – onderzoeken ze de ‘retrofit’ mogelijkheden; welke technologie aan boord van welk schip levert het beste resultaat? Door toeleveranciers en reders (scheepseigenaren) bij elkaar te brengen werken we toe naar concrete pilots en dus gevalideerde oplossingen om meer uit de bestaande vloot te halen.

Niet alle uitdagingen zijn technologisch van aard overigens. In de tankerwereld worden reders gehouden aan een maximale levensduur van 18-20 jaar als zij opereren voor olie-en gasmaatschappijen. “Het is daarom gebruikelijk om tankers relatief jong door te verkopen,” legt Marjolein uit. “Inmiddels zitten we met een vooruitstrevende reder aan tafel die wil verkennen hoe het anders kan en we de (bestaande) vloot langer kunnen inzetten, daarmee nieuwbouw uitstellen en tegelijkertijd duurzamer gaan varen. Geen makkelijk vraagstuk, wel ontzettend gaaf én impactvol als we daar beweging in krijgen. En die olie-en gasmaatschappij hebben we inmiddels ook aangehaakt.”

Circulariteit staat nog niet heel erg lang expliciet op het netvlies van de maritieme sector, hoewel bepaalde principes van oudsher wel in de basis zitten. Maar wat is circulair denken precies? Dat is feitelijk het slimmer omgaan met materialen en waardebehoud. Hoe kunnen we minder materiaal gebruiken, het materiaal dat we gebruiken zo lang en hoogwaardig mogelijk inzetten en onze afhankelijkheid reduceren. In de maritieme sector betekent dit bijvoorbeeld dat schepen en hun onderdelen een tweede leven krijgen. Denk aan ‘remanufacturing’, ofwel het herfabriceren van oude scheepsonderdelen. Anders dan bij reviseren, dat al sinds jaar en dag gebruikelijk is, kunnen onderdelen na herfabricage als nieuw in de markt worden gezet. Of het modulair ontwerpen van schepen zodat deze gedurende hun levensduur kunnen worden aangepast naar een andere voortstuwing én met het einde van hun levensduur in gedachten.

Boekhoudkundige leeftijd van een schip bijstellen door goed onderhoud en retrofitting

Die maximale levensduur zit overigens ook in de weg als scheepseigenaren hun schepen willen herfinancieren. Wat als de boekhoudkundige leeftijd en waarde van een schip bijgesteld kan worden door goed onderhoud en retrofitting, waardoor het schip jonger op de balans komt te staan?  “We zijn in gesprek met de KNVR, NMT en verschillende financiers om te kijken hoe we dit kunnen aanpakken. Als we een schip dat goed onderhouden is kunnen herwaarderen, wordt het aantrekkelijker voor financiers om te investeren in ‘oudere’ schepen. Daar heeft de hele sector baat bij”, benadrukt Marjolein.

“Dit principe willen we ook toepassen op de bestaande binnenvaartvloot”, legt Sylvia uit. De Rotterdamse scheepseigenaar Kotug wil levensduurverlenging toepassen door bestaande binnenvaartschepen om te bouwen tot bakken die vervolgens met een e-pusher aangedreven worden. “Met de werkgroep proberen we aan te tonen dat dit idee haalbaar én financierbaar is en we verkennen wat ervoor nodig is om dit op schaal te gaan doen. Er varen immers 10.000 Europese binnenvaartschepen rond die op termijn allemaal verduurzaamd moeten worden, waarom zou je deze vervangen als je ze ook kunt ombouwen?”

Welke keuzes maak je vooraf in het ontwerp?

“Ook zijn we in gesprek met CMT (Circular Maritime Technologies) die kijkt hoe je een schip in Nederland kan ontmantelen.” Eerst wordt het schip ontdaan van componenten die in zijn geheel hergebruikt kunnen worden (aanwas dus voor het Maritime Remanufacturing Network), waarna het schip als het ware door een broodsnijmachine wordt gehaald. Waardoor het schip er volledig in plakken uitkomt en verder verwerkt kan worden. Dankzij automatisering én goede reiniging kunnen materialen hoogwaardig worden hergebruikt, waarmee de business case bereikbaar wordt. Komend jaar wordt een testopstelling gemaakt en heeft CMT als doel het financieringsconsortium voor een pilot werf rond te hebben. “Een testopstelling is kostbaar, maar met het oog op de steeds schaarser wordende materialen wordt de noodzaak om deze in Nederland te behouden steeds groter en dit idee haalbaarder.”

En dat ontmantelen moet je eigenlijk al meenemen als je start met het ontwerpen van schepen, hier begint circulariteit namelijk. Welke keuzes maak je al vooraf in het ontwerp? “Dit gebeurt eigenlijk nog maar heel weinig,” merkt Sylvia op. In de praktijk vraagt de klant er nog niet voldoende naar, dus een werf gaat er niet zomaar extra tijd en uren aan besteden. Gelukkig zien we dat modulair ontwerpen steeds populairder wordt.” Het idee is dat schepen hierdoor makkelijker aanpasbaar zijn naar de brandstoffen van de toekomst en dat componenten en materialen (grotendeels) herbruikbaar zijn, iets dat duurzaamheid en circulariteit ten goede komt. En dat draagt positief bij aan onze strategische autonomie als maritieme natie.

Onderdeel van een groter geheel

In dat licht is afgelopen jaar ook de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie gepubliceerd, met als titel ‘No guts, no Hollands Glorie. Deze is opgesteld voor het behouden en versterken van onze maritieme sector, die een ontzettend belangrijke rol in onze economie én samenleving speelt. Bijna alle producten die we dagelijks gebruiken, van koffie en thee tot onze schoenen en laptops, komen via een schip naar ons toe. 90% van alle goederen wereldwijd wordt vervoerd over zee.

Binnen de Drechtsteden en Rotterdam wordt momenteel gewerkt aan de Werf van de Toekomst, een van de koploperprojecten binnen de Sectoragenda, in samenwerking met verschillende bedrijven, Deal, NMT en Maritime Delta. Circulariteit speelt een belangrijke rol in dit project, waarbij de verbinding wordt gelegd met bestaande kennis en kunde die is opgedaan vanuit de verkenning van de Maritime Sisters en BlueCity en de opvolging daarvan. Naast de vijf cases die de komende maanden verder uitgewerkt worden, wordt ook onderzoek op het gebied van kritieke materialen opgestart. “Wat is de status, wanneer raakt iets op? En hoe kunnen we slimmer met onze schaarse materialen omgaan? Hard nodig, om de sector weerbaarder te maken naar de toekomst toe.” Ook zullen er jaarlijks tenminste vijf nieuwe circulaire casussen worden opgepakt.

Onze ambitie is helder: de schepen die in 2030 vanuit het Maritiem Masterplan het water in gaan zijn idealiter circulair ontworpen en daarmee bouwt Nederland niet alleen duurzame maar ook de best ontmantelbare schepen. Ook de vruchten van circulariteit plukken op commercieel en strategisch vlak? Kortom: wil je meedoen of meer weten? Neem dan contact op met Maritime Sisters via circulair@maritimesisters.com.

Ondernemerskoppel Fulko Roos en Veronica Breed

Royal Roos met duurzame retrofit de wereld over: ‘de meerwaarde zit echt bij het mkb’

Op zoek naar innovatie? Dan ben je bij het Rotterdamse Royal Roos aan het juiste adres. Onder leiding van het ondernemerspaar Fulko Roos en Veronica Breed — Veronica cruciaal in de strategische planning — laat het bedrijf zien hoe complementaire vaardigheden kunnen leiden tot groot succes. Fulko bedenkt de ideeën, terwijl Veronica de regie voert over de invulling daarvan. Met bijna 30 werknemers, een eigen walstroomaansluiting, 1500 m² aan zonnepanelen op het dak, en een tweede vestiging in het Spaanse Ferrol, toont Royal Roos aan dat er geen grenzen zijn aan wat ze kunnen bereiken. Toch blijven ze, als vaste waarde in de Merwe-Vierhavens (M4H) van Rotterdam, pleiten voor meer erkenning van MKB-innovaties. Maritime Delta spreekt het koppel tijdens het jaarlijkse Maritiem Innovatie Diner. Wat is hun aanpak en waar kunnen we van leren?

Sinds 2009 zet Royal Roos zich als maritiem ingenieursbureau in om de sector duurzamer en efficiënter te maken. Als pionier in het ontwerpen van retrofitoplossingen voor bestaande schepen, van luchtsmeringssystemen voor schepen tot innovatieve windaandrijvingssystemen, demonstreert het bedrijf de kracht van mkb-partijen om betekenisvolle technologische vooruitgang te boeken. Ze doen echter meer, zodat je inmiddels kunt spreken van een maritieme innovator met visionaire blik. In alles wat het bedrijf bedenkt zit een duurzaamheidsaspect. “Uiteindelijk moeten we toch, gezien de schaarste van materialen, hoge staalprijzen, het afnemende gebruik van fossiele brandstoffen en klimaatverandering. Het heeft geen zin om af te wachten,” zegt Veronica Breed, de CFO van het bedrijf.

Deze visie op innovatie komt ook meermaals aan bod tijdens het Maritiem Innovatie Diner, ditmaal gehouden op het terrein van Royal Roos en VSTEP Simulation, waar de maritieme sector in groten getale bijeenkomt om betekenis te geven aan samenwerking. “We hebben de potentie om samen de sector fundamenteel te veranderen,” aldus Roos, die de avond gebruikt als springplank voor toekomstige samenwerkingen en innovaties.

Ondernemerskoppel Fulko Roos en Veronica Breed

Mkb onmisbaar voor succesvolle energietransitie

Daarnaast wil hij vanuit zijn rol als bestuurslid van Maritime Delta benadrukken dat het mkb onmisbaar is voor een succesvolle energietransitie en het bevorderen van circulariteit. “Het mkb kan de uitvoering verzorgen en heeft bewezen langdurig te kunnen blijven bestaan. Hun structuur en financiën zitten vaak goed in elkaar. Bij startups kan dit soms problematisch zijn, omdat het moeilijker is om een idee tot volwassenheid te brengen. We hebben meer stimulansen nodig voor het maritieme mkb. En er komt nog veel werk op ons af, zoals aangegeven in de sectoragenda.”

“Bij Royal Roos geloven we in de kracht van holistische innovatie. Het draait om het integreren van technologie, duurzaamheid, en ondernemerschap.” – Fulko Roos

Een statiegeldsysteem voor duurzame cradles

Roos en Breed nemen het voortouw door stapje voor stapje een idee tot volle wasdom te laten komen. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van 3D-printtechnologie om grote maritieme onderdelen te vervaardigen, een proces dat traditioneel veel tijd en middelen kostte. Deze technologie maakt het mogelijk om componenten snel en kosteneffectief te produceren, wat bijdraagt aan zowel de duurzaamheid als de flexibiliteit van hun operaties. Fulko Roos legt uit: “Met 3D-printen kunnen we complexe onderdelen veel sneller maken. Dit geeft ons de flexibiliteit om snel in te spelen op de behoeften van onze klanten.”

Royal3D, de 3D-printoplossing van Royal Roos, richt zich vooral op het ontwikkelen van duurzame cradles voor de offshore-industrie, die gebruikt worden voor het vervoer van grote onderdelen zoals windmolencomponenten. In plaats van deze cradles slechts één keer te gebruiken en vervolgens weg te gooien, wil Royal Roos een circulaire benadering stimuleren. “We streven naar een soort statiegeldsysteem,” zegt Fulko. “Als we de cradles later weer kunnen innemen, kunnen we ze hergebruiken of recyclen tot nieuwe producten. Zo maken we de offshore-industrie duurzamer en efficiënter.”

Weerstand verminderen van een schip

Bij elke ton conventionele brandstof, zoals heavy fuel oil (HFO), worden ongeveer 3,2 ton CO2 uitgestoten. Als de belasting op CO2-uitstoot oploopt tot bijvoorbeeld honderd dollar per ton, dan leidt dit tot extra kosten van 300 dollar per ton brandstof. Royal Roos pleit er daarom voor om het grotere geheel te zien: “Als je kijkt naar biodiesel, is er gewoon niet genoeg beschikbaarheid van biomassa voor auto’s, vliegtuigen, transport en schepen. Dus als je de weerstand kunt verminderen, heb je automatisch minder brandstof nodig,” zegt Fulko Roos. Dit is waar luchtsmering en andere retrofitoplossingen een enorme rol kunnen spelen in het verbeteren van de efficiëntie en het verlagen van de emissies. Luchtsmering werkt door een dunne laag lucht tussen de romp van een schip en het water te creëren, waardoor de wrijving vermindert en de efficiëntie verbetert.

Innovatie holistisch benaderen

Door innovatie vanuit een holistisch perspectief te benaderen, ziet Royal Roos dan ook het belang van samenwerking en het delen van kennis tussen bedrijven, scheepswerven, en educatieve instellingen. “Steeds meer productiecapaciteit willen we in Europa houden, maar we moeten concurreren met startups en andere bedrijven die technisch talent aantrekken,” zegt Roos. “Daarom werken we nauw samen met hogescholen en universiteiten, zoals de Universiteit van Delft en het STC in Rotterdam, om bijvoorbeeld een minor op te zetten rond retrofits. Het gaat om het delen van kennis en het opleiden van de volgende generatie maritieme professionals.” Hier komen dan ook veel disciplines bij elkaar, zoals structural engineering, ontwerp, piping & systems, werktuigbouwkunde en constructiewerk.”

Synergie voelbaar tijdens Maritiem Innovatie Diner

Tijdens het diner in de bedrijfshal van Royal Roos komt een breed gezelschap bijeen, waaronder grote maritieme bedrijven, MKB’s en overheden. Een diverse mix, aangevoerd door grote spelers als Damen, Van Oord en Boskalis, met het doel om synergie te creëren en onderlinge samenwerking te bevorderen. Femke Brenninkmeijer en Peter Goedvolk spreken tijdens het Maritiem Innovatie Diner over het belang van samenwerking en hoe deze synergie kan bijdragen aan het versterken van de maritieme sector.

Het panelgesprek, geleid door Dirk Koppenol, senior researcher en adviseur haventransitie bij Erasmus UPT, richt zich op de uitdagingen van het opschalen van innovaties en het versterken van de maritieme gemeenschap. Dit is relevant omdat het thema van de paneldiscussie focust op de strijd van de maritieme industrie met “supervolwassen markten en onvolwassen innovaties.” Starre bedrijfsstructuren en een gebrek aan risicodragende investeringen belemmeren vaak innovaties, waardoor bedrijven terughoudend worden in het nemen van risico’s.

Karin Govaert, directeur van Rivermaas, merkt op dat Rotterdam, de grootste haven van Europa, geen gebrek heeft aan onderwijs en ondernemerschap, maar dat het opschalen van innovaties nog steeds een uitdaging is. “De maritieme sector bestaat uit zeer competitieve ketens,” legt ze uit. “Het is daarom belangrijk om de ‘first movers’ te ondersteunen, want zij durven risico’s te nemen.”

“Open innovatie is de sleutel tot succes in de maritieme industrie. Door kennis en middelen te delen, kunnen we samen sterkere en duurzamere oplossingen creëren.” – David Roodenburg,CEO Huisman

Marco Hoogendoorn, directeur van Holland Shipyards Group, wijst erop dat risicomijdend gedrag in de sector vaak de innovatie vertraagt. Hij noemt het voorbeeld van Roboat, de bedenkers van de autonome veerboot die tijdens de Olympische Spelen zal worden onthuld, een project dat tijdens een borrel werd geboren. Dit toont aan dat innovaties vaak ontstaan op onverwachte manieren en uit onconventionele hoeken. “De werven zijn de facilitators van ongelooflijk veel technologie,” zegt hij. “Maar er zijn zoveel randvoorwaarden bij grote subsidies, en het kan lastig zijn om naar de markt te kijken en te zien waar de investeringsuitdagingen liggen.”

Marlies Sikken, directeur van Smartport, voegt eraan toe dat bedrijven over hun eigen schaduw moeten durven stappen. “Je kunt een innovatie geen test noemen als er zoveel variabelen meespelen,” was een reactie vanuit de zaal. “We moeten begrijpen hoe de keten werkt en hoe we samen kunnen werken om de maritieme industrie te versterken.”

Terug naar Royal Roos – op de vloer van het diner

Bij Royal Roos wordt innovatie niet alleen uitgesproken maar ook uitgevoerd. Zo werken ze momenteel aan een project om twee sleepboten aan te sluiten op walstroom, waardoor ze in de wintermaanden minder brandstof hoeven te gebruiken. Fulko Roos staat pal voor zijn ideeën: “We leren zoveel mogelijk van de innovaties die we doen. Die kennis kunnen we gebruiken voor andere systemen die je inbouwt in schepen.”

Veronica Breed voegt eraan toe dat grote partijen vaak traag kunnen veranderen. “Als je als reder 100 schepen hebt, begin je met één of twee schepen en kijk je wat werkt,” legt ze uit. Dit toont de pragmatische benadering van Royal Roos, waarbij ze hun innovaties geleidelijk in de praktijk brengen en leren van elke stap. Het helpt dat klanten wereldwijd steeds meer eisen dat vervoersmaatschappijen zo duurzaam mogelijk werken. Hoewel de markt nog niet heel groot is, groeit de vraag naar duurzame maritieme oplossingen.

De ambitie van Royal Roos reikt echter verder. Ze onderzoeken momenteel of ze robotarmen uit composietmateriaal kunnen printen voor gebruik op zee, een technologie die veelbelovend is vanwege de combinatie van sterkte en lichtheid. Na een avond vol inspirerende discussies, reflecties en netwerkgesprekken kijken Fulko en Veronica tevreden terug. Roos concludeert: “Dit soort evenementen is cruciaal om de synergie te vinden tussen alle partijen in de sector. Het helpt ons om gezamenlijk de uitdagingen van morgen aan te pakken.”

Overzichtsfoto tafels tijdens diner

De avond werd afgesloten met een inspirerende spoken-word-uitvoering van Ayla Schneiders, Studio Winwin en Strateeg voor bureau Thaesis, die de boodschap van het diner prachtig samenvatte:

“Morgen maken
Dus moeten we flink falen
Want dan kunnen we opschalen
En dat kan alleen samen.”

Het jaarlijkse Maritiem Innovatie Diner (voorheen Maritime Delta Diner) wordt georganiseerd door Maritime Delta en het Rotterdam Maritime Board. Meer dan 150 genodigden kwamen bij elkaar om de krachten te bundelen, netwerken en vooral in te zetten op thema’s als innovatie, investeringen, leiderschap, circulariteit en maritieme maakindustrie. Uiteraard werd er stil gestaan bij de recent verschenen Nationale Sectoragenda Maritieme Maakindustrie en lichtte Kees van der Staaij de kansen toe voor de regio. Gedeputeerde Jeannette Baljeu onderstreepte dit later en met de introductie van regio-liason Reinier van Winden is er logische linking pin met de Regionale Maritieme Agenda en de maritieme inzet in de regio.

Meer weten? Neem contact op met Tessa Luijben.

(vlnr Tije Vos - Myrna van der Berg - Maarten Meulemans - Fabian van den Berg)

Fabian van den Berg (VSTEP) ziet kansen: ‘Laten we als maritieme sector het pionieren meer omarmen’

Een vliegsimulator, maar dan voor schepen: het Rotterdamse VSTEP maakt waarheidsgetrouwe simulators en zelfs complete replica’s van de scheepsbrug. In een uur komen twintig verschillende trainingsscenario’s voorbij. ‘Op het water is het maar hopen dat je de juiste situatie tegenkomt.’

‘De luchtvaartindustrie loopt misschien wel twintig jaar op ons voor’, geeft CEO Fabian van den Berg toe. ‘Maar simulatie in het water is moeilijker dan in de lucht. Wij moeten een hele oceaan zien te simuleren, dat is veel geavanceerder. Er zit zoveel dynamiek in het water. Heel veel aandacht gaat daarnaartoe.’ En dan is er nog het schip. ‘Elke rederij heeft zijn eigen schepen. Ieder schip is uniek, en dat moeten wij weer vertalen naar onze simulatie.’

Daarbij gaat het niet alleen om de vraag hoe het schip reageert op de stroming, de golven of de wind, maar ook om wat zich afspeelt op de brug. Fabian: ‘Denk aan elektronische kaartensystemen of radarsystemen. Die kunnen wij standaard aanleveren in onze simulatie, maar er zijn ook klanten die graag hun eigen apparatuur hebben. Dan moeten wij zorgen dat alles goed op elkaar aansluit.’

Simulatie helpt ook om de bemanning versneld bekend te maken met het gedrag van een nieuw schip.

Simulatie stuurt innovatie

Scheepsbouwer Damen Shipyards is een van die klanten. Tije Vos, commercieel directeur van VSTEP: ‘Er staan simulatoren van ons in het Lighthouse, het innovatiecentrum van Damen in Gorinchem. Die worden ingezet om mensen te trainen die bijvoorbeeld met een sleepboot of ander schip van Damen gaan varen. Verder werken we samen aan een initiatief om bij nieuwbouwschepen meteen een simulator mee te leveren. En onze simulators worden gebruikt voor innovatie- en validatieprojecten’

Dat laatste is mogelijk omdat VSTEP de meest toegankelijke simulator op de markt heeft, benadrukt Fabian. ‘We hebben onze software zo schaalbaar en toegankelijk gemaakt, dat je makkelijk kunt inhaken op onze simulator om je eigen innovaties te valideren en testen.’ Tije vult aan: ‘Damen onderzoekt bijvoorbeeld softwareoplossingen voor efficiënter vlootgebruik. Ze zijn bezig met het testen van nieuwe brugindelingen, lay-outs van hoe scheepsbruggen eruit kunnen zien. En die valideren ze met onze simulatoren.’

Nieuwbouwschepen versneld operationeel

Simulatie helpt ook om de bemanning versneld bekend te maken met het gedrag van een nieuw schip. Tije: ‘Dat zorgt ervoor dat ze de eerste keer een stuk comfortabeler en met meer vertrouwen de brug opstappen. En daardoor hoeft een docent geen tijd te besteden aan elk individueel knopje, maar kan hij gelijk beginnen met de speciale trainingsdoelstellingen voor dat schip.’

Het maakt trainen bovendien veel efficiënter. ‘Met een simulator kun je binnen een uur twintig verschillende scenario’s of verkeerssituaties neerzetten. Op het water is het maar hopen dat je de juiste situatie tegenkomt.’ Dat ze hun schepen inclusief trainingsoplossing kunnen aanbieden, vormt een interessante USP voor Damen. De efficiëntiewinst is direct tastbaar voor de klanten van de scheepsbouwer. ‘Als er een simulator meedraait in het onboardingprogramma, lukt het om een schip ongeveer tien weken eerder operationeel te hebben’, schat Tije in.

Tot 7,25 keer sneller opgeleid

Hoe interessant ook, dergelijke innovatieve toepassingen van de simulator vormen vooralsnog niet de hoofdmoot. Tije: ‘Als je kijkt naar het gros van ons klantenbestand, de maritieme scholen, de marines over de hele wereld, de rederijen, dan gaat het om versneld opleiden. Om het valideren en testen, het bijsturen van de kwaliteit van de studenten of het personeel. Er zijn onderzoeken vanuit maritieme universiteiten die aangeven dat de simulator tot 7,25 keer sneller opleidt.’

Daarmee levert VSTEP een welkome bijdrage aan misschien wel de grootste uitdaging waar de maritieme industrie voor staat. Fabian: ‘Alle rederijen in Nederland, zowel binnenvaart als zeevaart, hebben een groot personeelstekort. Een van de mogelijkheden om daar grip op te krijgen, is zelf opleiden. En daarmee eigenlijk ook de kwaliteit te waarborgen, zodat je makkelijker de transitie kunt maken naar hetzij minder mensen op de brug, of meer en beter geschoold personeel.’

Innovatief ecosysteem

Enkele jaren terug verhuisde VSTEP van het Weena – ‘een kantoor op de 23e verdieping, prachtig uitzicht’ – naar M4H, Merwe-Vierhavens. Fabian: ‘We proberen het kantoor en de werkplaats te combineren, zodat we dagelijks worden geïnspireerd door het moois dat we mogen maken. Dat kon hier, in het Vierhavensgebied.’ Een team van zestig mensen bedient zowel nationale als internationale klanten en partners, en bouwt de simulatieoplossingen met behulp van veelal Nederlandse toeleveranciers. VSTEP werkt samen met gevestigde bedrijven als het eerdergenoemde Damen, KOTUG International, Alphatron Marine en VT Group, maar ook met startups als Smart-Ship en Captain AI.

Die laatste ontwikkelt kunstmatige intelligentie om autonoom te varen. Fabian: ‘Onze simulator is de voedingsbodem voor hun AI. Het continu afspelen van scenario’s, het vullen met data, dat gebeurt aan de hand van de simulator. Net zoals Tesla dat doet via de simulatiesoftware en alle auto’s op de weg.’ Vincent Wegener, de oprichter van Captain AI, is ook oprichter van RAMLAB, het fieldlab Rotterdam Additive Manufacturing. ‘Zodoende kwamen we met elkaar in contact, letterlijk doordat we buren zijn van elkaar. Dat vind ik een heel leuk voorbeeld van het Rotterdamse ecosysteem.’

Ook met Smart-Ship onderzoekt VSTEP mogelijkheden om te innoveren. Tije: ‘Met efficiënt vaargedrag is op sommige schepen wel 15 tot 20% CO2-reductie te behalen. Door gewoon niet voluit te varen. Hoe kun je dat gedrag met technieken aan boord sturen? Dat is één van de redenen waarom we samenwerken met Smart-Ship. Zij maken haptische hendels, waarmee je het vaargedrag van de kapitein kunt coachen. Als volle kracht vooruit niet nodig is, dan is dat ook niet mogelijk met de hendel.’

(vlnr Tije Vos - Myrna van der Berg - Maarten Meulemans - Fabian van den Berg)

MT VSTEP v.l.n.r. Tije Vos – Myrna van der Berg – Maarten Meulemans – Fabian van den Berg)

Fabian ziet nog veel meer mogelijkheden voor de maritieme industrie om te innoveren. ‘En ook te pionieren. We hebben een aantal prachtige maritieme bedrijven in Nederland die hun weg weten te vinden op het wereldwijde toneel. Het is soms wat gefragmenteerd, maar als we dat een beetje weten te bundelen, dan kunnen we heel veel voor elkaar krijgen.’

Hij denkt onder meer aan autonoom varen en remote control centers. ‘Daar liggen heel veel kansen. Ook door met de juiste regelgeving innovatie te ondersteunen. In België en Duitsland zijn er al stukken water waar geëxperimenteerd mag worden, in Nederland stranden die initiatieven. We moeten gewoon durven. Ja, dan gaan we een paar keer op ons bek. Maar dat hoort er ook een beetje bij. Daarmee zijn we groot geworden, met de Rotterdamse haven, de maritieme sector, handen uit de mouwen. Laten we dat meer omarmen en er echt voor gaan.’

Op donderdag 18 april a.s. vindt het Maritiem Innovatie Diner plaats bij VSTEP, tussen de simulatoren. Wellicht is er tussen de gangen door nog mogelijkheid om op de brug plaats te nemen.

Jong haventalent_laatste versie

Jong haventalent 2024: toekomstvisie op de Rotterdamse haven

“Samenwerking is een must als je mee wilt doen in de Rotterdamse haven.” Met deze inspirerende woorden introduceren we: Charlotte Janssen, het Jong Haventalent van 2024. Charlotte is een geboren Rotterdammer, geworteld in de trotse havenstad waar het motto “niet lullen maar poetsen” haar niet vreemd is. Na haar studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit en een master in Supply Chain Management aan de Universiteit van Tilburg, begon ze haar eerste maritieme avontuur bij Venturn waar ze de diversiteit en de trotse mentaliteit van de Rotterdamse haven ontdekte. Met haar ervaring en enthousiasme deelt ze graag haar kijk op vernieuwing. Haar missie? Die is helder: jongeren betrekken, kennis delen en samenwerken met de maritieme gemeenschap die elke dag de haven tot leven brengt.

Charlotte is vastbesloten om haar kennis te delen en jongeren te inspireren. “Het delen van kennis is mijn missie als Jong Haventalent en tevens nieuw lid van het Maritime Delta bestuur,” zegt ze gepassioneerd. “Ik wil jongeren laten zien wat er allemaal gebeurt in de Rotterdamse haven, niet alleen het sjorren op een containerschip, maar ook de mogelijkheden bij alle ondersteunende organisaties, zoals de loodsen, het havenbedrijf, en depots.”

Tijd voor verandering

“Verandering is geen doel op zich”. Voor Charlotte is verandering een middel om specifieke doelen te bereiken. “Digitalisering en Human Capital spelen hierin een sleutelrol,” legt ze uit. “Juist met het delen van kennis wordt er een stukje bewustwording gecreëerd die de urgentie van verandering naar boven kan brengen.”

Charlotte ziet de impact en kansen van digitale technologieën op de maritieme sector uit de eerste hand, bij haar huidige werkgever Portbase. “Digitale technologieën worden steeds belangrijker,” zegt ze. “Om verbeteringen te kunnen realiseren is het belangrijk dat huidige processen goed in kaart kunnen worden gebracht,” merkt ze op. “Portbase speelt vaak een centrale rol op het gebied van datadeling om efficiëntie te kunnen behalen.”

Inspiratiebron

Charlotte laat zich inspireren door haar collega’s en de klanten waarmee ze dagelijks samenwerkt. “De kraanmachinist die de zonsopkomst vanuit de cabine het mooiste moment van de dag vindt, is een prachtige herinnering aan de essentie van het werk in de haven,” zegt ze. “Maar uiteindelijk zijn mijn rolmodellen de klanten die me elke dag meenemen in hun processen en open staan voor een gesprek en het delen van kennis.”

Jong haventalent 2024

Samenwerking is een must

Voor Charlotte is samenwerking binnen de sector essentieel om successen te behalen. “Samenwerking is een must als je mee wilt doen in de Rotterdamse haven,” zegt ze. “Ik wil me dan ook graag inzetten om bepaalde partijen samen te brengen, eenzelfde rol als Maritime Delta vervult tussen vernieuwende initiatieven.”

The next generation

Op de vraag of om als jongeren een carrière in de maritieme sector na te streven, twijfelt Charlotte geen moment en zegt ze volmondig: doen! “In de Rotterdamse haven vind je een diverse werkomgeving, van jong en oud, van buiten en binnen, met de Rotterdamse “niet lullen, maar poetsen” mentaliteit, maar bovenal een omgeving waar mensen ontzettend trots zijn op hun werk en het resultaat. Dit is heel concreet te zien bij een planner die lading wil laten verschepen; een kraanmachinist die een container verplaatst, maar ook bij een grafisch designer die een app ontwikkeld voor een vrachtwagenchauffeur.”

Met haar enthousiasme en gedrevenheid belooft Charlotte als Jong Haventalent een waardevolle bijdrage te leveren aan de Rotterdamse haven en de maritieme sector als geheel.

De Jong Haventalent verkiezing wordt vanuit de Jong Havenvereniging opgezet. De toekenning van de titel Jong Haventalent gebeurt door een jury, waarin eerdere Jong Haventalenten en Havenmannen / vrouwen van het jaar zetelen. De jury let op het profiel, de kennis van de haven en de motivatie van de kandidaten. Houd onze website in de gaten voor meer informatie.

laadboei innovatie Scheveningen

Nieuwe innovatie in Scheveningen: Drijvende laadboei voor duurzamere scheepvaart

De maritieme sector staat bekend om zijn voortdurende streven naar innovatie en efficiëntie, en de nieuwste ontwikkeling aan de kust van Scheveningen is daar een levendig bewijs van. Een ambitieus project is in gang gezet om een drijvende laadboei te introduceren, gericht op het verkennen van nieuwe mogelijkheden voor laadinfrastructuur en het verminderen van emissies voor schepen die voor anker liggen.

De doelstellingen van dit baanbrekende project zijn helder: het onderzoeken van de technische en economische haalbaarheid van een drijvende laadboei voor de kust van Scheveningen. Met de groeiende bezorgdheid over de impact van scheepvaartemissies op het milieu, is dit initiatief een veelbelovende stap in de richting van duurzamere maritieme praktijken.

Win-win oplossing

Een van de belangrijkste voordelen van deze innovatieve laadboei is de potentiële bijdrage aan het verminderen van stikstofdepositie en andere schadelijke emissies. Door schepen de mogelijkheid te bieden om ‘aan de stekker’ te blijven terwijl ze wachten, wordt het gebruik van fossiele brandstoffen tijdens deze periode geëlimineerd. Dit leidt niet alleen tot een vermindering van de milieu-impact, maar ook tot aanzienlijke kostenbesparingen op lange termijn voor de scheepvaartindustrie.

Het ontwerp van de drijvende laadboei maakt gebruik van een slimme combinatie van bestaande technologieën, waaronder een laadpunt/boei, een stekker en de benodigde technologie aan boord van het schip. Door deze innovatieve benadering kunnen schepen efficiënt worden opgeladen zonder dat ze hun motoren hoeven te laten draaien, waardoor niet alleen de emissies worden verminderd, maar ook het geluid en de luchtvervuiling in de omgeving worden verminderd.

Krachten bundelen

De nauwe samenwerking tussen verschillende betrokken organisaties, waaronder de provincie Zuid-Holland, Knutsen, Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf Rotterdam maakt deze ontwikkeling uniek. Door hun expertise en middelen te bundelen, hebben ze een gezamenlijke inspanning geleverd om de haalbaarheid van deze baanbrekende technologie te onderzoeken en te bevorderen.

“Maritime Delta fungeert als katalysator voor innovatie en samenwerking binnen de maritieme sector. Door het faciliteren van partnerschappen en het bevorderen van kennisdeling, dragen we bij aan baanbrekende projecten zoals de introductie van de drijvende laadboei in Scheveningen, die niet alleen de industrie transformeert, maar ook een duurzame toekomst bevordert.” – Edward Gilding, Maritime Delta.

Na presentatie van de eerste resultaten, waaronder schattingen van stikstofuitstoot, technologische en financiële haalbaarheid, is het project nu klaar om verdere stappen te zetten. Vervolgstappen omvatten het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden en het ontwikkelen van concrete plannen voor implementatie.

Met de focus op duurzaamheid en efficiëntie belooft de drijvende laadboei in Scheveningen te dienen als een inspirerend voorbeeld voor vergelijkbare initiatieven in de maritieme sector. Maar eerst is er werk aan de winkel…

Meer weten over dit project?

Mail ons

 

Petroleum engineer Ali, die om politieke redenen zijn thuisland Iran verliet, vond zo passend werk: Port of Opportunities detacheerde hem bij ADM Europoort.

Statushouder Ali vond werk in Rotterdamse haven: ‘Samenwerkingen als deze geven me hoop’

In de Rotterdamse haven staan meer dan achtduizend vacatures open. Om het arbeidskapitaal te versterken, maken partijen als Port of Opportunities werk van diversiteit en inclusie. Petroleum engineer Ali, die om politieke redenen zijn thuisland Iran verliet, vond zo passend werk: Port of Opportunities detacheerde hem bij ADM Europoort.

Trein, metro, Maasvlaktehopper, benenwagen en vice versa – iedere dag weer. Vier uur doet Ali Zamali (30) erover om van en naar ADM Europoort in de Rotterdamse haven te komen. De wekker gaat in alle vroegte, terwijl zijn werk hemelsbreed nog geen dertig kilometer van zijn huis in Den Haag ligt. En als hij aan het begin van de avond weer thuis is, besteedt hij nog minimaal een uur aan het leren van de Nederlandse taal. Dat is toewijding. Ali: ‘Ik heb het er voor over. Vanaf het eerste moment dat ik hier binnenstapte, was ik enthousiast.’

‘Ik heb in Griekenland gezien dat het ook anders kan’

ADM is wereldwijd een van de grootste agrarische verwerkers en leveranciers van voedingsmiddelen. Ali werkt er als gedetacheerde process engineer in de raffinaderij voor sojabonen en raapzaad. ‘De combinatie van scheikunde en engineering past me als een jas. Bovendien staan collega’s voor me open en wordt mijn kennis op waarde geschat. Dat maakt het voor mij als nieuwkomer makkelijker om onderdeel te worden van de groep. Ik koester deze plek, ik heb in Griekenland gezien dat het ook anders kan.’

Petroleum engineer Ali, die om politieke redenen zijn thuisland Iran verliet, vond zo passend werk: Port of Opportunities detacheerde hem bij ADM Europoort.

‘The real education is unofficial’

Ali groeit op in Persepolis in het zuiden van Iran, de stad met zijn eeuwenoude ruïnes. Hij is een nieuwsgierige jongen, wil leren, en verdiept zich onder meer in de natuurwetenschappen en filosofie. Maar, benadrukt hij, de transformatie die hij heeft doorgemaakt als mens is pas echt vormend geweest voor hem. Hij doelt op zijn besluit om Iran te verlaten in 2016. Ali is dan net afgestudeerd als petroleum engineer en concludeert dat hij geen toekomst heeft in zijn thuisland.

‘Niemand weet wat er gaat gebeuren, je bent daar niet veilig’

De keuze om te vertrekken was geen gemakkelijke. ‘Toen mijn vader overleed kon ik niet op zijn begrafenis zijn, mijn moeder en zus heb ik jaren geleden voor het laatst gezien. Er zijn momenten geweest waarop ik spijt had van mijn keuze.’ Ruim zeven jaar na zijn vertrek probeert Ali een leven op te bouwen in Nederland. Omzwervingen brachten hem hier. Eerst probeerde hij het in Turkije. ‘Misschien herinner je je de coupplegers daar nog? Mijn vader zei: ‘Niemand weet wat er gaat gebeuren, je bent daar niet veilig.’ Ali waagde zijn kans en maakte de overtocht naar Europa. In Griekenland belandde hij opnieuw in een chaotische situatie. ‘Er is daar veel werkloosheid, zeker als migrant maak je weinig kans op een baan.’

Via een scholarship van de Amerikaanse ambassade kreeg Ali uiteindelijk de mogelijkheid om te studeren. ‘Ik heb er twee masters afgerond. Zo heb ik toch het beste gemaakt van mijn tijd daar.’ De ervaringen hebben hem verrijkt, zegt hij. Om het van de positieve kant te bekijken: hij weet nu wie hij is en wat hij wil. ‘‘The real education is unofficial’, zei mijn vader altijd. Eenmaal in Nederland wist ik wat ik wilde: settelen en een baan vinden, het liefst iets met energie, water of biomassa. ADM is de perfecte combinatie van wat ik leuk en interessant vind.’

Inclusieve haven

Ali vond de baan met dank aan recruitmentbureau Port of Opportunities. Oprichter Max Sips: ‘De toestroom van arbeidskrachten vanuit scholen loopt al jaren terug, terwijl het aantal openstaande vacatures toeneemt.’ Alleen al in de Rotterdamse haven staan meer dan achtduizend vacatures open. ‘Bij de groep mensen met een migratieachtergrond ligt een enorm arbeidspotentieel.’

Port of Opportunities is een van de expertpartners van Maritime Delta. Het samenwerkingsverband voor de maritieme industrie in Zuid-Holland wil onder meer het arbeidskapitaal in de sector versterken en ziet daarbij een belangrijke rol voor diversiteit en inclusie. Om de ambitie van een ‘Inclusieve Haven’ vorm te geven, hebben Havenbedrijf Rotterdam, TNO, en Deltalinqs in 2023 een significante stap ondernomen. Maritime Delta heeft een kwartiermakersbijdrage gegund, wat de basis legde voor het mogelijk maken van een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken partijen. De doelstelling: ‘bewegen naar ondernemen met impact, inspirerend inclusief zijn, intrinsieke motivatie losweken en aandacht hebben voor de mens achter de werknemer.’

‘Natuurlijk zijn er uitdagingen, maar daar helpen we hem bij’

Veel toegevoegde waarde

Volgens Max van Port of Opportunities hebben nieuwkomers veel toegevoegde waarde voor bedrijven in de Rotterdamse haven. ‘Kijk maar naar Ali. Niet alleen zijn kennisniveau is indrukwekkend, hij heeft ook een enorme drive en is leergierig. ‘Als ik maar kan werken,’ zei hij steeds. Natuurlijk zijn er uitdagingen, zoals de taal, maar daar helpen we hem bij.’

Brenda Warmer, hr-manager bij ADM, onderschrijft de visie van Max. ‘Port of Opportunities wil migranten een plek bieden op de arbeidsmarkt op hun eigen niveau. Dit uitgangspunt sluit nauw aan bij de sociale organisatie die wij zijn, bij de manier waarop we in de maatschappij staan. In eerste instantie solliciteerde Ali voor een functie waarbij een goede beheersing van de Nederlandse taal een vereiste is. Maar we waren dusdanig onder de indruk van Ali’s persoonlijkheid en kunde dat we hebben gezocht naar een geschikte, meer internationale plek binnen ons bedrijf. Een plek waar hij rustig kan wennen en zich het Nederlands eigen kan maken op zijn eigen tempo.’

 

‘Wat ons betreft is dit niet het laatste succesverhaal’

Geen vanzelfsprekendheid

Ali is Port of Opportunities en ADM dankbaar. ‘Een samenwerking als deze geeft me hoop – niet alleen voor mezelf, voor iedereen, voor de maatschappij.’ Ook voor ADM smaakt het naar meer. Brenda: ‘Hoewel we een internationaal bedrijf zijn, is het de eerste keer dat we op deze manier de kans hebben gegeven aan een nieuwkomer. We hebben van Ali’s verhaal geleerd dat het maatwerk is. Het is belangrijk om per persoon te kijken wat past en nodig is. Die tijd en aandacht betaalt zich terug. Wat ons betreft is dit niet het laatste succesverhaal.’

Petroleum engineer Ali, die om politieke redenen zijn thuisland Iran verliet, vond zo passend werk: Port of Opportunities detacheerde hem bij ADM Europoort.

Max is blij dat een groot bedrijf als ADM het potentieel ziet van de doelgroep die hij met Port of Opportunities aan het werk probeert te krijgen. ‘Het is geen vanzelfsprekendheid. In de haven vind je echt nog conservatieve bedrijven waar vreemd wordt opgekeken als er iemand met een andere achtergrond binnen komt lopen. Wat best gek is, want een haven is van oudsher een plek van komen en gaan, waar mensen met verschillende achtergronden zich mengen in onze economie.’

 

Tot het kwartje ook bij de anderen valt, richt Port of Opportunities zich op de bedrijven die de waarde inzien van werknemers zoals Ali. ‘Ik denk dat veel bedrijven niet assertief genoeg zijn, enigszins liggen te slapen. We hebben vijftig mensen klaarstaan die zo aan de slag kunnen. We vinden er nog veel meer als ieder bedrijf in de Rotterdamse haven zegt: we doen mee.’

Rijbewijs

Nu Ali een baan heeft op zijn niveau, bij een bedrijf waar zijn interesse ligt, is het tijd om vooruit te kijken. ‘Ik wil hier graag settelen, een leven opbouwen. Verdergaan op het pad dat ik ben ingeslagen. Ik wil leren over de geschiedenis van Nederland, over de cultuur. En heel belangrijk: contact leggen met mensen, vrienden maken. Dat mis ik nu. Maar alles kost tijd.’

‘Hopelijk slaag ik, dan kan ik mijn wekker verzetten’

De eerste stap? Ali lacht: ‘Mijn rijbewijs natuurlijk.’ Hij is volop bezig, daarbij gesteund door Port of Opportunities, dat de kosten op zich neemt. Max: ‘De winst die we maken laten we terugvloeien naar de professionals die we hebben geplaatst. Voor Ali is een rijbewijs van groot belang.’ Over een week mag hij afrijden. Ali: ‘Hopelijk ga ik slagen. Dan kan ik mijn wekker verzetten.’

Op zoek naar gekwalificeerde en gedreven mensen? Maak werk van diversiteit en neem contact op met Port of Opportunities. Lees ook het verslag van de Human Capital-bijeenkomst op 7 september 2023 over het aantrekken van talent en diversiteit en inclusiviteit in de maritieme sector: Als het bedrijfsleven samenwerkt, kunnen we ver komen

 

Nationale Sectoragenda maritieme maakindustrie: Vijf actielijnen van innovatie, vestigingsklimaat tot inkoop

In Rotterdam heeft gezant Marja van Bijsterveldt de sectoragenda gepresenteerd aan ministers Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie). De focus ligt op het behoud van onze veiligheid, versnelling van de energietransitie en het versterken van economische en militaire veiligheid. Deze agenda benadrukt hoe cruciaal de scheepsbouw is voor Nederland. Onze sector staat centraal in het waarborgen van vitale infrastructuur, bescherming tegen water en het leiden van de energietransitie.

Om deze doelen te bereiken, investeren de overheid en de sector gezamenlijk € 60 miljoen in innovatieve scheepsbouw in de jaren 2024 en 2025. Dit geld zal worden ingezet voor technologische en duurzame innovatie, waarbij de focus ligt op het versterken van onze maritieme positie en het vermijden van ongewenste afhankelijkheden op bijvoorbeeld het gebied van veiligheid.

Marja van Bijsterveldt (kabinetsgezant): “Ten onrechte wordt onze maritieme maakindustrie beschouwd als een rustig bezit. Samen met andere landen in Europa zijn we in enkele decennia een overgroot deel van ons mondiale marktaandeel voor commerciële zeeschepen kwijtgeraakt aan Azië. Van 45% procent in de jaren ’80 naar 4% nu gemeten in gebouwd scheepsvolume. Met visie en stevige overheidssteun aan bedrijven neemt Azië en recent met name China stap voor stap onze industrie over, ook voor complexere schepen. Een schip bouwen in Nederland is volgens reders inmiddels 20% tot 40% duurder dan in Azië. Schrikbarende cijfers, die uiteindelijk desastreus zullen uitpakken als wij het tij niet weten te keren. Nederland is afhankelijk van schepen voor onze veiligheid, droge voeten, energietransitie en welvaart. We kunnen ons niet langer het laissez-faire beleid van de afgelopen decennia permitteren.”

Vijf actielijnen van innovatie, vestigingsklimaat tot inkoop 

Sector en kabinet gaan aan de slag met 25 maatregelen voor 25 knelpunten, gebundeld in vijf actielijnen. Zo wordt in een formele aanwijzing (instructie) voor de gehele Rijksoverheid vastgelegd dat nationale belangen beter meegewogen moeten worden bij de inkoop van schepen. Overheid en sector gaan werken aan het verbeteren van de financiering en fiscale zeevaartregelingen. Ook wordt er geïnventariseerd hoe aantrekkelijk gelegen scheepswerven beter beschermd kunnen worden tegen de dreiging van woningbouw. De sector gaat zelf aan de slag met het personeelstekort aanpakken.

Vijf koploperprojecten voor impuls

Naar aanleiding van de agenda werken sector en kabinet ook samen vijf koploperprojecten uit. Deze projecten betekenen een grote impuls voor de inzet van nieuwe technologieën, werkwijzen en verdienmodellen bij de productie, ombouw en reparatie van schepen. Voorbeelden van koploperprojecten zijn De werf van de toekomst en de Nucleaire voortstuwing van schepen.
Met De werf van de toekomst moeten de bouwkosten met 10-15% verlaagd en de bouw verduurzaamd worden via digitalisering en robotisering. Met Nucleaire voortstuwing van schepen wordt verkend hoe nucleaire technologie kan worden toegepast om onze scheepvaart te verduurzamen en lange termijn op zee te laten verblijven. Ook het Maritiem Masterplan behoort tot de koploperprojecten. Dit plan om tot 40 duurzaam varende schepen te bouwen die varen op bijvoorbeeld LNG, methanol, waterstof en zelf CO2 afvangen, ontving dit jaar €210 miljoen ondersteuning vanuit het Nationaal Groeifonds.

De sectoragenda onderscheiden de volgende vijf baanbrekende koplopersprojecten:

  1. Maritiem Masterplan
  2. De werf van de toekomst
  3. Smart Maritime
  4. Robotisering wind op zee
  5. Nucleaire voortstuwing van schepen

Regionale verankering in Regionale Maritieme Agenda

Bijna 50% van onze industrie is verankerd in de Zuid-Hollandse regio, van de Tweede Maasvlakte tot aan Werkendam. Vooral de diversiteit en volledigheid van clusters zoals Rotterdam, Drechtsteden en Stellendam worden geroemd. Deze clusters vormen de ruggengraat van onze sector en spelen een sleutelrol in het versterken van onze commerciële positie.

Om deze groei te ondersteunen, is samenwerking essentieel. Door betere ketensamenwerking en het regionaal samenbrengen van toeleverclusters en ecosystemen, kunnen we schaal creëren. Dit versterkt niet alleen onze commerciële positie maar zorgt ook voor een veerkrachtige en bloeiende maritieme sector voor de toekomst.

onder meer:

Rotterdam & Drechtsteden

Rotterdam en Drechtsteden vormen essentiële schakels in onze maritieme maakindustrie. Deze regio’s bieden een breed scala aan activiteiten en bedrijven, van scheepswerven tot toeleveranciers. Hoewel deze clusters wereldwijd bekend zijn, staan ze voor ruimtelijke uitdagingen, en de baggerscheepsbouw, een belangrijke pijler, staat onder druk. Toch blijft de samenwerking tussen Rotterdam en Drechtsteden een voorbeeld van sterke synergie en innovatie.

Werkendam

Hoewel Werkendam in de provincie Brabant ligt, is het binnen de maritieme delta een zeer belangrijk cluster vanwege de talloze innovaties, vooral op het gebied van binnenwateren, die hier hun oorsprong vinden. Zo huisvest Werkendam, naast Zwijndrecht, de grootste binnenvaarthaven van Nederland.

Schiedam

In de haven van Schiedam bevindt zich Offshore Valley, een broeinest voor de ontwikkeling van geavanceerde en innovatieve offshore energie. Wat deze locatie uniek maakt, is de combinatie van vooruitstrevende digitale ontwerpprocessen en de bouw en het onderhoud van schepen voor de offshore-industrie. Schiedam dient als een illustratief voorbeeld waarin de uitdagingen van ruimtegebrek, het vestigingsklimaat en de balans tussen wonen en werken in Zuid-Holland duidelijk zichtbaar zijn. Het borgen van voldoende ruimte voor maritieme bedrijvigheid in de regio is een belangrijk thema uit de Regionale Maritieme Agenda 2030, waarvan het vestigingsklimaat een onderdeel is.

Stellendam

Stellendam draagt trots de traditie van visserijscheepsbouw, maar richt zich ook op andere segmenten zoals werkschepen en retrofit superjachten. Innovatie staat hier hoog in het vaandel, en de werven hebben een duidelijk besef van hun rol in de lokale economie. Echter, de verzanding van de haven vormt een uitdaging die creatieve oplossingen vereist om de maritieme activiteiten te beschermen.